Laat je verrassen door Gods Geest I – Wat is Uw plan?

Tekst: Efeziërs 3:14-21; Handelingen 16:6-10

Geliefde gemeente van Jezus Christus,

In mijn vorige gemeente zat ik een keer een middag lang achter mijn computer te werken aan een dienst.
Maar hoe ik ook probeerde: er kwam niks uit mijn vingers.
Het was enorm frustrerend!
Op een gegeven moment dacht ik: ik ben er klaar mee.
Ik stap op mijn fiets, en ga naar buiten.

Ik had geen plan waar ik naartoe wilde gaan.
Maar al fietsend kwam ik bij het volgende dorpje aan.
Ik besloot dat ik even langs het kerkje wilde fietsen.
En toen ik daar aankwam zag ik de deur openstaan.
Ik zette mijn fiets neer, en liep naar binnen.

Het was zo’n oud middeleeuws kerkje, met prachtige glas-in-loodramen.
Het kerkje van Losdorp.
Het was er heel stil.
Ik ging zitten in een van de banken, en begon te bidden.
God, het lukt me niet zo vandaag.

Wat was het fijn om daar gewoon even te zijn, in de stilte, bij God!
Toen ik naar buiten liep voelde ik me tot rust gekomen.

En ik was nog náuwelijks buiten, of ik liep een man tegen het lijf. Ik kende hem niet. “Ben je even in de kerk geweest?”, vroeg hij.
Al pratend kwamen we erop dat ik predikant was.
Hij vertelde dat hij ook geloofde.
Ik ben toen met hem meegegaan,
en we hadden samen een ontzettend mooi gesprek.
En toen ben ik weer naar huis gegaan.
Mijn middag was heel anders gelopen dan ik had gedacht.
Maar goed anders!

In mijn ervaring zijn zulke momenten,
waarop ík denk: “ik kan het niet meer”, of “ik weet het niet meer”,
de momenten waarop de mooiste dingen gebeuren.

Ik was student, en ik moest catechisatie geven.
Maar ik voelde me heel moe, en echt niet lekker.
“Zal ik het afzeggen”, dacht ik.
Maar het was een lange reis, en ik was er al bijna, toen ik dat bedacht.
Op de foto zie je het station van Nijverdal, waar ik op dat moment was.
Ik dacht: neem ik de trein terug, of ga ik?
Ik besloot om toch te gaan.
Ik had het slecht voorbereid, en ik bereidde me voor op één van de minst geslaagde avonden van het seizoen.
En toen bad ik: “God, ik weet het niet meer, wilt U me helpen?”
En het was niet de minste, maar de mooiste avond van het seizoen!
We hadden een prachtig gesprek over gebed,
wat ik niet had gepland, en de jongeren waren heel open!

Voor mij zijn dat hele leerzame momenten geweest.
Momenten waarop ik bad: “God, ik weet het niet meer.”
Alsof dat voor God het signaal was waarop Hij zei:
“Eindelijk. Laat mij het nu maar doen.”

Het is ook wel confronterend!
Want hoe vaak zijn we in de kerk niet keihard aan het werk,
zijn wij het wél heel hard zélf aan het proberen, op eigen kracht?
Omdat we het gevoel hebben dat wij de kerk moeten redden!
Omdat we het gevoel hebben, onbewust, dat God niet zonder ons kan!

Terwijl het precies andersom is: wij kunnen niet zonder God!

Ik vind het mede daarom zo’n mooie tekst, uit de brief van Paulus aan de Efeziërs,
die we hebben gelezen.

In mijn ogen gaat die tekst over wat kerk zijn is:
het is dat Christus woont in ons hart,
en we samen, met elkaar, de lengte, de breedte, de hoogte en de diepte van Zijn liefde mogen ontdekken!

Ik weet nog dat ik als tiener voor het eerst deze tekst las, en dat hij mij meteen aansprak!
Er zit iets in van verwondering:
Van dat het ons gewoon niet lukt om te omvatten hoe groot Gods liefde is!
Dat we elkaar nodig hebben om daar een glim van op te vangen!
Om daar oog voor te hebben.
Kijk!
Laat je verrassen!

Want in deze tekst gaat het over wat Gód doet,
en niet over wat wij doen.
Het gaat over wat God aan ons wil geven!
Wij knielen voor God, dat is alles wat wij doen:
God vult ons met kracht en sterkte, door zijn Geest.
Hij laat Jezus wonen in ons hart.
Hij laat ons onszelf verwonderen over hem.

Er staat wat het is dat we hier doen, in de kerk:
niet: de boel redden, of fixen,
maar: geworteld en gegrondvest blijven in de liefde van Jezus.

Geworteld: zoals een boom diepe wortels heeft, waar hij uit put.
Zelfs als het droog is, reiken die wortels heel diep in de grond naar waar de boom wél water kan krijgen.

Gegrondvest: zoals een gebouw niet zonder een goed fundament kan!
Zelfs als het schudt, of stormt, blijft het stevig staan.

Dat is wat we hier doen: ons uitstrekken naar God, bouwen op Hem.
Weten dat Híj het is die óns draagt, en niet andersom.

En: wij mogen ons door God laten verrassen!
Want God doet oneindig veel meer dan wij ooit kunnen vragen, of kunnen denken!

Ik zou het hier in de kerk eens aan jullie willen vragen:
Wanneer heeft God, wanneer heeft de heilige Geest jou verrast?
Wanneer ging iets heel anders dan jij had kunnen bedenken, maar op een goede manier, en zag je daar achteraf de hand van God in?

Dat is het jaarthema van de PKN:
Kijk!
Heb daar oog voor!
Laat je verrassen door wat de Geest doet!

Ik weet niet of je erbij was met Pinksteren.
Toen hebben we het daarover gehad:
Veel mensen vinden de heilige Geest moeilijk. En ongrijpbaar.

Maar dat is een beeld van de heilige Geest dat niet klopt.
De heilige Geest is juist heel concreet.
De heilige Geest is hoe God op elk moment bij ons is.

De heilige Geest is hoe God door ons heen werkt, en om ons heen werkt!
En dat kan door hele grote, bijzondere dingen heen,
zoals de wonderen waar je over leest in de Bijbel.
Maar dat kan ook in hele kleine, gewone dingen.
Die je misschien maar nauwelijks opmerkt.

En de kunst is om daar voor open te staan.
En om dat te durven herkennen.

Daar heb je elkaar ook wel eens voor nodig, om dat te herkennen!
Zoals dat plaatje van het konijn, dat ook een eend kan zijn:
Als je alleen zelf kijkt, zie je alleen een konijn, of een eend.
En als je erop gewezen wordt, zie je wat je eerst zelf niet zag.

Ik hoor best vaak mensen iets vertellen wat ze hebben meegemaakt,
en dan zeggen ze:
Dat was héél toevallig!
En dan hoor je iemand anders vragen:
Was het toevallig? Of zat er meer achter?

Het is mooi om daar oog voor te hebben: wat de Geest doet.
Maar het is niet altijd mákkelijk om daar oog voor te hebben!
Dat laat de tweede Bijbeltekst die we hebben gelezen heel mooi zien.

We hebben gelezen in het Bijbelboek Handelingen over Paulus.
Paulus was één van de eerste gelovigen.
Hij had een bijzondere ervaring meegemaakt, waarin hij Jezus had ontmoet,
En sindsdien trok hij overal rond om over Jezus te vertellen.

En hij is hier net begonnen aan een nieuwe ronde.
Paulus heeft net een paar steden bezocht, Lystra en Ikonium,
waar hij al eerder is geweest, en waar kleine kerken zijn ontstaan.

En: hij heeft een plan.
Vanaf die steden wil hij verder trekken naar een gebied waar hij nog niet eerder is geweest, om daar mensen over Jezus te vertellen.
Paulus wil naar Asia.
Dat was niet het werelddeel Azië, maar Asia, zo heette in die tijd de kust van het huidige Turkije.

Het voelde logisch om die kant op te gaan.
Dat was waar Paulus de komende jaren rond zou gaan trekken, van stad naar stad.
Maar zijn plan gaat niet door.
De heilige Geest ‘houdt ze tegen’ om naar Asia te gaan om daar over Jezus te vertellen.
Er staat niet hoe.
Misschien dat de heilige Geest het tegen Paulus zei, bijvoorbeeld in een droom, zoals later in hetzelfde verhaal.
Of dat ze samen aan het bidden waren, en dat God het aan ze liet zien.
Maar het kan ook dat het op de één of andere manier gewoon niet lukte.
Dat ze werden tegengehouden door de omstandigheden.

In elk geval: nu moeten ze hun plan omgooien.
In plaats van langs de kust verder te gaan, trekken ze landinwaarts, Turkije in.
Zonder eigenlijk te weten wat ze daar moesten doen!
Waar ze uiteindelijk heen zouden gaan!

En, even belangrijk om te bedenken:
het staat hier allemaal in een paar verzen,
alsof het allemaal in een dag gebeurde,
maar het gaat om honderden kilometers die ze te voet moesten reizen.
Hun reis heeft weken geduurd.
En ze hadden geen idee waar ze naartoe onderweg waren!

Dat moet moeilijk zijn geweest.
Onderweg hebben ze vast gedacht:
wat is hier nou weer Gods bedoeling mee?
Hoe moeten we dit duiden?
Hebben we het wel goed begrepen?

Op een gegeven moment dachten ze:
we moeten toch een richting kiezen.
Laten we maar verder naar het Noorden gaan, richting de Zwarte zee.

Maar op het momént dat ze dat doen,
dat ze wéér zelf hun richting willen bepalen,
staat er alweer: de Geest van Jezus stond het ze niet toe.

Nu hebben ze nog maar één optie:
en dat is naar het Westen, naar de kuststad Troas.
En dat is gek: want de heilige Geest wilde toch niet dat ze naar de kust zouden gaan?
Ze waren helemaal om die streek heen getrokken,
en nou moesten ze er toch weer naartoe.

Ze kwamen daar, en zullen wel helemaal in de war zijn geweest.
Wat doen we hier? Welke kant moeten we op?
Hebben we nou dat hele eind voor niks gelopen?
De heilige Geest wilde toch niet dat wij híer naartoe zouden gaan om over Jezus te vertellen?

En pas als ze het helemaal niet meer weten, dan gebeurt het.
In die nacht krijgt Paulus een droom.
Hij ziet een man, uit Macedonië! Uit Noord-Griekenland!
Aan de andere kant van de zee, in een gebied waar Paulus nog nooit is geweest,
En waarvan hij nooit heeft gedacht: daar moeten we naartoe.

“Kom naar ons toe en help ons”, zegt de man in zijn droom.
Dát is wat God van ze wil.
Hij wil dat ze niet in Turkije blijven.
Hij wil dat ze naar Griekenland gaan.
Naar Europa!

Wekenlang hebben ze gewandeld en gewacht,
en zijn ze in verwarring geweest,
en ze wisten niet wat ze moesten.
En ineens zien ze het.
Ineens laat God het aan ze zien.

Wat deze tekst aan óns laat zien is dat het voor Paulus en zijn metgezellen eerst helemaal niet zo duidelijk was wat de heilige Geest nou aan het doen was.
Wat de heilige Geest van ze vroeg.
En dat moet best heel moeilijk zijn geweest!

En toch probeerden ze daarnaar te luisteren.
Zelfs als dat van ze vroeg om hun eigen plannen aan de kant te schuiven,
Wekenlang hebben ze gereisd, zonder te weten waar naartoe,
zonder te begrijpen waarom ze hierheen moesten.

En pas helemaal aan het einde van hun reis werd duidelijk wat de Geest wél aan het doen was.
Wat de heilige Geest van hén vroeg.
En dat dat iets heel anders was dan ze zelf ooit hadden kunnen bedenken!

De heilige Geest wilde dat ze naar een gebied gingen waar nog bijna niemand op dat moment van Jezus had gehoord.

Hun plan was geen verkeerd plan!
Alleen God had iets voor ogen dat veel groter was dan zij hadden kunnen bedenken.

Als dit verhaal één ding laat zien, dan is het wel dat luisteren naar de heilige Geest best wel rommelig kan zijn.
En op momenten frustrerend!

Het heeft heel veel te maken met weten dat je niet alles onder controle kunt houden.
Met zeggen: “God, ik weet het niet meer. Wilt U het doen?”

Je staat met lege handen. Maar lege handen zijn ook open handen!

Ergens is dit een moeilijk verhaal.
Maar dat is ook wel eerlijk.
Want het ís niet altijd zo makkelijk aan te wijzen:
Dát is de heilige Geest aan het doen!
Dáár moeten we heen!
Dat zou heel fijn zijn!
Op momenten zal het eerder voelen alsof je nergens heen gaat.

Maar het is óók een heel bemoedigend verhaal,
Juist omdat het zo herkenbaar kan zijn:
Paulus en zijn metgezellen hadden een plan.
En toen dat niet lukte, maakten ze een nieuw plan.
Totdat ze éindelijk tegen God zeiden:
Wij weten het niet meer.
Wat is Uw plan?

Ze moesten eerst tegen een paar dichte deuren aanlopen.
Blijkbaar hoort dat erbij!
Blijkbaar moeten wij dat ook leren, in ons geloof:
Dat onze plannen niet Gods plannen zijn!

Maar het is bemoedigend,
omdat al die dichte deuren uiteindelijk naar iets heel moois leiden.

Ik wil jou, en ons, uitdagen om ook een beetje meer zo te gaan leven.
Om tegen God te durven zeggen:
“Ik weet het niet meer. Maar wat wilt U? Wat vraagt U van mij?”
En dan, in plaats van zelf maar weer te gaan redderen en fixen:
Je ogen open te houden voor wat God doet.
Voor wat God van je vraagt.
En: voor dát Híj het doet.

Een mooi thema om dit jaar mee aan de slag te gaan!
Kijk! Laat je verrassen door het werk van Gods Geest.

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *