Zondag rustdag
Teksten: Genesis 1:31 t/m 2:3; Markus 2:23-3:6
Geliefde gemeente van Jezus Christus,
Toen ik nog erg jong was hadden mijn ouders buren die Jehova’s getuige waren.
Ze konden goed met elkaar overweg, wij speelden altijd met hun kinderen.
Op een dag, het was zondag, kwamen mijn ouders terugrijden uit de kerk.
Toen zagen ze dat hun buren net buiten het dorp met een lekke band langs de weg stonden.
Ze stopten, en hielpen ze om de band te verwisselen.
Toen het klaar was, vroeg één van hen verbaasd:
Is de zondag niet een rustdag voor jullie?
Voor hen was het dat niet,
maar zij hadden altijd gehoord dat je je daar als christen heel precies aan moet houden.
En daarom waren ze verbaasd dat mijn ouders ze hielpen.
De zondag is voor ons inderdaad geen dag zoals alle andere.
Voor veel christenen is de zondag vergelijkbaar met wat voor Joden de zaterdag, de Sabbat is.
Voor Joden begint de Sabbat als op vrijdagavond de derde ster in de lucht te zien is,
en het duurt tot zaterdagavond.
Het is een dag waarop mensen zich onthouden van werk,
en met elkaar de uittocht uit Egypte in herinnering roepen.
Ze lezen die dag uit de Torah, de Joodse wet,
die bestaat uit de eerste vijf boeken van onze Bijbel.
Christenen vieren deze rustdag op zondag,
Omdat de zondag de dag is waarop Jezus is opgestaan.
We komen bij elkaar in de kerk om daarbij stil te staan,
en met elkaar te lezen uit de Bijbel, te zingen en te bidden.
Eigenlijk is dat best bijzonder.
Dat er een dag in de week is, die daarvoor apart is gezet.
Vroeger was dat juist heel vanzelfsprekend.
Net als in de tijd van Jezus.
Waarom doen ze iets dat op sabbat niet mag?
Die vraag stellen de farizeeën aan Jezus,
als zijn leerlingen graan plukken en het in hun handen wrijven,
om het daarna op te kunnen eten.
Als rabbi zou Jezus ze toch voor moeten houden dat dat niet kan?
Voor enkele generaties voor ons was die vraag misschien nog beter te begrijpen dan voor ons.
In vroegere tijden lag al het werk op zondag stil,
Behalve het werk dat echt móest gebeuren.
De winkels open op zondag?
Dat was uitgesloten!
Maar nu is dat iets waar wij al steeds meer aan gewend zijn.
Wordt het steeds gewoner om ook op zondag door te werken.
Je wordt niet meer gek aangekeken als je op zondag stofzuigt,
of je auto wast, of in je tuin bezig bent, of sport.
Terwijl mijn oma vertelde dat zij vroeger niet eens op de fiets naar de kerk mocht.
Want, op zondag hoor je niet te werken.
Dat was vroeger algemeen geaccepteerd.
Dat vond iedereen. Dat hoorde gewoon niet.
Zelfs als je geen christen was.
Maar de vraag is of daar altijd op een goede manier mee werd omgegaan.
Of de regel zelf niet belangrijker werd gemaakt dan waar die regel ons om gegeven is.
Voor mijzelf was het een hele eye-opener,
toen ik een aantal jaar terug op reis was in Zambia,
en ik daar naar de kerk was gegaan.
In Zambia gaan bijna álle mensen naar de kerk.
Dus als jongen die is opgegroeid in Nederland verwachtte ik dat niemand daar op zondag zou werken.
Maar toen ik terugliep uit de kerk,
zag ik dat alle mensen die net in de kerk hadden gezeten hun kraampjes weer openden en gewoon aan het werk gingen.
Blijkbaar hadden zij daar geen enkele moeite mee,
en kon je daar een betrokken christen zijn,
en toch op zondag je kraampje open doen.
Terwijl ik was opgevoed met het idee dat zondag een rustdag is.
Een dag waarop je niet werkt, geen huiswerk maakt,
maar naar de kerk gaat, en bij familie op bezoek gaat.
Vandaag is het niet mijn doel om u en jou te zeggen wat op zondag wel en niet mag.
Daar wordt wel genoeg over gezegd.
En dat is ook iets waar je zelf een mening over mag vormen.
Maar laten we eens naar het verhaal van de schepping kijken,
naar die zevende dag, waarop God rustte,
en ook naar hoe Jezus met de sabbat omging,
om te zien: waar draait de sabbat eigenlijk om?
Wat maakt, voor ons als christenen,
de zondag anders dan andere dagen?
God keek naar alles wat Hij had gemaakt, en Hij zag dat het goed was.
Daarmee eindigt de zesde dag in het Scheppingsverhaal.
Zes dagen had God nodig om het licht en het donker, de zon, de maan en de sterren,
de aarde, de zee en het land, de planten en de bomen,
de vissen en de vogels, de landdieren en uiteindelijk ook de mens te maken.
En op de zevende dag geniet God van wat Hij gemaakt heeft. Hij rust.
Rusten is hier niet ‘uitrusten’, alsof God moe is, maar ophouden, stoppen.
God houdt op met zijn Scheppingswerk, en geniet ervan.
Hij ziet dat het goed is.
Net zoals bij ons zondag het woord ‘zon’ bevat,
bevat in het Hebreeuws het woord ‘Sabbat’ het woord voor ‘rusten’.
Het zit dus al in het woord.
In Genesis wordt het woord ‘Sabbat’ nog niet genoemd,
maar de stam van het woord komt wel twee keer voor.
Dat hoor je vooral aan de medeklinkers.
Zevende is sjeviti, en God rustte, sjebot.
Op de andere dagen schiep God alles wat er is.
Maar de zevende dag is het enige dat God doet:
Rusten, en die dag zegenen.
God maakt van de zevende dag een speciale dag.
Een dag die voor mensen tot zegen mag zijn.
De dag wordt geheiligd,
afgezonderd van de andere dagen, en toegewijd aan God.
In Genesis wordt niets gezegd over wat je op die dag wel of niet mag doen.
Maar wel waar die dag voor bedoeld is.
De zevende dag is een dag van herstel.
Een dag om op adem te komen.
En om te genieten van wat goed is.
Om te zien dat God goed is.
Net zoals er een sabbat in de week was,
Was voor Joden ook elk zevende jaar een sabbatsjaar.
Een jaar waarop er niet geoogst mocht worden,
Zodat het land kon herstellen.
En na zeven keer zeven jaar,
Moest het 50e jaar een jubeljaar zijn.
Een jaar waarin slaven werden vrijgelaten,
En schulden vervielen.
Zodat mensen weer opnieuw konden beginnen.
Een frisse start konden maken.
De sabbat en de sabbatsjaren zoals de Joden die vierden was een opdracht van God,
die ze hadden gekregen in de woestijn.
Die opdracht was zo serieus,
dat volgens de Joodse wet de doodstraf erop stond als mensen zich er niet aan hielden. Dat staat in Exodus.
Dat kwam omdat de Sabbat voor Joden een echte markering is van hun identiteit,
Net zoals dat de jongetjes van 8 dagen oud besneden werden.
Het vieren van die dag bepaalt ze bij wie ze zijn, en bij wat ze geloven.
En de hele samenleving moest daarop ingericht zijn.
De sabbat moest ze eraan herinneren dat ze een volk zijn dat aan God gewijd is.
Dat God ze heeft bevrijd, dus dat ze niet boven anderen staan, en niet boven God staan,
en dat Hij ze heeft uitgekozen om tot zegen te zijn voor de wereld om ze heen.
Voor de Joden in de tijd van Jezus was het, net als voor de Joden nu,
daarom erg belangrijk om zich aan deze dag te houden.
Ook voor Jezus en voor zijn leerlingen.
Het verhaal dat we hebben gelezen laat niet zien dat de Sabbat voor Jezus niet belangrijk was.
Maar hij stelt wel de vraag waaróm die dag belangrijk is.
Die vraag komt ter sprake als de farizeeën hem vragen waarom zijn leerlingen graan plukken op de sabbat,
en het tussen hun handen wrijven, zodat ze het op kunnen eten.
Wat de leerlingen deden was volgens de Joodse wet officieel verkeerd.
Dat kwam doordat de farizeeën,
mensen die veel wisten over de wet van God,
Daar allemaal regels bij hadden gemaakt.
De mensen mochten lopen, ze mochten ook eten,
maar ze mochten bijvoorbeeld geen eten klaarmaken.
En daar viel dit ook onder.
Dat deden ze om ervoor te zorgen dat iedereen zich echt aan die rustdag zou houden,
Dat iemand niet per ongeluk toch iets deed dat op de Sabbat niet mag.
Waarschijnlijk waren de leerlingen van Jezus zich daar niet eens zo van bewust.
Want zij waren niet op de hoogte van alle precieze regels,
zoals de farizeeën wel waren.
Het waren gewone mensen.
Mensen op wie die farizeeën neerkeken.
En dat zijn leerlingen zich niet aan die wetten hielden,
Dat was voor de farizeeën reden om Jezus aan te spreken.
Je noemt jezelf toch een rabbi? Dat had je ze moeten leren!
Voor hen was het oprecht onbegrijpelijk dat Jezus zijn leerlingen daar zelf niet op aansprak.
Zij hadden zelf al van jongs af aan geleerd dat dat niet hoorde.
En deze man, die zulke grote uitspraken doet over zichzelf,
Dat hij namens God zonden kan vergeven,
En dat hij de mensenzoon is, zelfs de zoon van God,
Die doet dat niet?
Daar kunnen ze niet bij.
Datzelfde gebeurt als Jezus een synagoge binnenkomt,
en daar is een man die door een ziekte zijn hand niet meer kan gebruiken.
De farizeeën zitten er meteen bovenop.
Jezus zal die man toch niet op de sabbat genezen?
Ze letten alleen op Jezus.
Ze hebben geen oog voor de man,
en ook niet voor hoe mooi het wonder zou zijn als zijn hand zou genezen.
Ze willen alleen zien of Jezus een wonder doet op de sabbat,
zodat ze hem konden beschuldigen.
Ze zijn zo gericht op het houden van de wet,
dat ze de man uit het oog verliezen.
Ze lijden aan tunnelvisie, waardoor ze zichzelf in de weg zitten.
In hun ogen ís Jezus al fout.
Want iemand die op de sabbat mensen geneest,
die kan toch niet van God komen?
Iemand die zich niet aan de wetten houdt,
kan toch niet de zoon van God zijn?
Later in Markus zeggen ze dat ook hardop:
Dat ze denken dat Jezus bezeten is.
En dan zegt Jezus tegen de man:
Kom in het midden staan.
Hij laat zich niet intimideren door de kritische houding van de farizeeën,
Maar hij stelt ze zelf een kritische vraag:
Wat mag je op sabbat doen: goed of kwaad?
Een leven redden, of een leven vernietigen?
Jezus doet de farizeeën hier een handreiking.
Hij weet dat ze het moeilijk vinden wat hij doet.
Dat ze het niet begrijpen.
Dat ze zich er kwaad over maken.
Dat het ingaat tegen alles wat ze geloven.
Maar hij wil ze ook iets duidelijk maken.
Hij ziet dat de Sabbat belangrijk is voor de farizeeën.
Maar hij stelt ze de vraag of de reden waaróm ze die Sabbat zo belangrijk vinden wel klopt.
Is de Sabbat er niet voor de mens, in plaats van de mens voor de Sabbat?
Is de Sabbat niet juist een dag om bij God op adem te komen?
Om bij God herstel te vinden van alles wat gebroken is?
Een dag om stil te staan,
en te genieten van dat God een goede God is?
En van al het goede dat God heeft gemaakt?
De omstanders zwijgen, en Jezus is diepbedroefd om hun kille reactie…
Tegenover de Farizeeën staat de man met de verschrompelde hand.
Hij hoopt dat Jezus zijn hand geneest.
Hij komt in het midden staan, en steekt zijn hand uit.
Hij is niet bezig met de regels van de sabbat, maar met zijn hand,
en vertrouwt op Jezus.
En dan vindt hij het herstel dat hij zo nodig had.
Zijn hand wordt genezen.
Waar ik nog met jullie naar wil kijken,
Is naar wat Jezus even daarvoor zegt.
Hij zegt eerst: de sabbat is er voor de mens, niet de mens voor de Sabbat.
Maar daarna zegt hij iets nog wat nog meer opvalt:
De mensenzoon is Heer en Meester over de Sabbat.
Wat bedoelt Jezus daarmee?
De mensenzoon is een woord waarmee Jezus zichzelf omschrijft.
Wil hij soms dat hij wel weet
wat wel en niet mag op de Sabbat?
Dat die regels daarom niet voor Hem gelden?
Volgens mij zegt Jezus met deze woorden nog veel meer dan dat.
Het woord Sabbat betekent rust, vrede.
En als Jezus zegt dat hij Heer en meester is over de Sabbat,
Zegt hij dat Hij degene is bij wie je die rust kunt vinden.
De leerlingen die achter Jezus aanlopen, beseffen dat.
De man die in het midden van de synagoge komt staan,
en zijn hand door Jezus laat genezen, beseft dat.
Dat als ze bij Jezus zijn, het er niet om gaat wat ze wel en wat ze niet doen.
Maar dat ze bij Jezus rust mogen vinden.
Dat ze al Sabbat vieren door bij Hem te zijn.
Door naar zijn woorden te luisteren,
En te zien wat Hij doet.
De farizeeën plaatsen zichzelf boven de Sabbat door zo precies te willen invullen wat de Sabbat inhoudt,
En door anderen daarop te beoordelen.
Maar Jezus zegt tegen ze:
Stop met in de weg staan.
Niet jullie, maar de mensenzoon is Heer en meester over de Sabbat.
Als alleen maar met God in verbinding kunt komen door een goed mens te zijn,
door je aan bepaalde regels te houden,
Dan ben je uiteindelijk alleen maar gehoorzaam aan de wet van God
om er zeker van te zijn dat jij het goed doet in Gods ogen.
Als je met die instelling aan de slag gaat met wat God van je vraagt,
ben je vooral geïnteresseerd in details.
Je wilt precies weten wat je moet doen. Wat er van jou gevraagd wordt.
Je hebt niet de neiging om uit te zoeken wat de bedoeling van de wet is;
je zoekt er veel liever allerlei bijzonderheden bij over het naleven ervan,
zodat je zeker kunt weten dat je echt gehoorzaam bent aan de wet.
Maar Jezus zegt: ik ben de vervulling van die wet.
Kom bij mij, dan zal je werkelijk rust vinden, en op adem komen.
Want mijn juk is zacht, en mijn last is licht.
Kijk naar mij, en leer van mij.
Jezus is de bron van rust die wij nodig hebben.
Als wij op zondag naar de kerk gaan,
dan doen we dat om bij Hem op adem te komen.
Als je op zondag, of een andere dag in de week, een rustdag houdt,
Is het niet een verplichting om met Hem bezig te zijn,
Maar iets prachtigs.
Is het iets waar je weer door opgebouwd mag worden, weer mag opladen.
Iets waardoor je weer nieuwe kracht mag vinden om de week in te gaan.
Een moment om je zorgen en je gebrokenheid bij Hem neer te leggen.
Een moment om rust te vinden in zijn aanwezigheid.
Een dag om te genieten van Gods goedheid.
Het is niet een dag om elkaar of anderen de maat te nemen.
Om elkaar in de weg te gaan staan.
Maar juist een dag om anderen uit te nodigen om mee te doen.
Want bij Jezus, de mensenzoon,
Daar vind je echte rust.
Amen.