Preken

Vrede

Teksten: Jesaja 42:1-7; Mattheüs 5:43-48; Romeinen 12:14-21

Geef vrede, Heer, geef vrede, de aarde wacht zo lang.
Er wordt zoveel geleden, de mensen zijn zo bang.
Het zijn regels die zeker in de laatste tijd wel bij ons binnenkomen.
Ver weg en dichtbij zien we geweld om ons heen.
Toen vorige maand in Parijs een grote aanslag werd gepleegd.
Of toen een jongen met een pistool het nieuws binnendrong.
Gelukkig bleek dat mee te vallen, maar de schrik was er wel.
In Oekraïne ging afgelopen zondag de wapenstilstand in,
Maar die is in de dagen erna meteen alweer verbroken.

Vanuit Syrië, Irak, en nu ook uit Lybië komen verschrikkelijke berichten.
Mensen die onthoofd worden, wraakacties.
En in Noord-Afrika is het niet veel beter.
In Nigeria zijn begin januari meer dan 2.000 mensen vermoord.
En ook in andere landen zijn er gevechten tussen moslims en christenen.

Oorlog maakt zoveel slachtoffers. Niet alleen soldaten lijden eronder.
Ook gezinnen: mannen, vrouwen, kinderen, ouderen.
Ze komen om het leven, of moeten hun huis en hun land verlaten.
Kinderen groeien op in kampen zonder goede voorzieningen.
Zonder water, eten, kleding, onderwijs.

En tegelijk lijkt het leven hier in Nederland maar gewoon door te gaan.
We zien alles wel op TV en in de krant,
maar er lijkt zo weinig wat wij eraan kunnen doen.
Wat kun je er eigenlijk tegen doen?
Hoe kun je als christen omgaan met geweld, dichtbij of ver weg?

Ik geloof dat wij daar, als christenen, een taak in hebben.
Dat we mogen leven vanuit hoop.
Dat wij mogen bidden voor vrede,
en in ons eigen leven vredestichters mogen zijn.
We zijn niet de enigen die hopen op vrede.
Ook de Joden uit het Oude Testament verlangden ernaar.
Ze verlangden ernaar om in rust in hun eigen land te kunnen wonen,
en daar gelukkig te zijn.
Dat is wat het Hebreeuwse woord voor vrede betekent, sjalom.
Sjalom is meer dan de afwezigheid van oorlog.
Het betekent dat de relaties tussen volken en tussen mensen goed zijn.
Dat er welzijn is, geluk, tevredenheid.

De Joden hoopten op die vrede.
Maar de realiteit was anders.
Ze leefden in Babylon, ver van hun huis.
Daar waren ze naartoe gevoerd door een koning die hen had overwonnen,
en die Jeruzalem had vernietigd, hun tempel had vernietigd.
Ze mochten ook niet terug naar huis keren.
Terwijl Israël voor hen zo belangrijk was.
Dat was het land dat ze van God hadden gekregen.

Maar de Joden die in ballingschap leefden verloren niet de hoop.
Want ze bleven verwachten dat ze op een dag terug zouden keren.
Ze geloofden dat God hen vrede zou geven.

In het boek Jesaja wordt die vrede aangekondigd.
We hebben net gelezen uit Jesaja.
De tekst die we hebben gelezen gaat over een dienaar van God.
Die dienaar zal alle volken Gods recht en vrede doen kennen.
In de geschiedenis zijn er al verschillende mensen geweest die geprobeerd hebben om recht en vrede te brengen.
Maar ze wilden alleen vrede en recht op hun eigen voorwaarden.
En het ging vaak gepaard met veel geweld, of met grote woorden.
De persoon waar Jesaja over spreekt is anders.
Hij is een ‘dienaar’, geen overheerser.
Hij schreeuwt niet, hij verheft zijn stem niet.
Van hem zal je geen strijdkreet horen.
Want zijn kracht ligt niet in wapens, of in mensen, maar in God. ->
Hij zal het geknakte riet niet breken, zegt Jesaja.
Hij heeft oog voor de zwakke.

Wie was die dienaar?
In eerste instantie gaat deze tekst over het Joodse volk, over Israël.
Israël is uitgekozen door God, om zijn dienaar te zijn.
Om een licht te zijn tussen de andere volken.
Om zijn recht en vrede te laten zien.
Zodat andere volken door hen heen God mochten leren kennen.
Dat was en is Gods bedoeling met het Joodse volk.

Maar veel christenen geloven dat deze tekst ook nog over iemand anders gaat:
Namelijk over Jezus.
In Mattheüs wordt deze tekst direct op hem betrokken.
In Mattheüs 12 wordt verteld dat Jezus op de sabbat,
op de dag waarop Joden niet mochten werken, in de synagoge kwam.
En daar was een man met een verschrompelde hand.
De mensen om hem heen vroegen aan Jezus: mag iemand op de Sabbat iemand anders genezen?
Ze wilden hem in de val lokken, zodat ze hem konden beschuldigen.
Maar Jezus zei: als er op de Sabbat een schaap in een kuil zou vallen, dan zou je die er toch ook uittrekken?
Een mens is meer waard dan een schaap.
En hij genas de man.

Jezus is als de dienaar in Jesaja 42.
Hij ging niet de woordenstrijd aan met de Farizeeën, om aan te tonen dat ze fout zaten. Maar hij had oog voor die man die in de synagoge zat, en die door anderen verafschuwd werd door zijn hand.
Het geknakte riet verbreekt hij niet.

Jesaja zegt ook over die dienaar: de kwijnende vlam dooft hij niet.
In oude vertalingen stond daar: de kwijnende vlaspit dooft hij niet.
In de tijd van de Bijbel gebruikten de mensen olielampen.
Dat waren lampen met een tuitje eraan, waar een beetje in olie gedrenkte vlas in werd gedaan, en dat werd met een vlam aangestoken.
Een kwijnende vlaspit staat in de Bijbel voor iemand die terneergeslagen is.

In deze tijd is het soms moeilijk om niet terneergeslagen te zijn.
Om niet de hoop op te geven als er zoveel geweld is.
Als je zoveel naar je toe geslingerd krijgt in het nieuws.
Je kunt er moedeloos van worden.
Of je gaat je schouders er voor ophalen.
“Zulke dingen zullen toch altijd blijven gebeuren. Wat kan ik eraan doen?”

Maar Jezus geeft de hoop niet op.
Hij geeft nieuwe hoop aan wie terneergeslagen is.
Hij blijft Gods liefde en Gods vrede brengen.
Zelfs als anderen het opgeven.
Zelfs al wordt hij er zelf door gebroken.

Want Jezus werd zelf gebroken. Hij gaf zijn leven om die vrede te brengen.
In plaats van anderen geweld aan te doen om Gods recht te brengen,
Nam Jezus zelf het geweld op zich dat anderen hem aandeden.
Hij gaf zijn leven aan het kruis.
Maar, staat er ook in Jesaja, hij werd niet geknakt.
Aan het kruis heeft Jezus het kwaad en de dood overwonnen.
Heeft hij laten zien dat het kwaad nooit meer het laatste woord zal hebben.
Door het kruis geeft God de belofte dat er op een dag echte vrede,
echte sjalom zal zijn.

Dat Jezus Gods vrede kwam brengen klinkt mooi,
Maar het kan ook wel vragen oproepen.
Wat betekent dat, dat Jezus het kwaad heeft overwonnen?
En als Jezus echt vrede kwam brengen, als het kwaad is overwonnen,
hoe kan het dan dat er nog steeds zoveel geweld is, en zoveel pijn?
Waarom lijkt het zo vaak alleen maar bergafwaarts te gaan met deze wereld?
Die vrede lijkt soms wel verder weg dan ooit.
Of gaat het alleen maar over de toekomst, en moeten we nu afwachten?

Een tijdje terug vertelde een Engelse theoloog, Tom Wright,
dat iemand hem had gevraagd waarom God geen einde maakt aan al het geweld op deze wereld.
Hij zou dat toch kunnen? Hij is toch sterk genoeg?
Waarom stuurt God geen tanks, bij wijze van spreken?
Tom Wright antwoordde: omdat God niet zo werkt.
God wil niet door geweld deze wereld veranderen,
maar door mensen, die net zoals Jezus hun stem niet verheffen,
en het geknakte riet niet afbreken.
Door mensen die vredestichters zijn.
Hij wil ons, mensen die Jezus volgen, een licht maken voor alle volken.
Dat is ook waar het visioen van Jesaja over gaat.
De woorden die daar staan gaan niet alleen over Israël, en over Jezus,
Maar we mogen ze ook op onszelf betrekken.
God wil dat wij net zo worden als die dienaar.

Maar hoe doe je dat? Hoe kun je als christen Gods vrede zichtbaar maken?
Ten eerste kan dat door niet de hoop te verliezen.
Net als de Joden in de ballingschap bleven hopen.
Zij geloofden dat God op een dag vrede zou brengen.
Dat ze op een dag uit de ballingschap geleid zouden worden.
En God deed dat.
Hij is geen god die ons loslaat als wij er een potje van maken.
Die ons aan ons lot overlaat.
Hij liet de Israëlieten ook niet aan hun lot over. ->
Toen ze in de ballingschap waren bleef Hij dicht bij ze.
Denk maar aan de verhalen van Daniël, en van Esther.
En uiteindelijk bracht hij ze ook weer terug naar hun land.
Hij gaf ze vrede.
Ook wij mogen daarop blijven hopen, en uit die hoop blijven leven.
Uit de hoop dat God ons leven, en deze wereld in zijn hand heeft.
Gods liefde overwint het kwaad.
Want wij geloven dat Jezus’ liefde, die hij aan het kruis liet zien,
groter is dan het kwaad dat mensen elkaar aan kunnen doen.
Daarin mogen wij een licht zijn voor de mensen om ons heen.

Waarschijnlijk ken je het verhaal wel van Frans van der Lugt, een pater uit Syrië.
Vorig jaar kwam hij een paar keer in het nieuws.
Toen de Syrische burgeroorlog uitbrak kon hij veilig naar Nederland terugkeren, maar hij koos ervoor om in een wijk in de Syrische stad Homs te gaan wonen.
Hij wilde daar blijven, en zette zich in om zowel christenen als moslims te helpen.
Afgelopen week keek ik een interview met hem terug.
Daarin vroeg de verslaggever aan hem of hij niet bang was om doodgeschoten te worden.
Je kon aan hem zien dat hij daar helemaal niet bang voor was.
Want hij leefde uit het besef dat God zijn leven in zijn hand had,
en dat dit de plek is waar God hem nu wilde hebben.

Niet alleen christenen, maar ook mensen die niet geloven waren erg onder de indruk van wat hij deed, en werden erdoor geraakt.
Pater Frans liet zien dat je als christen niet lamgeslagen hoeft te worden als je te maken krijgt met geweld.
Dat je niet de hoop op hoeft te geven.
Zelfs al werd hij uiteindelijk zelf gedood.
Want hij geloofde dat de dood niet het einde is.
Zelfs in zijn situatie bleef hij vertrouwen op God.

Een andere manier om als christen vrede te brengen,
is door te luisteren naar wat Jezus zegt, en door te proberen Hem na te volgen.
We lazen daarstraks een gedeelte uit de Bergrede.
Daar zegt Jezus: heb je vijanden lief, en bid voor wie je vervolgen.

In Jezus’ tijd zeiden de mensen: je hoeft alleen de mensen lief te hebben van je eigen volk.
Maar Jezus zegt: als jullie je vijand liefhebben,
dán zijn jullie werkelijk kinderen van je Vader in de hemel.
Door je vijand lief te hebben, weerspiegel je het karakter van God. ->
God zorgt voor goede en slechte mensen.
Hij geeft om mensen die wij zouden veroordelen, of zouden verachten.

Heb je vijand lief. Dat klinkt moeilijk, en dat is het ook.
Toch kan het ook heel erg krachtig zijn.
In een krantje van Open Doors las ik pas een indrukwekkend verhaal, over christenen in Syrië.
Doordat er christenen zijn die daar blijven, en die zowel moslims als christenen proberen te helpen, komen er veel moslims tot geloof.
Ze worden geraakt door de liefde van die christenen,
die zelf juist met zoveel vijandschap te maken krijgen.

Is alle haat of woede dan verkeerd? Niet altijd.
Er bestaat ook ‘heilige woede’.
Ook God kan boos zijn over de dingen die mensen elkaar aandoen.
Je kunt haten wat iemand doet.
Maar het is niet goed om op Gods stoel te gaan zitten.
Om aan te nemen dat God haat wie jij haat.
Ik had zo’n moment van woede toen pas in het nieuws voorbijkwam dat een Amerikaanse vrouw vermoord was door mensen van IS. Er stond een foto bij. Het was jonge vrouw, nog maar 26 jaar, en ze had een heel vriendelijk gezicht.
Op zo’n moment krijg ik de neiging om te bidden: God, wilt U de mensen die haar gedood hebben straffen?
In de brief aan de Romeinen schrijft Paulus aan de gemeente in Rome dat ze hun vervolgers niet moeten vervloeken, maar juist moeten zegenen.
Hij zegt: probeer geen kwaad met kwaad te vergelden.
Maar probeer, zover je kunt, er alles aan te doen om met de ander in vrede te leven.
Je kunt, hoe tegenstrijdig het ook klinkt,
woedend zijn over wat iemand doet, en diegene tegelijk liefhebben.
Door hem te eten te geven als hij honger heeft, of te drinken als hij dorst heeft. Door dat te doen stapel je gloeiende kolen op zijn hoofd, zegt Paulus.
Dan maak je dat mensen na gaan denken over wat ze doen,
veel meer dan wanneer je bevestigt dat jij terecht hun vijand bent.

Paulus zegt ook dat je niet het heft in eigen handen moet nemen,
maar dat je de wraak aan God over moet laten.
Dat is moeilijk.
Is het dan bijvoorbeeld verkeerd dat we als land militairen hebben?
Ik denk het niet.
We leven in een gebroken wereld, een wereld waarin veel geweld is.
En soms is het een noodzakelijk kwaad om als land zelf geweld te gebruiken.
Om mensen te beschermen, of te verdedigen. Dichtbij en ver weg.

Toch geloof ik dat de Bijbel ons wel leert om er terughoudend in te zijn:
door nederig te zijn, persoonlijk en als land,
en te proberen naar je vijand te kijken door Gods ogen.
Om niet zomaar geweld met geweld te beantwoorden.
Het is beter om het kwade te overwinnen door het goede.
Om je vijand te zegenen in plaats van te vervloeken.

Door gebed gaan we naast onze vijanden staan, en brengen we hen bij God.
Als je bidt kan dat je helpen om met Gods ogen naar die ander te kijken.
En God kan mensen omkeren, zelfs als wij dat niet kunnen.
Daarom is het ook zo belangrijk om te blijven bidden,
ook voor de mensen die anderen vervolgen of geweld aandoen.
Dat God hun leven om zal keren, en dat de haat die ze brengen wordt vervangen door zijn liefde.
Een paar weken terug werd een piloot uit Jordanië vermoord door mensen van IS.
In antwoord daarop besloot Jordanië om twee zelfmoordterroristen te doden, die gevangen waren genomen toen hun poging mislukt was.
Een van hen, een vrouw, kwam op TV. Je zag de angst in haar ogen.
Aan de ene kant twijfel ik er niet aan dat haar daden verkeerd waren geweest. Maar toch bad ik voor haar.
Ik vroeg of God bij haar wilde zijn in haar laatste uren.
En of Hij haar wilde laten zien dat Hij een God van liefde is in plaats van haat.
Ondanks haar daden geloof ik dat God van haar houdt.

Vrede brengen gaat niet alleen over dingen die ver weg gebeuren.
Ook dichtbij, in je eigen omgeving, kun je Gods vrede brengen.
Het hoeft niet heel spectaculair te zijn.
Het is proberen om net zo te zijn als Jezus.
Door liefdevol en nederig te zijn naar mensen om ons heen.
Door niet steeds je eigen gelijk te zoeken,
maar de ander hoger te achten dan jezelf.
Door liefdevol te zijn naar mensen die je eigenlijk niet mag, of die niet liefdevol zijn naar jou toe.
Daarin mogen we, zoals Jezus zegt, Gods karakter weerspiegelen.
Zodat mensen door ons heen mogen zien wie Hij is.

Als christenen mag je leven uit de hoop dat God je kent, en dat Hij jouw leven en deze wereld in zijn hand heeft.
Die hoop mag zichtbaar zijn in ons leven.
Hij wil ons vredestichters maken, dienaren, net als Jezus.
Met al onze fouten en onvolmaaktheden mogen we daarin achter Hem aangaan.
In de hoop dat Hij op een dag terug zal komen.
En dan zal er echte vrede zal zijn.
Dan wordt Zijn sjalom werkelijkheid.

Amen.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *