De gevonden vrouw
Tekst: Lukas 7:36-50
Vandaag is het de eerste zondag van de veertigdagentijd.
Een tijd waarin we toeleven naar de stille week, en naar Pasen.
Naar de kruisiging en opstanding van Jezus.
In de vroege christelijke traditie was de veertigdagentijd waarin de mensen vanuit het licht van het evangelie naar zichzelf keken,
en zich opnieuw op God richtten.
Het was een tijd van boetedoening,
en van het opnieuw bewust worden van Gods genade.
Daarom is het Bijbelverhaal dat we vanmorgen hebben gelezen,
een heel mooi verhaal om op deze zondag te lezen.
Het is een tekst over het bewust worden van onze eigen zonde, ons tekort,
en het bewust worden van de diepte Gods vergeving en genade,
als basis om vanuit te leven.
Jezus is uitgenodigd door Simon,
Om bij hem thuis te eten.
Samen eten, dat doe je om elkaar te ontmoeten.
Tijdens het eten kun je de diepste gesprekken krijgen,
in een ontspannen sfeer.
In die tijd was dat niet anders.
Al ging het er wel wat anders aan toe dan bij ons.
De gasten lagen aan aan de tafel.
En de deur bleef open.
Daar moeten wij niet aan denken met dit koude weer,
Maar in Israël was natuurlijk een heel ander klimaat.
Tijdens de maaltijd konden mensen die geïnteresseerd waren naar binnen lopen.
Zij konden op de achtergrond blijven zitten,
en luisteren naar de gesprekken.
Simon, de man door wie Jezus was uitgenodigd, was een farizeeër.
Dat was iemand die veel wist van de Joodse wetten.
iemand die een goede opleiding had gehad
en behoorde tot de religieuze top.
En hij was wel benieuwd naar deze Jezus.
Dat hij Jezus bij zich thuis uitnodigde was niet alleen hoffelijkheid.
Het betekende dat hij echt geïnteresseerd was
in wat Jezus te zeggen had.
Simon vindt zichzelf ruimdenkend, dat hij dat doet.
Maar als ze aanliggen aan de maaltijd, en met elkaar in gesprek zijn,
dan gebeurt er iets heel erg bevreemdends voor Simon,
en eigenlijk voor alle aanwezigen.
Iets wat zijn ruimdenkendheid behoorlijk op de proef stelt.
Er komt een vrouw binnen, die bekend staat als zondares.
Wat dat precies inhoudt weten we niet.
Misschien was ze een prostituee,
of was er iets anders waardoor ze deze reputatie had opgebouwd.
In ieder geval was het algemeen bekend:
met haar kon je beter niet geassocieerd worden.
Het beste was om haar op afstand te houden.
De mensen liepen met een boog om haar heen als ze haar zagen.
Deze vrouw had gehoord dat Jezus hier was.
Ze had een flesje hele kostbare olie van huis meegenomen,
En ze was achter Jezus gaan staan tijdens de maaltijd.
En dan gebeurt er iets wat niemand verwacht had.
De vrouw begint te huilen, en Jezus’ voeten worden nat door haar tranen.
Ze knielt neer achter Jezus’ voeten,
droogt ze af met haar haren.
Ze kust zijn voeten,
en smeert ze in met geurige olie.
Wij moeten er misschien niet aan denken dat iemand dat doet.
Maar het is goed om in je achterhoofd te houden dat het een hele andere cultuur was.
Het was gewoonlijk dat als een gast binnenkwam,
Zijn voeten werden gewassen.
Dat was het werk van een dienaar.
De vrouw zegt niets, maar wat ze doet, daar spreekt heel veel liefde uit.
Ze maakt zichzelf heel nederig, maar ze doet dat omdat ze weet dat deze bijzondere gast heel waardevol is.
Ondertussen is Simon met stomheid geslagen.
Hij weet niet wat hij moet zeggen.
Waarom laat Jezus dit toe?
Hij moet toch weten wie zij is? Dat zij een zondares is?
Dat zie je al aan hoe ze gekleed is!
En hij noemt zichzelf een profeet!
Voor Simon, die zichzelf heel ruimhartig vindt, gaat dit echt een grens over.
Het past gewoon niet in zijn wereldbeeld dat Jezus dit toelaat.
Deze vrouw is onrein, en door het toe te laten zet Jezus zichzelf op één lijn met haar.
(…)
Jezus voelt Simons worsteling aan.
Maar hij heeft geduld met hem, en zegt:
“Simon, ik heb je iets te zeggen”.
Simon, die zich een beetje ongemakkelijk voelt door alles wat er gebeurt, zegt: “Meester, spreek!”
En Jezus vertelt hem een gelijkenis:
over een geldschieter die twee schuldenaars had.
De een was hem vijfhonderd denarie schuldig, de ander vijftig.
Een denarie was in die tijd een geldstuk.
Het was ongeveer wat iemand per dag verdiende.
Maar zowel degene die hem vijfhonderd denarie schuldig was,
als degene die hem vijftig denarie schuldig was,
kon het niet terugbetalen.
Normaal gesproken zou een geldschieter
iemand die hem niet terug kon betalen gevangen zetten,
of als slaaf houden,
totdat hij zijn eigen geld had terugverdiend.
Maar niet deze geldschieter.
In plaats van hen te dwingen om hem te betalen, hoe dan ook,
besluit hij om hun schuld voor zijn eigen rekening te nemen.
Hij scheldt hen beide hun schuld kwijt.
En Jezus vraagt aan Simon:
Wie van de twee zal hem de meeste liefde betonen?’
Simon zegt: degene die hem 500 denarie schuldig was, natuurlijk!
Dat was meer dan een jaarloon!
Maar dan wordt het echt ongemakkelijk voor Simon.
Jezus betrekt de gelijkenis namelijk op hemzelf, en op de vrouw.
Jezus zegt de waarheid recht in zijn gezicht.
Simon had Jezus bij de binnenkomst geen water gegeven om zijn voeten te wassen.
Maar, zegt Jezus: deze vrouw heeft zijn voeten gewassen met haar tranen, en afgedroogd met haar haar.
Simon was geïnteresseerd in Jezus, wilde horen wat zijn ideeën waren.
Hij benaderde Jezus vanuit zijn verstand.
De vrouw benaderde hem met haar hele leven.
Met haar verdriet, haar bezit, haar eer.
De dingen die zij doet, laten zien hoe diep zij voelt dat Jezus haar vergeeft.
Dat Hij haar aanvaardt. Met haar verleden, zelfs met haar heden.
Met de dingen waar ze niet uitkomt.
Zij voelt zich door Jezus geliefd.
Tranen van verdriet en van vreugde zijn soms moeilijk uit elkaar te houden.
Maar haar tranen zijn tranen van vreugde.
Ze wil Jezus bedanken.
En omdat er niets is wat haar dank uit kan drukken, doet ze het op deze manier.
Het gesprek neemt een hele andere wending dan Simon van tevoren had gedacht.
In plaats daarvan voelt hij aan dat het ineens over hem zelf gaat.
Hij wordt door Jezus vergeleken met deze vrouw.
Hij dacht: ik doe Jezus een plezier door hem bij mij thuis uit te nodigen.
Door te laten merken dat ik opensta voor wat hij te zeggen heeft.
En dan komt deze vrouw, die hij niet zag staan,
en zij zet hem behoorlijk te kijk.
Niet alleen door ongevraagd zijn huis binnen te komen.
Maar ook door wat ze doet, en door de waarde van de olie. Een jaarloon!
Daarbij valt zijn ‘ruimhartigheid’ in het niet.
Jezus houdt hem een spiegel voor.
Vergeleken met deze vrouw ziet Simon zichzelf maar als een kleine zondaar.
Over het algemeen doet hij niemand tekort.
Hij geeft genoeg aan de collecte, hij denkt best wel eens om een ander.
Hij zet zich in voor zijn geloof.
Maar Jezus zegt tegen hem: je laat weinig liefde zien,
omdat je niet ziet hoe diep de vergeving is die God jou wil schenken.
In plaats daarvan oordeel je over deze vrouw,
om een goed gevoel over jezelf te houden.
Terwijl jij, net als zij, afhankelijk bent van Gods liefde.
Het is niet Jezus’ doel om Simon een schuldgevoel aan te praten.
In plaats daarvan wil hij hem de ogen openen.
Hij wil Simon laten zien dat hij niet beter is dan de vrouw, die hij als zondares ziet.
Dat Hij net zo goed afhankelijk is van Gods genade.
Genade, dat betekent ‘geschenk’.
Net zoals in het woord vergeven het werkwoord ‘geven’ zit.
Alles wat hij heeft, en wie hij is, heeft Simon ontvangen.
(…)
Dit verhaal gaat niet alleen over Simon, en over de vrouw.
Het gaat ook over onszelf.
Geloven is meer dan het juiste standpunt innemen.
Het is gevonden worden door Gods liefde.
En ons leven laten openbreken voor de nieuwe werkelijkheid waar Hij ons in zet.
God opent onze ogen voor de dingen waarin wij naar hem en naar anderen tekortschieten.
En tegelijk wil God onze ogen openen voor de diepte van zijn genade.
Van zijn liefde voor ons, die altijd dieper gaat dan onze zonde.
Het is soms moeilijk om dat te accepteren.
Dat wij net zo afhankelijk zijn van God als die vrouw.
Het liefst willen we de touwtjes in handen houden.
Soms doen we dat door te denken:
Met ons is het in elk geval niet zo erg als met hém, of met haar.
Wat Jezus tegen Simon zegt, en misschien ook wel tegen ons, is:
Geef je over. Stop met het proberen om je eigen rechtvaardigheid voor God te verdienen.
En weet je aanvaard door God. Geliefd.
In plaats van het zelf te proberen:
Laat God je vormen tot iemand die echt Rechtvaardig is.
Net als de vrouw in dit verhaal mogen wij zitten aan Jezus’ voeten,
En anderen helpen om daar ook te komen.
Het verhaal van deze vrouw laat ons iets heel belangrijks zien.
Hoe dieper wij beseffen hoe groot Gods genade en liefde voor ons is,
Des te dieper geven wij hem liefde terug.
Als onze liefde voor God koud is,
Dan kan het zijn dat dat komt doordat we zijn liefde voor ons zijn gaan zien als iets wat Hij ons verschuldigd is,
In plaats van iets dat Hij ons wil schenken.
Hoe meer je beseft hoeveel Hij ons wil schenken,
Hoe meer wij ook mogen leren om lief te hebben zoals Hij!
Net zoals de vrouw zich aanvaard wist door Jezus,
Zo mogen ook wij ons door hem aanvaard en geliefd weten.
En mogen de vreugde en de liefde van de vrouw ook onze vreugde en liefde worden.
Of we God nou veel of weinig verschuldigd zijn:
Hij zegt tegen ons: ik geef alles voor jou.
Zelfs mijn eigen zoon.
Ik heb jou lief.
Dat mag de basis zijn van ons leven.
Na het gesprek zegt Jezus tegen de vrouw:
Je zonden zijn je vergeven.
Je geloof heeft je gered. Ga in vrede.
Jezus vindt het belangrijker om deze vrouw vergeving aan te zeggen dan te letten op wat de mensen van hem denken.
En daardoor laat hij, naast zichzelf op één lijn te zetten met haar,
ook zien dat Hij op één lijn staat met God.
God geeft om de hoeren en om de tollenaars,
En hij geeft om deze vrouw,
Die misschien wel meer dan wie ook zijn liefde op waarde wist te schatten.
Hoeren en tollenaars voelden zich thuis bij Jezus, aanvaard door hem.
En dat stelt ons de vraag, als mensen die Hem volgen:
zouden zij zich ook thuis voelen bij ons?
Amen.