Jozef 4: Leven van genoeg

Genesis 41: 14-36
Genesis 41: 37-40, 45-57

Lieve mensen,

Ik zou een stukje voor willen lezen uit een krantenbericht dat ik deze week las.

De wereld staat ‘op de rand van een onomkeerbare klimaatramp’, waarschuwt een coalitie van ruim 15 duizend wetenschappers, afkomstig uit meer dan 150 landen. Dat is volgens de academici ‘een gevaar voor een groot deel van de structuur van het leven op aarde’.

Van de 35 planetaire ‘vitale functies’ die de groep bijhoudt, bereikten er 25 vorig jaar nieuwe records. En niet in gunstige zin: zo werd 1,5 procent meer fossiele brandstof gebruikt. Ook stootte de energiesector voor het eerst meer dan 40 miljard ton aan CO2 uit.

Daardoor ‘betreden we een kritieke en onvoorspelbare nieuwe fase van de klimaatcrisis’, schrijft de groep. Nog even en het klimaatsysteem passeert kantelpunten waarna er geen weg terug meer is, waarschuwen de wetenschappers, zoals het versneld afsmelten van de grote ijsmassas, of het ongeremd afsterven van bossen.

‘Ik denk dat veel mensen nog altijd niet zo goed snappen wat de consequenties zijn van klimaatverandering’, zegt klimaatwetenschapper Marleen de Ruiter (van de VU in Amsterdam). Ze is een van de meer dan honderd Nederlandse ondertekenaars van de waarschuwing. ‘Afgelopen paar jaar zagen we een enorme toename in weergerelateerde extremen. Die uitschieters worden bovendien steeds extremer. Ik denk dat het meer samenwerking en meer bewustzijn rond dit probleem vergt om tot een oplossing te komen.’

Dit is een bericht uit de krant, dat ik afgelopen week las,
op de dag dat ik aan de slag ging met de Bijbeltekst die we vandaag hebben gelezen,
waarin Jozef bij de Farao wordt geroepen,
en hem waarschuwt over wat er gaat komen.

Een tijdje terug hebben we al gelezen over Jozef.
Jozef, die door zijn broers als slaaf was verkocht naar Egypte.
Die in het huis van Potifar had gewerkt,
maar door een valse beschuldiging van Potifars vrouw kwam Jozef in de gevangenis terecht.
Daar ontmoette hij de hoofdschenker en de hoofdbakker van de farao.
Hij legde hun dromen uit.
Tegen de schenker zei hij: als je straks weer in ere hersteld bent,
wil je dan mijn situatie onder de aandacht brengen bij de Farao?
Maar de schenker was hem vergeten.
Tot de farao zelf twee dromen kreeg.

De farao droomde over zeven vette koeien.
Ze hadden het goed, die koeien.
Nooit een vuiltje aan de lucht, altijd genoeg te eten.
Maar toen kwamen er zeven lelijke, magere koeien die de vette koeien opvraten.
Er bleef niets van over.
De farao droomde ook over zeven mooie, rijpe korenaren.
En over zeven lelijke, verschroeide korenaren,
die de zeven mooie opslokten.

Dromen waar de farao wakker van lag.
Ze voelden als een waarschuwing. Maar waarvoor?
Niemand kon het hem uitleggen!
En op dát moment dacht de opperschenker aan Jozef,
die in de gevangenis – met hulp van God – zijn droom had uitgelegd.
Het was precies gebeurd zoals Jozef zei.

En daarom wordt Jozef nu opgehaald.
Uit de gevangenis, naar het hof van de Farao.
Jozef wordt gewassen, geschoren, krijgt nieuwe kleren aan.
En hij wordt voor de Farao geleid.

De Farao, dat was de koning van Egypte.
En in die tijd was geen land zo groot of zo rijk als Egypte.
Er was geen koning zo machtig als de Farao.
In het land waar Jozefs vader Jakob woonde waren ook koningen,
maar dat waren allemaal koningen van kleine gebiedjes, niet groter dan een stad.
De Farao was de heerser over heel Egypte.

En Egypte werd wel het land van 1000 kilometer lang, en drie kilometer breed genoemd.
Dat komt doordat alle vruchtbare grond in Egypte zich bevond in een lange, smalle strook aan beide kanten van de rivier de Nijl.
Achter dat vruchtbare land was een eindeloze woestijn.
Maar de strook rondom de Nijl was heel vruchtbaar.
Daar werd graan verbouwd,
want brood was het belangrijkste voedsel in Egypte
– dat is nu nog steeds zo.
Egypte had zijn rijkdom te danken aan het graan.

En Jozef vertelt de Farao dat zijn twee dromen eigenlijk dezelfde droom zijn,
en die gaan over dat graan.
Jozef zegt: door die dromen heeft God bekendgemaakt wat Hij gaat doen.
Jozef legt uit dat er eerst zeven vruchtbare jaren komen,
waarin een grote overvloed zal zijn,
maar daarna komen zeven jaren van hongersnood.

Het getuigt van heel veel lef van Jozef om tegenover de Farao zo nadrukkelijk te spreken over God.
Als een God die alles doet en bepaalt.
Want in Egypte geloofden de mensen in heel veel goden.
Zelfs de Farao zelf werd vereerd als een god.
Dus tegen de Farao zeggen: God gaat iets doen, en zijn besluit staat vast,
dat betekent: God staat boven u.
Als Hij iets besluit, kunt u daar niets aan veranderen.

Maar Jozef is na alles wat hij heeft meegemaakt, in het huis van Potifar, en in de gevangenis, niet meer bang.
Zijn geloof is het enige dat hem overeind heeft gehouden.
Zelfs tegenover de Farao neemt hij geen blad voor de mond!

Jozef waarschuwt de Farao niet alleen: hij geeft ook een uitweg.
Hij zegt: u moet maatregelen nemen, om de hongersnood voor te zijn.
U moet een vijfde van het graan, dat in die zeven vette jaren wordt geoogst, bewaren.

Ik wist dat niet, ik las dat deze week:
Egypte is het land waar de graansilo’s zijn uitgevonden!
Bovenin werd het graan in de silo gestort, en onderin was een luik waar het uitgehaald kon worden.
Zo zegt Jozef: u moet een deel van het graan van de goede jaren bewaren, en opslaan voor de moeilijke jaren die eraan komen.

Hij is zó duidelijk, dat de Farao daar van onder de indruk is.
Ik denk niet dat de Farao het gewend was om tegengesproken te worden,
of gewaarschuwd te worden.
Misschien neemt hij juist daarom de woorden van Jozef erg serieus.
Jozef had toch ook gelijk over de dromen van de schenker, en de bakker?

De Farao ziet in Jozef iemand die vervuld is van Gods Geest.
God heeft dit aan jou bekend gemaakt, Jozef.
En daarom krijgt Jozef van de Farao meteen het opzicht over dat grote project,
van het verzamelen en opslaan van het graan.
Daarmee krijgt Jozef het opzicht over de hele economie van dat grote land, Egypte.

Ineens ziet het leven van Jozef er totaal anders uit.
Hij is niet meer een slaaf. Hij zit niet meer in de gevangenis.
Op de Farao na is Jozef nu de machtigste man van Egypte.
Hij trouwt met de dochter van de belangrijkste priester.
Hij krijgt een strijdwagen, in deze tijd zou je zeggen: een Ferrari, om mee door Egypte te reizen.

Maar je ziet ook dat hij is gevormd door wat hij heeft meegemaakt.
Eerder vertelde Jozef aan zijn broers dat hij droomde dat zij voor hem moesten buigen.
Nu moet iedereen voor hem buigen,
maar daar is hij helemaal niet meer mee bezig.
Hij is bezig met de opdracht die de Farao aan hem heeft gegeven.
Je zou kunnen zeggen:
Hij is bezig met de opdracht die God aan hem heeft toevertrouwd!

Want op dit moment in het verhaal van Jozef komen alle lijntjes bij elkaar.
Zeker als die hongersnood aanbreekt.
Niet alleen in Egypte, maar ook in de landen eromheen.
Door wat Jozef doet, hoeven de mensen niet om te komen van de honger!

Nou kan je zien wat écht de bedoeling was van de dromen die Jozef kreeg,
toen hij nog maar zo jong was.
Het leek of die dromen uit elkaar gespat waren.
Toen was Jozef 17. Nu is hij 30.
En daar tussenin is heel veel gebeurd!
Maar nu, na zoveel jaren van onzekerheid, van verdriet, van gemis,
wordt duidelijk wat Gods grotere plan is!
Door Jozef redt God alle mensen van de hongerdood.
In Egypte, maar ook daarbuiten, tot aan de familie van Jozef toe.

Dat is ook de betekenis die Jozef zelf geeft aan wat er gebeurt.
Dat zie je aan de namen die hij geeft aan zijn twee zoons.
Manasse: God heeft mij mijn ellende en het gemis van mijn familie doen vergeten. Juist die naam zegt dat Jozef het verdriet niet letterlijk is vergeten.
Maar hij heeft weer een nieuw bestaan op kunnen bouwen.

En Efraïm: God heeft mij vruchtbaar gemaakt in dit land,
waar ik zoveel te verduren heb gehad.
In Egypte komt Jozef erachter dat hij niet alleen voor zichzelf leeft,
maar dat hij anderen tot zegen mag zijn.

In Jesaja 55 staan een paar mooie verzen:

Mijn plannen zijn niet jullie plannen,
en jullie wegen zijn niet mijn wegen – spreekt de HEER.
Want zo hoog als de hemel is boven de aarde,
zo ver gaan mijn wegen jullie wegen te boven,
en mijn plannen jullie plannen.

Dit verhaal van Jozef laat iets zien van hoe ánders God is.
Hoe ánders God kan denken dan wij denken.
En dat is niet altijd makkelijk.
Jozef heeft het heel moeilijk gehad met alles wat hem is overkomen.
Er zullen momenten zijn geweest dat hij dacht:
waar was dit nou allemaal voor nodig?
Momenten waarop hij het uitriep naar God.
Toen hij als slaaf werd verkocht.
Toen hij door een valse beschuldiging in de gevangenis werd gegooid.
Toen hij werd vergeten door de schenker,
die had beloofd om aan hem te denken.

En nu, pas jaren later, kan Jozef terugkijken,
en zien hoe God hem heeft gevormd door alles wat hij heeft meegemaakt.
En hoe God iets heel bijzonders heeft gedaan,
iets wat hij zelf nooit had kunnen bedenken.

Ergens schuurt dat ook wel in het verhaal van Jozef.
Want het is niet altíjd zo, dat je achteraf terug kunt kijken, en kan zeggen:
Nou begrijp ik het. Daar is het goed voor geweest.
Sommige dingen die je meemaakt, blijven heel moeilijk.
Het helpt ook niet om dat tegen iemand – of tegen jezelf – te zeggen:
Op een dag zal je begrijpen dat het ergens goed voor geweest is.
Dat kán je niet zeggen, want dat ís niet altijd zo.

Maar het kan wél, dat je, net als Jozef,
zelf terugkijkt op een moeilijke tijd,
Waarin je vragen had, waarin geloven moeilijk was,
of er dingen gebeurden die je niet kon begrijpen,
of dat iets waar je erg naar verlangde niet kwam.
En dat je op dát moment denkt:
nou zie ik dat het ook iets goeds heeft gebracht.
Of dat je terugkijkt, en verrast bent door een wending die je leven heeft genomen.
Door iets dat je nooit zelf had kunnen bedenken.

Het kwade is niet goed.
En God heeft het kwade niet gewild.
Het komt niet bij Hem vandaan.
Dat vind ik belangrijk om te zeggen!
Maar soms kan je terugkijken, en valt het ineens op dat God op manieren in je leven heeft gewerkt,
Die je zelf nooit had kunnen bedenken.

In Jozefs geval is het iets dat niet alleen voor hem is,
maar waarmee hij veel mensen mag helpen.
Want het verhaal van Jozef gaat over Jozef.
En wat God doet in zijn leven.
De weg die God met Jozef gaat.
Maar het verhaal van Jozef gaat niet alleen over Jozef.
Het gaat ook over zijn familie, over de mensen aan wie God zich heeft verbonden.
Over Jakob, die Israël wordt genoemd,
en die de stamvader wordt van het volk Israël.
Door Jozef heen beschermt God ook zijn familie tijdens de hongersnood.

Het verhaal van Jozef gaat zelfs over al die mensen in en om Egypte,
die van de hongerdood worden gered.

Dat is waar het verhaal van vandaag in eerste instantie over gaat.
Het gaat over God, die door Jozef heen iets doet om alle mensen van de hongerdood te redden.
Over hoe God iets kan doen,
dat je zelf nooit zo had kunnen bedenken, of verwachten.
Het is mooi om bij die vraag stil te staan:
als ik terugkijk op mijn eigen leven,
wat zijn dingen die ik zelf nooit had kunnen bedenken,
Maar waar ik wel de hand van God in terug zie?

Daarnaast gaat het verhaal dat we vandaag hebben gelezen ook over iets anders.
En dat is de waarschuwing, die de Farao van Jozef krijgt.
Een waarschuwing van God.
Jullie krijgen nu vette jaren. Maar wat als de magere jaren komen?

Dat is een spannende vraag:
mag een Bijbeltekst die we lezen, ons ook verontrusten?
Mag deze tekst ook bij ons schuren?
Ons onrustig maken?

Want dit verhaal van Jozef gaat dan niet over dat je goed moet sparen.
Het gaat ook niet over dat je alles vóór kan zijn.
Het gaat er wel over dat je in een tijd van overvloed de moed moet hebben om te luisteren naar waarschuwingen.

Want denk maar niet dat de mensen in Egypte het Jozef, en de farao,
in dank afnamen dat ze al dat graan inzamelden.
Een vijfde van alles! Dat is een hele hoge belasting!
Zelfs in een tijd van overvloed vóel je dat!
Maar de Farao besluit om te luisteren naar de waarschuwing die God geeft, via Jozef.

En dát geeft te denken:
wat zijn in onze tijd de waarschuwingen waar wij naar moeten luisteren?
Ik noemde aan het begin van de preek al een voorbeeld,
en ik denk best een groot voorbeeld, van een waarschuwing in onze tijd.
Die van klimaatverandering.

Dat is een waarschuwing kan ons verontrusten.
Net zoals de farao waarschijnlijk onrustig werd van de uitleg van zijn droom die Jozef gaf.

Ik weet niet hoe dat voor jullie is.
Maar zelf merk ik dat zulke waarschuwingen me ook wel eens kunnen verlammen.
Het is zó groot, het gaat over de hele wereld.
Kan ik daar iets aan veranderen?
Kan ik daar iets mee?
Móet ik daar iets mee?
En wat dan?

In die zin is het heel erg mooi dat Jozef de Farao in dit verhaal niet alleen een waarschuwing geeft.
Jozef geeft de Farao ook een oplossing.
Een hele praktische oplossing.
Eén waar je niet over na hoeft te denken, maar die je gewoon kan dóen.

De oplossing die Jozef aan de Farao geeft,
is om ook in een tijd van overvloed, al te ‘leven van genoeg’.
Om genoegen te nemen met een tandje minder.
En dat is best spannend, want dat kost je wat!

Maar het is wel Bijbels.
Zoals het brood dat het volk Israël kreeg in de woestijn, het manna:
Ze kregen genoeg voor elke dag.
Of zoals Jezus ons leerde bidden in het Onze Vader:
Geef ons heden ons dagelijks brood.
Niet meer, en niet minder.

Zo zegt Jozef tegen de farao:
Jullie hoeven in de vette jaren geen honger te lijden.
Er is genoeg, daar mag je van genieten.
Maar jullie hoeven ook niet alles op te maken.

Leven van genoeg, dat is wat Jozef voorstelt.
Dat is ook in onze tijd geen gekke gedachte,
Met de waarschuwingen die ons onrustig maken.
Leven van genoeg.
Niet meer van de aarde vragen dan die kan geven.

Misschien zijn het een mooie vragen om straks bij de koffie eens over te hebben:
-Als je terugkijkt op je eigen leven:
wat zijn dingen die jij zelf nooit had kunnen bedenken,
Maar waar je wel de hand van God in terug ziet?
-En wat is voor jou ‘leven van genoeg’?
Amen.

Leave a Reply

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *