Wij hebben een hogepriester in de hemel

Hebreeën 4:14-16

Ik heb een hele goede vriend, Joël, met wie ik best wel vaak bel.
We wonen niet heel dicht bij elkaar: hij woont in Friesland, 2 uur rijden hier vandaan.
Maar daarom spreken we elkaar vaak aan de telefoon.
Dat doen we al een hele tijd, al jaren,
En eigenlijk kunnen we alles wel met elkaar delen.
Dingen waar we blij mee zijn, of waar we over in zitten.
Dingen die we spannend vinden, of waar we ons zorgen over maken.
Ook hoe het gaat op ons werk, in de kerken waar we allebei in werken.
En wat ik zelf heel mooi vind, is dat we aan het eind van die gesprekken vaak met elkaar, en vooral vóór elkaar bidden.
Want ik weet niet hoe jullie dat ervaren,
Maar zelf vind ik het heel anders als iemand anders voor mij bidt,
dan als ik bid voor mezelf.
Dat doe ik natuurlijk ook!
Maar als iemand anders voor me bidt,
Dan voel ik me daardoor gedragen.
Door iemand die mij, en de dingen die mij bezig houden, bij God brengt.
Zeker als dat een goede vriend is, die mij goed kent.

De Bijbeltekst die we vandaag met Hemelvaart hebben gelezen,
Gaat daar eigenlijk ook over.
Hij gaat erover dat wij iemand hebben die op elk moment voor ons bidt.
Die ons op elk moment bij God brengt.
En dát is Jezus!

Het is een ander Bijbelgedeelte dan we meestal met Hemelvaart lezen.
Anders lezen we vaak het gedeelte dat gaat over hoe Jezus in de hemel wordt opgenomen, en wat hij op dat moment tegen zijn leerlingen zegt:
Wacht in Jeruzalem tot de heilige Geest over jullie komt.
Dan zullen jullie kracht ontvangen om mijn getuigen te zijn.
Waarom ik deze tekst, uit Hebreeën, vandaag met jullie heb gelezen,
Is omdat deze Bijbeltekst iets zegt over waaróm Jezus naar de hemel is gegaan.
Over wat Jezus daar voor ons dóet!

Want je kán er zo naar kijken:
Met Kerst vieren we dat Jezus werd geboren.
Dat de zoon van God méns werd.
Op Goede Vrijdag staan we stil bij dat Jezus voor ons stierf.
Met Pasen vieren we dat Jezus opstond uit de dood.
En Hemelvaart, 40 dagen na Pasen, is het moment waarop Jezus zegt:
Mijn taak zit erop. Het is nu aan jullie.
Ik ga naar mijn Vader in de hemel.
Jullie moeten nu de mensen over Mij vertellen.
Zo kán je ernaar kijken.

Alleen Jezus zegt nérgens:
Mijn taak zit erop.
Jullie moeten nu het stokje overnemen.

Jezus zegt: wacht tot jullie met kracht bekleed worden.
Wacht tot de heilige Geest over jullie komt.

En dat heeft álles te maken met die Bijbeltekst die we hebben gelezen.
Jezus gaat naar de hemel, om daar verder te gaan met wat Hij op aarde deed.
Jezus gaat naar de hemel, om voor ons te bidden.
Om aan God de Vader te vragen om ons de heilige Geest te geven.

Maar waarom is dat nodig? Dat Jezus voor ons bidt tot de Vader?
Wat maakt dat uit voor ons?

Om dat te begrijpen helpt het beeld van de hogepriester, dat in deze Bijbeltekst wordt gebruikt.

Ik kan me voorstellen, als je deze tekst voor het eerst leest, dat je denkt:
Wat staat hier nou eigenlijk?
Het gaat over een hogepriester.
En de meesten van ons zullen daar niet echt een beeld bij hebben.
Terwijl in de tijd van de Bijbel het beeld dat in deze tekst wordt gebruikt heel bekend was.
Een hogepriester, dat was in de tijd van de Bijbel de belangrijkste priester.
Een soort paus.

Weet je hoe een hogepriester eruit zag?
Een hogepriester zag eruit als elke andere priester.
Hij had gewone priesterkleren aan.
Maar daar overheen had hij een speciaal gewaad aan,
dat alleen de hogepriester droeg.
En hij had een ketting om. Met twaalf stenen.
Die twaalf stenen stonden symbool voor de twaalf stammen van Israël.
Die stenen vertellen iets over de rol van de hogepriester:
De taak van de hogepriester was dat hij het volk moest vertegenwoordigen voor God.

Aäron, de broer van Mozes, was de eerste hogepriester in de Bijbel.
Mozes leidde het volk Israël door de woestijn.
In de woestijn hadden de Israëlieten nog geen tempel,
maar ze hadden een tent gebouwd,
als teken dat God met ze meeging.

Die tent was de plek waar God woonde. Waar God aanwezig was.
En in die tent, achter een gordijn, in het heilige der heiligen,
stond de ark van het verbond, met de tien geboden.
Alleen de hogepriester mocht daar één keer per jaar komen,
om een offer te brengen aan God.

En later, toen de Joodse tempel was gebouwd, was dat hetzelfde.
Het binnenste van de tempel was het heilige der heiligen,
En alleen de hogepriester mocht daar komen.

De hogepriester moest dan eerst zeven dagen vasten,
hij mocht zeven dagen niet eten.
en als hij naar binnen ging,
moest hij beginnen door een offer voor zichzelf te brengen.
Om zichzelf met God te verzoenen.
Verzoenen, dat doe je als je een ruzie hebt gehad,
Dan verzoen je je weer met elkaar.
Dan maak je het weer goed met elkaar.
Dat betekent het hier eigenlijk ook:
dat je het weer goed maakt tussen jou en God.
Je vraagt aan God om weg te nemen wat tussen jou en Hem instaat.

Die hogepriester bracht eerst zo’n offer voor zichzelf,
En daarna bracht hij een offer voor het hele volk.
Om alle mensen met God te verzoenen.
Om het voor alle mensen goed te maken met God.
En dan ging hij naar buiten, en gaf hij het volk Gods zegen.

Alleen de hogepriester mocht dat doen.
De hogepriester stond tussen God en de mensen in.
Hij bemiddelde. Hij was een soort tussenpersoon.

Elk jaar deed hij dat opnieuw.
Elk jaar kwam het volk naar de tempel, en ging de hogepriester – voor hen – de tempel binnen om een offer te brengen, om het goed te maken met God.

Dat is het beeld van de hogepriester,
dat de mensen in het achterhoofd hadden als ze in die tijd de tekst lazen uit het Bijbelboek Hebreeën, die we net met elkaar hebben gelezen.
Elk jaar zagen ze hoe de hogepriester het heilige der heiligen binnen ging, om daar voor hen het offer te brengen,
En vervolgens zagen ze hoe hij weer naar buiten kwam om ze te zegenen.

In Hebreeën gebruikt de schrijver dat voor de mensen van toen bekende beeld van de hogepriester,
Om uit te leggen wat Jezus in de hemel voor ons doet.

Het heilige der heiligen in de tempel, dat was een plek waar je als gewoon mens niet mocht komen.
Want een gewoon mens mocht niet in de nabijheid van God komen.
Omdat God te groot is, te heilig.

Maar met Hemelvaart vieren wij dat Jezus is verhoogd.
Dat Jezus in de hemel is, bij de troon van God.
Als het heilige der heiligen al een heilige plek is,
Dan is de troon van God in de hemel dat helemaal.
Maar Jezus is daar, bij de Vader,
En hij bidt voor ons.
Hij brengt ons bij God,
Zoals een hogepriester bidt voor het volk.

En dat betekent twee dingen.
Het eerste is dat wij iemand hebben, in de hemel, Jezus,
die op elk moment voor ons bidt.
Iemand die ons door en door kent.
Iemand die zo van ons houdt, dat Hij zijn leven voor ons heeft gegeven.
Iemand die ons vol liefde aanprijst bij God, de Vader.
En die weet wat wij moeilijk vinden.
Die weet waar wij verdriet om hebben.
Die weet waar wij vastlopen.
Die weet waar wij falen.

Daar mag je je door gedragen weten!
Door dat je mag weten dat Jezus in de hemel ons, jou, op elk moment bij God de Vader brengt.

Het tweede wat dat betekent,
Is dat door Jezus wij zelf bij God de Vader mogen komen.
Wij hebben geen hogepriester meer nodig,
Iemand die het heilige der heiligen binnen gaat,
die eerst een offer brengt voor zichzelf,
en dan voor ons.

Wij mogen zelf rechtstreeks, met alles wat ons bezighoudt, met alles wat ons dwars zit, bij God komen. Bij Gods troon komen.
Zonder schroom. We hoeven ons niet te klein te voelen.
We hoeven ons niet tegen te laten houden,
Doordat er iets tussen God en ons in zou kunnen staan.
Want Jezus heeft dat voor ons weggenomen.
Alles mogen we tegen God zeggen.
Alles mogen we aan God vragen.
We hoeven nooit te denken:
God zal wel met hele andere dingen bezig zijn, mijn zorgen niet zo belangrijk.
Want jij mag met je zorgen bij God komen.

In deze Bijbeltekst staat:
Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen.

In die éne zin worden ook weer twee dingen gezegd:
We mogen rechtstreeks bij de troon van God komen,
En die God is een genadige God:
Hij kijkt naar ons met goedheid en met liefde.
Wij mogen bij hem komen, zonder angst.

Laten we dus zonder schroom de troon van Gods genade naderen,
waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.

Het is een Bijbeltekst waar je in eerste instantie misschien van denkt: wat móet ik daarmee?
Maar als je hem goed leest, dan is het zo bemoedigend,
Dan mag je je er zó door gedragen weten.

Hemelvaart is een bijzonder feest.
Het ís ook echt een feest.
Want we mogen vieren dat Jezus door God is verhoogd.
Jezus is naar het hart van de hemel gegaan, naar de troon van de Vader zelf,
Om voor ons te bidden.
Om ons bij God te brengen.

En daarom mogen wij, zonder angst,
zelf bij God komen,
Met alles wie we zijn,
Met alles wat ons bezighoudt.
Amen

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *