Intrede Schenkel: Onderweg met Jezus
Tekst: Lukas 24:13-35
Lieve mensen,
Toen ik twee weken geleden als predikant afscheid nam in Spijk kreeg ik een cadeau van twee twintigers: deze doos!
Hij is behoorlijk zwaar.
Jullie hebben vast geen idéé wat erin zit!
Toen ik hem openmaakte moest ik erg lachen ,
Want wat erin zit, zijn allemaal potten Chicken Tonight!
Daar zat een verhaaltje aan vast.
Ze zeiden: toen wij catechisatie hadden bij jou, zei jij: ik kook wel voor jullie!
En dan kwamen we, en hadden we hoge verwachtingen,
maar we kregen… chicken tonight.
Het was voor mij een beetje uitvinden in het begin wat ze lekker vonden.
En mijn kookkunsten waren nog niet zo heel goed.
Ik heb een keer pasta voor ze gemaakt, dat viel ook niet zo in de smaak.
Maar pannenkoeken waren dan wel beter!
En later ontdekte ik dat shoarma het heel goed doet bij jongeren.
Van mijn Rotterdamse buurvrouw leerde ik hoe je zelf kapsalon maakt,
Dus ook in Spijk is kapsalon inmiddels helemaal ingeburgerd!
Samen eten, dat deden we met de tieners, en de twintigers, en ook met de Alphagroepen.
Ik vond het mooi om dan samen te eten.
Want als je met elkaar eet, dan ontmoet je elkaar op een andere manier.
Je deelt iets van je leven met elkaar.
En als je vervolgens samen de Bijbel opent, of in gesprek gaat,
is er een andere sfeer.
Dat zouden we veel vaker moeten doen als kerk, ook op andere momenten.
Samen eten.
Ik vind het zo mooi aan de Bijbeltekst van vandaag:
Dat die bijzondere ontmoeting, die de twee leerlingen hebben met Jezus,
eindigt met een maaltijd.
Dát is in dit verhaal het moment waarop ze Jezus echt ontmoeten.
Als Jezus met ze aan tafel zit, en het brood breekt,
dán herkennen ze hem.
Het is een van de mooiste gedeeltes uit de Bijbel.
Dat is waarom ik het vandaag met jullie wilde lezen:
Omdat dít verhaal op heel veel manieren dichtbij komt.
Het is heel menselijk.
Je kunt je goed voorstellen hoe het voelde voor deze twee mensen,
Die onderweg waren van Jeruzalem naar Emmaüs.
Want ze voelen zich ontredderd.
Deze gebeurtenis speelt zich af op Pasen.
Het is de derde dag nadat Jezus is gekruisigd, en gestorven.
Als lezer wéét je dat Jezus is opgestaan uit de dood.
Maar deze twee mensen, volgelingen van Jezus,
weten dat nog niet.
En ze weten niet waar ze het zoeken moeten.
Ze hebben alleen een gerucht gehoord,
De vrouwen zeiden dat het graf léég was,
maar dát maakt deze ze alleen maar meer in de war.
En nu zijn ze op weg.
Wég van Jeruzalem.
Wég van de plek waar het allemaal gebeurd is.
Zij hadden zúlke hoge verwachtingen van Jezus.
Ze hoopten dat Jezus Israël zou bevrijden.
Dat hij de bezetters, de Romeinen, zou verdrijven,
En zou zorgen dat de Joden in vrijheid God konden geloven.
Maar wat ze van Jezus hoopten, dat heeft hij niet waargemaakt.
Hij zou ons bevrijden, maar het is mislukt.
Hij zou de Romeinen wegjagen,
maar nu is hij zelf door de Romeinen aan het kruis geslagen,
en ter dood gebracht.
Was hij dan niet door God gestuurd?
Hadden ze het mis?
Hebben ze zich in hem vergist?
Ze begrijpen het niet.
Ze zijn diep teleurgesteld.
Hun redder, hun messias, is gestorven.
En dan gebeurt er iets, waar je stil van wordt.
Op dat moment, terwijl ze onderweg zijn naar Emmaüs,
helemaal verslagen en in de war,
komt Jezus naast ze lopen.
Moet je je eens voorstellen dat je er helemaal doorheen zit,
dat je geen uitweg meer weet,
En dat Jezus naast je komt lopen.
Hij luistert naar je.
Hij laat je helemaal uitpraten.
Hij overrulet je niet.
Hij zegt niet: wat stom van je.
Hij loopt gewoon met je op.
Ik vind het zo bijzonder hoe Jezus met deze twee mensen omgaat.
Je ziet, na Pasen, dat Jezus zich op hele verschillende manieren aan mensen laat zien.
Soms herkennen ze hem meteen,
Maar het gebeurt váker dat mensen Jezus niet meteen herkennen.
Ook aan deze twee mensen laat Jezus niet meteen zien wie hij is,
Maar hij komt als een onbekende naast ze lopen,
En luistert naar ze,
Alsof hij niet weet wat er is gebeurd.
Waar praten jullie over?
Wat ís er dan gebeurd in Jeruzalem, de afgelopen dagen?
Ik vraag me af waarom Jezus dat zo doet.
Waarom hij daarvoor kiest.
Wat zou er gebeurd zijn als Jezus meteen tegen ze had gezegd:
Zien jullie niet dat ík het ben?
Misschien waren ze er op dat moment helemaal nog niet klaar voor,
en wist Jezus dat heel goed.
Deze twee leerlingen hádden die ochtend al een gerucht gehoord.
Ze hadden gehoord dat vrouwen het lege graf hadden gevonden,
En dat engelen hadden gezegd dat Jezus was opgestaan.
Maar dat hadden ze niet geloofd.
Anders waren ze nu niet op weg naar Emmaüs, weg van Jeruzalem.
Dat bericht van de vrouwen maakte ze alleen maar in de war.
Dat zeggen ze tegen Jezus:
Het heeft ons in verwarring gebracht.
Want het ís véél om te bevatten!
Jezus kiest er daarom heel bewust voor om naast ze te gaan lopen,
Naar ze te luisteren,
En de tijd te nemen om uit te leggen waarom het zo moest gaan zoáls het is gegaan.
Want zij denken dat Jezus heeft gefaald, dat het is mislukt.
Maar Jezus laat aan ze zien dat hij heel bewust zijn leven heeft gegeven.
En dat dat niet het einde is!
Moest de messias al dat lijden niet ondergaan om zijn glorie binnen te gaan?
Jezus legt aan ze uit: dat hij is gestorven, betekent niet dat het nu voorbij is!
Hij heeft zelf zijn leven gegeven, en hij zal ook weer opstaan uit de dood!
Dat is toch wat er in de profeten wordt gezegd!
En als hij dat aan ze vertelt, krijgen ze langzaam weer hoop,
En gaan ze anders aankijken tegen wat er is gebeurd.
Als je het hebt over missionair werk,
dan kun je veel léren van hoe Jezus met deze twee mensen omgaat:
Omdat hij begint met luisteren,
en niet met vertellen.
Hij loopt met ze mee, op hun tempo.
Hij dringt zich niet aan ze op.
Hij overrompelt ze niet.
Hij geeft ze de tijd en de ruimte die ze nodig hebben.
Hij vindt ook niet dat ze domme vragen stellen.
Hij legt uit, op een manier die zij begrijpen,
Waarom het nodig was dat hij stierf,
Dat dat van het begin af aan al Gods plan was geweest.
En Jezus legt dat uit aan de hand van de Bijbel.
Want de hele Bijbel is ervan doortrokken, zegt Jezus tegen ze.
Door de hele Bijbel heen lees je dat dit moest gebeuren.
Jullie meester is niet voor niets gestorven,
Hij gaf zijn leven voor jullie.
Ik weet niet welke Bijbelteksten Jezus aanhaalde,
Maar misschien noemde hij wel de profeet Jesaja:
Om onze zonden werd hij doorboord,
om onze wandaden gebroken.
De straf die hij onderging bracht ons vrede,
zijn striemen gaven ons genezing.
Wat dit verhaal ook heel mooi laat zien,
Is dat bij geloven soms teleurstelling hoort, en twijfel, en zoeken.
Deze twee mensen, met wie Jezus oploopt,
Zitten er helemaal doorheen.
Ze begrijpen niet waarom het zó moest gaan.
Als je zelf gelooft, dan is dat vast heel herkenbaar.
Er zijn momenten dat je het allemaal zeker weet.
En ook echt wel momenten dat je denkt: hoe zít het nou?
Is het allemaal wel waar?
Ik heb als tiener, en later ook, heel veel gehad aan een boek van C.S. Lewis:
Onversneden christendom.
C.S. Lewis was een Engelse professor,
die in zijn jonge jaren niet geloofde,
Maar toen hij professor was aan Oxford waren zijn vrienden en collega’s met wie hij optrok wel christelijk.
En met hen had hij diepe gesprekken over geloof.
Hij zei tegen een vriend, Tolkien:
het christelijk geloof is maar een mythe!
En Tolkien zei toen tegen hem:
dat klopt, maar het is wel een mythe die echt waar is!
Stukje bij beetje kwam hij door die gesprekken met zijn vrienden tot de overtuiging dat het christelijk geloof best wel goede dingen te zeggen had.
En op een gegeven moment ging bij hem de knop om!
Op een moment dat hij het niet verwachtte,
Besefte hij ineens: ik geloof in God!
En in dat boek, ‘Onversneden christendom’,
deelt hij iets van zijn geloof.
Hij zegt: toen ik niet geloofde, twijfelde ik regelmatig of het niet tóch waar zou zijn.
En nu geloof ik,
maar ik twijfel regelmatig of ik het niet verkeerd heb.
En toch kíes ik ervoor om te geloven.
Wat ik bijzonder vind aan dit verhaal van die twee mensen die onderweg zijn naar Emmaüs,
is dat Jezus naast ze gaat lopen,
En dat hij ze niet veroordeelt om hun verwarring, en hun teleurstelling, en hun twijfel.
Hij reageert daar heel mild op. Genadig.
Jezus zegt hooguit: lees nou eens goed in de Bijbel!
Het is helemaal niet nodig om zo in de war te zijn!
Maar vervolgens legt hij het heel geduldig aan ze uit.
Dat is ook hoe we elkaar op weg mogen helpen,
Als we geloven, of als we zelf nog op zoek zijn.
Het is OK om dingen niet te begrijpen, of moeilijk te vinden,
Of wel eens te twijfelen.
Een tijdje terug had ik zelf iets dat ik moeilijk vond in de Bijbel.
Ik dacht: wat moet ik hier nou mee?
En toen bad ik:
God, wilt U mij helpen om dat te begrijpen?
En ik had het erover met mensen om me heen.
En toen lukte het me toch om er anders naar te gaan kijken.
Dat heb je nodig, als je gelooft.
Je hebt het nodig om dingen waar je mee worstelt, te kunnen delen.
Met God, en ook met elkaar.
Daarom lezen we in de kerk uit de Bijbel,
We proberen elkaar te helpen om wat je leest dichterbij te brengen.
We proberen elkaar te helpen om Gods stem te verstaan.
Je hebt elkaar daarvoor nodig.
Het verhaal van de Emmaüsgangers eindigt heel mooi.
Al lopend en pratend met Jezus komen de twee mensen aan bij hun eindbestemming.
Door hun ontmoeting met Jezus zijn ze veranderd.
Ze zijn anders gaan kijken.
En als Jezus dóet alsof hij verder wil gaan, zeggen ze zelf:
Blijf toch bij ons!
En dan gaat Hij met ze aan tafel,
En Hij breekt het brood.
En tijdens de maaltijd,
terwijl Jezus met deze twee mensen aan het eten is,
Op dát moment herkennen de twee leerlingen Jezus.
Misschien denken ze op dat moment aan een paar dagen eerder,
toen Jezus voor het laatst het avondmaal met zijn leerlingen vierde.
Dat ging precies hetzelfde.
Hij nam het brood, sprak het zegengebed uit, brak het en gaf het hun.
Wat ik mooi vind aan het avondmaal, is dat het heel beeldend is.
Heel vaak leggen we ons geloof uit met woorden.
Maar bij het avondmaal leg je het geloof uit door iets te dóen.
Als je het avondmaal viert, dan vier je de kern van je geloof.
Dat Jezus zijn leven voor ons gaf, omdat Hij ons lief had.
Ik vind het mooi dat Jezus de maaltijd heeft uitgekozen als een manier om dat te herinneren.
Dat laat zien hoe belangrijk dat is, als kerk!
Om samen het avondmaal te vieren, en ook samen te eten!
Wat ik ook bijzonder vind, is om te bedenken dat deze plek, met deze twee leerlingen in Emmaüs, de eerste keer was dat het avondmaal werd gevierd,
nadat Jezus uit de dood was opgestaan!
En op dat moment wordt hij aan hun zicht onttrokken.
Ze zien hem niet meer.
Maar ze weten dat hij het was.
En hun twijfel, en hun verwarring zijn weg.
Want ze hebben Jezus zelf ontmoet!
En dat is de kern van waar het om gaat in de kerk, in alles wat wij doen.
Of we nou samen uit de Bijbel lezen, of luisteren naar elkaar, of praten, of het avondmaal vieren, of samen eten.
Het gaat erom dat we Jezus mogen ontmoeten,
En dat we door de ontmoeting met Hem veranderd mogen worden,
Dat ons hart mag gaan branden door de ontmoeting met hem.
En hoe Jezus in dit verhaal met deze mensen oploopt, en naar ze luistert, geduld met ze heeft, met ze deelt, en met ze eet, dat mag ons bemoedigen.
Want zo wil Hij ook met ons meegaan.
Als predikant, én als gemeenteleden.
En we mogen Hem daarin navolgen.
Dat is precies wat kerk zijn is:
Wij zijn onderweg, met elkaar,
Zoals deze twee leerlingen,
en Jezus loopt zelf met ons op.
Dat hoop ik voor mezelf, als predikant:
Dat ik met jullie samen op mag lopen, en met de mensen in Schenkel, en in Capelle,
En dat we samen mogen ontdekken dat Jezus met ons meeloopt.
Dat we Hem mogen ontmoeten,
En dat ons hart in ons mag gaan branden.
Amen.