Laat je verrassen door Gods Geest IV – Jezus’ liefde laten zien

Tekst: Handelingen 9:8-20

Vorige week moest ik ’s avonds naar de supermarkt om even gauw iets te halen.
Ik fietste er heen, zette mijn fiets vast en ik wilde naar binnen lopen,
Toen een jonge man die daar stond mij ineens aansprak.
Heeft u misschien een kleinigheid voor mij?Ik had niets bij me, dus dat zei ik ook.
En toen ging ik naar binnen.
En daar bedacht ik me: weet je wat?
Ik koop wat voor hem.
Dus ik kocht een zak krentenbollen.
Toen ik mijn boodschappen had gehaald liep ik naar buiten, en vroeg:
kan ik je hier misschien blij mee maken?
En de man nam het aan.
Maar ik voelde me eigenlijk best wel ongemakkelijk.
Ik wist niet zeker of hij er blij mee was.
En ik wist niet zo goed wat ik verder moest zeggen.
Dus ik zei “tot ziens”, en liep maar gauw door.

Later bedacht ik me:
Waarom heb ik niet gewoon even met hem gepraat?

Ik had bijvoorbeeld kunnen vragen:
Wat heb je nodig?
Kan ik iets voor je halen?
Ik had ook aan hem kunnen vragen:
hoe is het met je?
Wat maakt dat jij hier zo staat?

En toch hield iets me tegen om dat te doen.
Omdat dat spannend voelt!
Het is buiten mijn comfortzone.
Wat als hij daar geen behoefte aan heeft, aan een praatje?
Of wat als hij boos wordt?
Of, ja, wat kan er nog meer gebeuren?
Het kost me ook iets om naar hem te luisteren.
Het kost me om even stil te blijven staan. En over mijn schroom heen te stappen.
En misschien dat als ik echt naar hem luister, dat het ook iets van mij vraagt.
Dat ik hem ergens mee kan helpen.
Op dat moment bleef ik blijkbaar liever in mijn eigen, veilige bubbel,
Met dingen waar ík me op dat moment druk over maakte.

Ik denk dat dat voor Ananias ook gold.
Dat hij ook het liefste in zijn eigen, veilige bubbel was gebleven.
Want zijn huidige situatie was bedreigend genoeg!

We weten verder niks over Ananias.
Vóór dit verhaal lezen we niets over hem, en hierná ook niet meer.
Het enige wat we van hem weten is dat hij een christen was, die in Damascus woonde.
In een tijd waarin christenen niet veilig waren.

Zo was het christelijk geloof überhaupt naar Damascus gekomen:
Damascus lag, en ligt nog steeds, in Syrië.
Net buiten Israël.

Christenen uit Jeruzalem, en uit Israël,
Waren naar plaatsen als Damascus toe gegaan omdat ze weg moesten vluchten!
Ze moesten vluchten omdat mensen als Saulus ze opspoorden, uit hun huizen sleurden, en in de gevangenis wilden gooien.
Meerdere christenen waren om het leven gebracht in Jeruzalem.

Dus zó was het christelijk geloof in Damascus gekomen:
Doordat christenen uit Israël waren weggevlucht.
Misschien was Ananias zelf vanuit Jeruzalem naar Damascus gevlucht,
Of misschien was hij een Jood die in Damascus woonde,
En was hij in Jezus gaan geloven dóór mensen die naar Damascus toe waren gevlucht.
Die hadden dus ook de verhalen meegebracht van wat Saulus in Jeruzalem had gedaan.
En het gerucht ging rond dat Saulus nu ook naar Damascus zou komen,
Om daar christenen op te sporen, gevangen te nemen en mee te nemen naar Jeruzalem, waar ze berecht zouden worden.
Dat moet voor veel angst en onrust hebben gezorgd.
Misschien dat de christenen uit Damascus zich zelfs al aan het voorbereiden waren om verder te vluchten.
Of ze doken onder.
Of ze hielden stil voor hun omgeving dat ze in Jezus geloofden.

Om dus zelf bij Saulus aan te gaan kloppen,
en aan te bieden om met hem te gaan bidden,
dat was wel het laatste wat op dat moment in Ananias op zou zijn gekomen.

En dan krijgt hij een visioen, een droom.
Ananias hoort de stem van Jezus, die hem bij zijn naam noemt.
Het doet denken aan het verhaal van Samuël, uit het Oude Testament,
Die ook bij zijn naam wordt geroepen.
En Ananias’ antwoord lijkt ook op dat van Samuël.
Als Jezus zijn naam roept, zegt hij: ‘Ik luister, Heer’.

En dan komt het:
Ananias krijgt van Jezus de opdracht om Saulus op te zoeken.
Hij krijgt het adres waar Saulus verblijft, en de opdracht:
ga er maar naartoe, en bid voor hem!
Hij weet dat jij naar hem toe komt, en hem de handen oplegt.

Maar ja, Ananias weet heel goed wie Saulus is, en wat hij heeft gedaan.
En Ananias wéét dat Saulus naar Damascus is gekomen om mensen die in Jezus geloven te arresteren.

Moet ik naar hém toe gaan?
U weet toch wat hij heeft gedaan?
U weet toch waarom hij hier is?

En toch zegt Jezus: ga!

Hij laat Ananias ook iets zien van zijn beweegredenen.
Die Saulus, waar jij zo bang voor bent,
Die heb ik uitgekozen.
Hij moet over mij vertellen.
Niet alleen bij de mensen uit Israël, maar bij mensen uit alle volken.
Hij zal zelf worden vervolgd.
Hij zal zelf moeten lijden omdat hij in mij gelooft.

Ik heb Saulus uitgekozen.
Gelukkig maar, dat wij daar niet over gaan, wie God uitkiest.
God doet precies het tegenovergestelde van wat iedereen verwacht:
Hij kiest Saulus uit, een Joodse hardliner,
Om aan mensen die niet Joods zijn over Jezus te vertellen!

En dat klinkt heel mooi,
Maar voor Ananias moet dat natuurlijk hebben gevoeld als een enorme gok,
Om naar Saulus toe te gaan.
Daar heb je wel wat vertrouwen voor nodig!
Om iemand op te zoeken van wie je weet dat hij jou naar het leven staat,
Met de opdracht om voor hem te bidden.
Dan kan je wel de stem van Jezus hebben gehoord,
die zegt dat je moet gaan, en dat het goed is,
maar dan nog is gaan ontzettend moeilijk.
Het is geen opdracht om jaloers op te worden.

Ik weet niet of ik het had gedurfd.
Maar Ananias gáát!
Het is niet dat hij niet bang is!
Maar hij gaat, met zijn angst onder de arm.

Hij verlaat zijn eigen, veilige bubbel.
Hij gaat naar het huis toe,
Zijn hart klopt in zijn keel,
Hij klopt aan, en wordt binnengelaten.

Hoe zou Saulus erbij hebben gezeten?
Hij kan niet zien, hij heeft dagen niet gegeten en gedronken.
Ananias ziet hem, loopt naar hem toe en legt zijn handen op zijn hoofd om voor hem te bidden.

En dan komt het mooiste uit dit Bijbelgedeelte, vind ik persoonlijk:
Dat is hoe Ananias zijn gebed begint.
Saul, broeder.
Ananias noemt Saulus bij zijn naam, en hij noemt hem ‘broeder’.

Daar kan ik kippenvel van krijgen!
Dat Ananias Saulus zijn broeder noemt.
Na alles wat Saulus hem en de anderen die in Jezus geloofden aan wilde doen,
Noemt Ananias hem broeder.

En hij bidt voor hem, dat hij weer mag gaan zien.

Daar zit iets heel symbolisch in:
Dat Saulus, nadat hij zelf de stem van Jezus hoorde, eerst blind was.
Misschien dat hij tijd nodig had om het te verwerken,
En dat Ananias nu bidt dat hij mag zien.
Letterlijk, maar ook figuurlijk.
Dat Saulus stopt met zich verzetten tegen Jezus.
En Hem gaat zien voor wie Hij is: de zoon van God!

Eigenlijk heeft Saulus in dit hele verhaal niet op één, maar op twee momenten een ontmoeting met Jezus!
Die eerste is het meest bekend.
Als hij door een licht omstraald wordt, en de stem van Jezus hoort,
Die zegt: Saul, waarom vervolg je Mij?

Maar dít is het tweede moment.
Als Ananias bij Saulus komt, en voor hem bidt.
En zijn ogen open gaan,
En hij gaat zien.
En hij laat zich dopen.
Die eerste ontmoeting is heel confronterend.
Die tweede ontmoeting is heel liefdevol, en genadig.
Saulus mag opnieuw beginnen.
Misschien dat Ananias ook met hem deelde wat hij van Jezus had gehoord:
Dat Jezus Saulus had uitgekozen om mensen uit alle volken over Hem te vertellen.

En dat is waar ik vandaag ook met jullie bij wil stilstaan;
Jezus spreekt eerst rechtstreeks tegen Saulus,
En dán ontmoet Saulus Jezus nóg een keer, maar dan door Ananias heen.

We hebben het deze periode over dat we ons mogen laten verrassen door Gods Geest.
Dan kan je denken aan hele bijzondere dingen.
Daar staat het boek Handelingen vol mee!
Ook in dit Bijbelverhaal.
We lezen over een licht uit de hemel, over de stem van Jezus, over een visioen.

Maar daarnaast gebeuren er ook hele ‘gewone’ dingen.
Zoals Ananias, die door Jezus op pad wordt gestuurd om voor Saulus te bidden.
Die door Hem wordt ingeschakeld.

En Ananias was echt niet zo’n bijzondere man.
We horen verder nooit over hem.
Hij was niet een van de apostelen.
Of één van de leiders van de kerk.
Hij was gewoon iemand die in Jezus geloofde.

En hij wordt door Jezus uitgedaagd om buiten zijn bubbel te gaan, buiten zijn comfortzone,
Om zich heel kwetsbaar op te stellen,
En om aan Saulus iets van Jezus’ liefde te laten zien.
Om gewoon zijn handen op zijn hoofd te leggen, en voor hem te bidden.

Ananias heeft niet eens van Jezus gehoord wát hij moet bidden.
Hij bidt gewoon wat er in hem opkomt.
Dat hij Saulus broeder noemt, dat doet hij uit zichzelf.
En hij bidt niet dat Saulus mag genezen, maar dat hij wordt vervuld met de heilige Geest.
Hij deelt zijn eigen geloof met Saulus.
Dat hij gelooft dat Jezus liefdevol is, en genadig.
En dat Hij met zijn Geest in Saulus wil wonen.

En dat is genoeg.
Dan gaan Saulus’ ogen letterlijk en figuurlijk open.

Het is misschien wel één van de wonderlijkste verhalen uit de Bijbel,
Hoe het leven van Saulus in een paar dagen zó drastisch omdraait!

Maar dat het zo wonderlijk is, dat kan het verhaal voor ons op afstand plaatsen.
Terwijl het ook een heel ‘gewoon’ verhaal is.
Over Ananias, die naar Saulus toe gaat om voor hem te bidden.
Jezus werkt niet alleen door wonderen en visioenen heen,
Maar ook door Ananias heen.
Ananias wordt door Jezus ingeschakeld.

En dat zegt ontzettend veel!
Want dat zegt iets over hoe Jezus ook jou in wil schakelen.
Hoe Hij door jou heen wil werken.
Hoe Hij door jou heen grenzen wil doorbreken,
En zijn liefde wil laten zien aan mensen om je heen.

De kerk wordt wel eens ‘het lichaam van Christus’ genoemd.
Dat beeld ken je misschien wel.
Paulus, zo heet Saulus later, die schrijft daar zelf over.
Dat de kerk is als een lichaam:
Jezus is het hoofd, en wij zijn Zijn handen en voeten en oren en ogen.
Die tekst van Paulus gaat over dat iedereen zijn eigen plek heeft, ín dat lichaam.

Maar in dít verhaal gaat het nog een laagje dieper,
omdat het hier gaat over wát het betekent om het lichaam van Christus te zijn.
Dat betekent dat wij letterlijk zijn handen en voeten mogen zijn.
Zoals Ananias zijn handen op het hoofd van Saulus legt om voor hem te bidden.
Dat wij als Christus mogen zijn, als Jezus mogen zijn,
voor elkaar, en voor de mensen om ons heen.

Dat betekent heel concreet dat geloof niet alleen maar werkt via hele bijzondere dingen, zoals stemmen en visioenen en wonderen,
Maar dat geloof ook werkt doordat je om je heen iets van de liefde van Jezus mag laten zien.

Dat aan de ene kant, en aan de andere kant ook dat je het mag ontvangen!

Je kan jezelf de vraag stellen:
Voor wie ben ik als Jezus geweest?
Wie laat ik de liefde van Jezus zien?

Maar andersom kan je jezelf ook de vraag stellen:
Wie is voor mij als Jezus geweest?
Wie heeft aan mij de liefde van Jezus laten zien?

Ananias wordt door Jezus geroepen om dat te doen.
Om gewoon naar Saulus toe te gaan, en voor hem te bidden.

Net zo worden wij allemaal door Jezus geroepen,
Om elkaar en de mensen om ons heen iets van Zijn liefde te laten zien.
En om dat in elkaar te ontvangen.

De heilige Geest werkt niet alleen door bijzondere dingen heen,
Maar ook gewoon door de mensen die Hij op je pad brengt.
En door jou op het pad van anderen te brengen.

Het verhaal van Ananias laat ook iets zien van wat dat van jou kan vragen!

-Het eerste wat het van je vraagt, is dat je durft te luisteren naar de stem van Jezus.
Ik weet niet of je dat herkent: dat je bidt,
en dat je dan ineens aan iets of iemand moest denken.
Ik heb dat wel eens.
En in plaats van dat ik dan denk:
Oh, ik ben afgeleid,
Probeer ik daar ook naar te luisteren.
Want het kan zomaar dat God iets of iemand bij jou onder de aandacht brengt.

Luisteren naar de stem van Jezus, is ook beschikbaar zijn.
Een paar weken terug sprak ik iemand, die zei dat hij sinds kort met pensioen is.
En nu moet hij zijn dagen weer opnieuw invullen.
En hij zei tegen mij dat hij nu elke dag aan het begin van de dag bidt:
Heer, wilt U mijn dag invullen.
Natuurlijk is zijn agenda niet leeg.
Maar hij legt zijn dag bij God neer. Hij wil beschikbaar zijn.

Zo eenvoudig kan het zijn!
Gewoon bidden, aan het begin van de dag:
wilt U door mij heen werken,
Wilt U mensen op mijn pad brengen?
Wilt U mij leiden?

-Als je mensen om je heen Jezus liefde wilt laten zien,
Dat kan ook van je vragen dat je je kwetsbaar durft op te stellen.

Als je kijkt naar Ananias: het wás best wel kwetsbaar wat hij moest doen.
In feite vroeg Jezus van hem om zichzelf op het spel te zetten.
Dat is nogal wat!
Ik denk dat hij het hart in de keel had toen hij bij Saulus aanklopte.
Hij moest echt wel een drempel over!

Als ik dan denk aan die man die bij de supermarkt stond, waar ik niet mee durfde te praten:
Daar voelde ik ook een drempel.
En dan gaat het alleen nog maar om de vraag: hoe is het met je?
Laat staan dat je het met iemand echt over je geloof hebt?
Helemaal iemand buiten je eigen bubbel.
In mijn ervaring moet je soms zelfs al met mensen die zelf ook geloven een drempel over om het echt over je geloof te hebben.
Dat kan heel kwetsbaar voelen, om te laten zien wat er in je hart leeft.

En tegelijk zijn dát de mooiste gesprekken, als je dat toch durft.

Zoals Ananias tóch naar Saulus toe durft te gaan, en voor Saulus gaat bidden.
Ananias vónd het spannend om naar Saulus toe te gaan.
En toch deed hij het.
Hij gaat in vertrouwen, maar dat betekent niet dat hij niet bang was:
Hij gaat mét de angst, mét de tegenzin onder zijn arm.

-Het derde wat het van je vraagt als je de liefde van Jezus wil laten zien,
is om de mensen om je heen lief te hebben.
Zoals Ananias Saulus aanspreekt:
Saulus, broeder.
En hij bidt voor hem.
Hij laat de liefde van Jezus aan Saulus zien door hem zelf lief te hebben,
Door hem ‘broeder’ te noemen, ondanks alles wat Saulus had gedaan.

Moet je voorstellen wat dat met Saulus deed!
Die al dagen inzat over wat Jezus had gezegd: Saul, waarom vervolg je Mij?
Die na was gaan denken over wat hij al die mensen had aangedaan.
Maar dan komt Ananias binnen, en ondanks alles noemt hij hem ‘broeder’.
En mag Saulus zich laten dopen, en mag hij opnieuw beginnen.

Ananias wordt ingeschakeld door Jezus.
Hij mag, in dit verhaal, een klein schakeltje zijn.

Omdat hij durft te luisteren naar de stem van Jezus.
Omdat hij gaat, ondanks zijn angst.
En omdat hij Saulus lief heeft.

Zo is hij de handen en voeten van Jezus.
Wie is dat voor jou geweest?
En voor wie ben jij dat?
Amen

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *