Icad-dienst: Samen zijn wij het huis van de Heer
Efeziërs 2:19-22, uit de Bijbel in gewone taal
Ik heb een vraag voor jullie!
Ik laat jullie steeds vier dingen zien, en ik wil graag van jullie weten:
Wat hoort er níet bij?
Appel Banaan Wortel Peer
Chips Boterham Chocola Koekjes
Broccoli Kaas Jam Hagelslag
Fiets Auto Bus Bankje
Oor Knie Oog Neus
Dit waren allemaal díngen die er niet bij horen.
Maar soms zeggen mensen dat ook tegen elkaar: jij hoort er niet bij.
Bijvoorbeeld als je samen een spel gaat doen.
Ik wil niet dat jij meedoet!
Of als je allemaal op elkaar lijkt, en één iemand is anders.
Jij hoort er niet bij!
Vandaag hebben we een stukje gelezen uit de Bijbel, en dat gaat daarover.
Paulus heeft een brief geschreven aan de kerk in Efeze.
Efeze was een plaats in Turkije.
En daar was Paulus geweest om de mensen te vertellen over Jezus.
In Efeze was een kleine synagoge.
Een synagoge is net als een kerk, maar dan voor Joodse mensen.
Daar kwamen de Joodse mensen bij elkaar.
Joden waren in die tijd heel bijzonder.
Ze hoorden er niet helemaal bij.
Alle andere mensen geloofden dat er heel véél goden waren!
Maar Joodse mensen geloofden dat er één God is.
De God die alles heeft gemaakt.
De God waar wij ook in geloven!
Alle andere mensen vonden de Joden maar raar.
Want hun goden waren veel mooier.
Ze hadden prachtige standbeelden gemaakt van hun goden.
Daar knielden ze voor neer.
De Joden vonden de andere mensen maar raar.
Hún God was de enige echte God.
Je gaat toch niet knielen voor een standbeeld!
Want de God waar zij in geloofden, waar wij ook in geloven,
Daar maakten ze geen beelden van.
Het is een God die je niet kan zien.
Als je in die tijd niet Joods was, dan kon je niet zomaar Jood worden.
Want het Jodendom was niet alleen een geloof, maar ook een volk.
Dat is nu nog steeds zo.
Soms waren er wel mensen die nieuwsgierig waren naar de God van de Joden.
Maar die konden niet zomaar meedoen.
Ze mochten wel in God geloven, maar ze konden niet zomaar Joods worden.
Dus voor de andere mensen hoorden de Joden er niet bij,
En voor de Joodse mensen hoorden de andere mensen er niet helemaal bij.
Toen Paulus voor het eerst in Efeze kwam, om de mensen over Jezus te vertellen,
Ging hij als eerste naar de synagoge.
Want Paulus was zelf ook een Jood. Net als Jezus!
Hij zei tegen de mensen in de synagoge:
Ik kom jullie over Jezus vertellen.
Jezus is de zoon van God.
De God waar wij in geloven!
En een deel van de mensen wilde naar Paulus luisteren,
Die vonden het mooi wat hij zei.
Maar een ánder deel wilde níet naar Paulus luisteren.
Wat zeg jíj nou! De zoon van God! Dat kán helemaal niet!
Ga weg uit onze synagoge!
En weet je wat Paulus toen deed?
Paulus ging naar buiten, en ging ook aan andere mensen vertellen over Jezus.
Niet alleen aan Joodse mensen, maar aan iedereen die het maar wilde horen!
En toen gingen heel veel mensen in Efeze in Jezus geloven.
Joodse mensen, maar ook mensen die niet Joods waren.
Dat was heel bijzonder!
Juist de mensen die niet bij elkaar hoorden,
Die van elkáár zeiden: jij hoort er niet bij!,
Gingen nu samen in Jezus geloven.
Jaren later, als Paulus allang niet meer in Efeze is,
Schrijft hij een brief.
Dat is de brief die we hebben gelezen!
En hij zegt in die brief:
Door Jezus hoort iedereen erbij.
Je kan tegen niemand zeggen: jij mag er niet bij horen.
Want Jezus heeft zijn leven voor ons allemaal gegeven.
En daardoor heeft Jezus vrede gebracht.
Vrede, dat is het tegenovergestelde van ruzie.
Vrede betekent dat je eerst tegenover elkaar stond,
Maar dat je nu naast elkaar mag staan.
Als eerste heeft Jezus ons vrede gebracht met God!
Dat is wat we vandaag vieren als we het Avondmaal met elkaar vieren.
Door wat Jezus voor ons heeft gedaan,
Mogen wij bij God horen!
En kan er niks meer tússen komen.
Door Jezus mogen we weten dat God van ons houdt.
En dat is heel belangrijk!
Maar, zegt Paulus:
Jezus brengt ons ook vrede met elkáár.
Door Jezus kunnen wij niet meer tegen iemand anders zeggen:
jij hoort er niet bij.
Of kan iemand anders niet meer tegen óns zeggen: jij hoort er niet bij.
Ik heb iets meegenomen.
Kunnen jullie zien wat dit is?
Het is een kerk.
Met allemaal stenen in verschillende kleuren!
Wat is een kerk eigenlijk?
Wie van jullie kan dat aan mij vertellen?
De kerk is een gebouw, waar je op zondag bij elkaar komt.
Dat denken veel mensen.
Maar eigenlijk gaat het bij de kerk helemaal niet om het gebouw.
Het gaat erom dat je samen in Jezus mag geloven.
Paulus zegt in zijn brief:
Wij zijn samen de kerk.
De kerk bestaat niet uit stenen, maar uit mensen.
Dus als dít de kerk is, dan zij wij allemaal, stuk voor stuk, een steentje.
Dat zie je aan al die verschillende kleuren.
Samen zijn wij de kerk.
Allemaal hebben we onze eigen plek.
En we horen er allemaal bij.
Door Jezus.
Jezus is het fundament van het gebouw.
Zie je dat, die eerste laag, die blauwe laag?
Dat is Jezus!
En daarboven zie je een laag, de rode laag,
Dat is de Bijbel.
Dat fundament blijft altijd hetzelfde.
En daarboven zie je allemaal kleuren.
Dat zijn wij!
Het is zoals dat liedje van Elly en Rikkert dat we zongen!
Kijk daar, een metselaar
Hij bouwt een huis van steen
Alle stenen netjes naast elkaar
Een huis voor iedereen
De Heer bouwt ook Zijn huis
Daar zijn wij de stenen van
Ieder heeft z’n plekje in dat huis
Dat God er wonen kan
Want dát is waar het om gaat!
Een huis is bedoeld om in te wonen.
Het huis dat God maakt,
Waar wij de stenen van zijn.
Dat is de kerk!
Dat zijn wij.
Een plek waar God wil wonen.
Want dat staat ook in de Bijbeltekst die we hebben gelezen.
God gebruikt ons, als stenen,
Om een gebouw te maken waar Hij kan wonen, door zijn heilige Geest.
Wat betekent dat?
Dat betekent dat de kerk, en dat is, waar wij bij elkaar komen,
Dat dat een plek mag zijn waar we God mogen ontmoeten.
Waar we mogen weten dat God bij ons is.
Ook vandaag.
Ook als we hier bij elkaar zijn.
Dan zijn wij samen de kerk,
En God belooft dat Hij bij ons is.
De kerk, dat is niet alleen een gebouw.
Dat zijn de mensen.
En de kerk, dat is ook niet alleen dat je op zondag bij elkaar komt.
Maar het is ook bijvoorbeeld als je samen met anderen uit de Bijbel leest.
Of als je samen met elkaar bidt.
Of als je voor elkaar zorgt, als er iets verdrietigs gebeurt, of iets moeilijks.
Of als je samen blij bent, omdat je iets te vieren hebt!
En de kerk is ook niet alleen de kerk hier, de Schenkelkerk.
Maar de kerk is overal waar mensen samen komen die in Jezus geloven.
Dus ook als je elke maand naar de ICAD-dienst gaat,
In allemaal verschillende kerken,
Dan hoor je bij de kerk.
Want de kerk, dat is dat we samen geloven in Jezus.
De kerk is dus geen gebouw!
Het heeft meer iets van een gezin, zegt Paulus.
Een gezin waar iedereen zich thuis mag voelen.
Waar iedereen bij mag horen.
Omdat we mogen weten dat Jezus ons vrede brengt met elkaar,
En vrede met God.
Een gezin waar God zelf bij woont.
Amen.