Jezus in je boot
Tekst: Lukas 5:1-11
Geliefde gemeente van Jezus Christus,
Misschien heb je het wel eens in het écht gezien:
Op heel veel plaatsen waar vroeger Romeinse steden hebben gestaan
Kan je van die grote theaters vinden.
Die hebben een ronde vorm, of de vorm van een halve cirkel.
Eén van de bekendste is het Colosseum in Rome.
Die kent iedereen wel.
Maar je hoeft niet eens zo ver weg te gaan om er een te zien:
Als je bijvoorbeeld in Trier bent, in Duitsland, bij Luxemburg,
daar heb je ook een hele grote.
Weet je waarom die Romeinse theaters rond zijn?
Dat is omdat ze zo gebouwd zijn dat als je in het midden van het theater staat,
iedereen je kan horen,
zelfs al zitten de mensen heel ver van je af.
Dat was belangrijk, want je had in die tijd geen microfoons.
Met de kansel waar ik nu op sta is dat eigenlijk hetzelfde.
Die is zo gebouwd dat mijn stem verder reikt,
zelfs al zou ik geen microfoon hebben.
Al ben ik er zelf heel blij mee dat ik wél een microfoon heb,
En jullie denk ik ook, want ik heb niet zo’n harde stem 😉
We hebben vandaag gelezen dat Jezus staat te spreken bij Kafarnaüm.
Aan de oever van het meer van Galilea.
Het meer van Genessaret wordt het genoemd,
Maar dat is hetzelfde meer.
Het valt trouwens op dat Lukas het steeds heeft over een meer,
en Marcus heeft het steeds over de zee van Galilea.
Lukas had veel meer van de wereld gezien.
Die had gevaren op de Middellandse zee!
Voor hem stelde dat meer van Galilea niet zo veel voor.
Voor Marcus voelde dat blijkbaar veel groter.
Vorige week hebben we gelezen dat Jezus in Nazaret was.
De plek waar Jezus was opgegroeid.
In Nazaret wilden de mensen niet naar hem wilden luisteren.
In Kafarnaüm, waar Jezus vaak komt, is dat heel anders.
Heel veel mensen komen in Kafarnaüm naar Jezus luisteren.
Alleen er is een probleem als er heel veel mensen bij elkaar zijn:
Hoe zorg je dan dat ze je kunnen horen?
Als je geen microfoon hebt?
Je moet dan heel hard spreken, of schreeuwen!
Maar dat hou je niet lang vol.
Jezus lost dat handig op.
Er liggen een paar vissersboten aan de oever van het meer.
Jezus gaat in één van de boten staan,
En dan zegt hij tegen de eigenaar van die boot:
vaar een klein stukje van de kust af.
En dan begint Jezus te spreken, en de mensen kunnen hem ineens verstaan!
Dat komt doordat de oever bij Kafarnaüm bestaat uit allemaal kleine ronde inhammen.
Als Jezus in het midden van zo’n inham staat, op een boot op het water,
Dan is het effect hetzelfde als wanneer hij in zo’n rond Romeins theater staat.
Zijn stem reikt veel verder.
Hij staat verder van de mensen af,
maar ze kunnen hem beter horen.
Heel slim, van Jezus, om dat zo te doen.
Misschien gebeurde dat wel vaker.
Die boot, waar Jezus in gaat staan zodat de mensen hem beter kunnen horen,
Die is van Simon.
Simon is een visser.
Hij heeft niet zo’n beste nacht achter de rug.
Als je vist op het meer van Galilea,
dan is het het beste om dat ’s nachts te doen.
Dan vang je veel meer vis dan overdag.
Overdag is de kans veel kleiner dat je iets vangt.
Simon, die heeft de hele nacht gevist,
maar hij heeft niets gevangen.
Daarom is hij op dat moment bezig om zijn netten schoon te maken,
Want het heeft geen nut om overdag nog door te gaan met vissen.
Dat weet hij.
Zoveel mensen zijn naar die plek gekomen om naar Jezus te luisteren.
Simon niet.
Simon is gewoon op die plek toevallig bezig met zijn werk.
Hij ziet die menigte, en hij ziet Jezus, en hij bekijkt het allemaal vanaf een veilige afstand.
Hij zal best wel wat hebben gehoord over Jezus.
Want het nieuws over Jezus ging rond in die omgeving!
Maar hij zal ook wel gedacht hebben: dat is niet voor mij.
Vorige week vertelde ik over wat Jezus zei toen hij in Nazaret was, in de synagoge:
Ik ben gekomen om aan armen het goede nieuws te verkondigen,
Om gevangenen hun vrijlating bekend te maken,
Om blinden herstel van hun zicht te geven,
En onderdrukten te bevrijden.
Jezus zegt in Nazaret: ik ben niet alleen gekomen voor mijn eigen mensen,
Maar vooral voor mensen die buiten de boot vallen.
Nou, Simon was zo iemand.
Hij was iemand die op afstand stond.
Hij was een sterke, stoere kerel.
Niet het type die normaal gesproken de tijd zou nemen om te luisteren naar wat een Joodse leraar zegt over God.
Of om het naar onze tijd te trekken:
niet het type die je heel snel in de kerk zou verwachten.
Wat Jezus dóet, is aan de ene kant heel praktisch.
Hij gaat bij Simon in de boot staan,
zodat de mensen hem beter kunnen horen spreken.
Maar Jezus doet dat ook met een ander doel.
Hij gaat bij Simon in de boot staan,
En dan móet Simon wel met hem mee, het meer op.
Simon zit pal naast Jezus als hij de mensen vol liefde vertelt over God.
Wat Jezus precies zegt, dat weten we niet.
Soms is de boodschap van Jezus heel confronterend.
Nog het meest voor mensen die zich beter voelen dan een ander.
Die anderen veroordelen.
De Schriftgeleerden, en de farizeeën.
Maar meestal vertelt Jezus heel liefdevol over God.
Jezus zegt tegen de mensen: je bent welkom bij God.
Bijvoorbeeld als hij het verhaal vertelt over de verloren zoon.
Een zoon, die zijn vader heeft gekwetst.
Maar als die zoon weer thuis komt, wordt hij liefdevol omarmd.
Zo is God ook, zegt Jezus.
Dat zijn de verhalen die hij vertelt.
Wat zou dat met Simon gedaan hebben, als hij Jezus hoort vertellen?
Het doet iets met hem, als hij daar bij Jezus in de boot zit.
Simon hoort Jezus vertellen, maar hij blijft het ook op afstand houden.
Hij denkt: dit is niet voor mij.
Die liefde waar Jezus het over heeft, de liefde van God, is niet voor mij.
Dat is voor al die mensen die daar zitten te luisteren op de kant.
Al die mensen die hun leven op orde hebben.
Die leven zoals God het wil.
Ik hoor daar niet bij.
Ik ben niet zo netjes.
Ik ben niet zo vroom.
Maar Jezus kijkt heel anders naar Simon dan hij zelf doet.
Jezus vindt Simon nét zo belangrijk als al die mensen die op de kant naar hem aan het luisteren zijn.
Hij maakt zijn verhaal af, en dan zegt hij tegen Simon:
Kom, we varen naar dieper water.
En als we daar zijn, moet je nóg één keer je net uitgooien.
Je zíet Simon denken: mijn net uitgooien?
Ik was hem net aan het schoonmaken!
Ik heb vannácht al niets gevangen!
Zou ik dan wel overdág iets vangen,
op een tijdstip waarop nóóit iemand iets vangt?
Wat weet die Jezus nou helemaal over vissen?
Maar toch durft Simon het erop te wagen, als Jezus zegt:
vaar naar diep water, en gooi je net nóg een keer uit.
Dat is dapper.
Hij stelt zich open.
Hij zegt: omdat u het zegt, ga ik het proberen.
We hebben de hele nacht niets gevangen.
Maar op uw woord zal ik de netten nog een keer uitgooien.
Tegen beter weten in.
En we weten allemaal wat er dan gebeurt.
In de Bijbelvertaling die wij hebben gelezen, staat:
er zwom zo’n enorme school vissen in de netten dat die dréigden te scheuren.
En als ze de vissen in de boot laden, dan dréigt de boot te zinken.
Maar in het origineel staat er gewoon: de netten scheurden!
En de boot zonk!
Zoveel vis, dat de netten en de boot het gewoon níet kunnen houden.
Zijn hele net zit vol. Overvloed. Meer dan genoeg.
Meer dan hij had kúnnen denken.
Als Simon zíet wat er gebeurt, als hij zíet hoeveel vis ze hebben gevangen,
dan is hij verbijsterd.
Die sterke, stoere visser, die het normaal allemaal zélf wel kan;
die man met een grote mond, maar met een klein hart;
die denkt: ik heb God niet nodig, en God heeft mij niet nodig;
God, die is er voor anderen, die wil niks met mij te maken hebben.
Simon is stomverbaasd, over wat er hier gebeurt.
Voor hem betekent deze vangst meer dan dat die dag zijn problemen zijn opgelost.
Hij kán ineens al die dingen die Jezus heeft gezegd niet meer op afstand houden.
Ineens komt God zijn leven binnen!
Hij loopt naar Jezus toe, en hij valt op zijn knieën.
Ga toch bij mij weg, want ik ben een zondig mens.
Ik ben het niet waard.
Wat moet je met mij?
Dat is wat Simon denkt.
Maar dat is niet wat Jezus denkt.
Jezus zegt tegen hem: je hoeft niet bang te zijn voor mij.
Ik veroordeel jou niet.
Vanaf nu zal jij geen vissen meer vangen, maar mensen.
Kom achter mij aan.
Dat is geen opdracht, maar een uitnodiging.
En Simon, en die andere vissers,
juist de mensen die níet naar Jezus waren komen luisteren,
maar die er gewoon waren,
Juist de mensen die dachten:
hij is er niet voor óns, hij is er voor anderen,
Juist die mensen slepen hun boten aan land, en ze gaan achter Jezus aan.
Op wie lijk jij in dit verhaal?
Lijk jij op Simon?
Simon, die denkt: mooi, al die verhalen, maar het is niet voor mij?
Die Jezus liever op afstand houdt.
Maar dan stapt Jezus bij hém in de boot!
Wat zou dat met jou doen?
Of lijk jij op Simon, in die zin dat je met je handen in het haar zit?
Dat je veel te veel zorgen hebt om met God bezig te zijn?
Want dat Simon niets vangt,
Dat betekent dat hij niet rond kan komen.
Hij heeft een probleem.
Hij heeft helemaal geen tijd voor iemand die over God vertelt.
En dan vraagt die ook nog eens van hem om nog een keer zijn net uit te gooien,
Overdag.
Zou jij het doen?
Of lijk jij op Simon, in die zin dat jij óók ontzettend werkt, ontzettend hard je best doet, er steeds zo aan trekt,
Maar dat het voor je gevoel niets uithaalt?
Dat je alles geeft wat je hebt,
Maar dat het niet genoeg is?
Wat is het bijzonder, dat Simon de hele nacht heeft gevist,
En níets heeft gevangen,
En als hij dan overdag zijn net uitgooit,
Als hij probeert te luisteren naar wat Jezus zegt,
Als hij hem vertrouwt,
Dat dan een hele school vissen zó zijn net in zwemt.
Hij is een ervaren visser, hij weet dat het niet logisch is,
Maar het gebeurt wel, en hij doet er niets voor.
Hij hoeft alleen maar zijn net uit te gooien.
Of ben jij een van de omstanders.
Eén van die mensen uit de menigte?
Eén van al die mensen die van ver zijn gekomen,
Omdat ze heel graag de woorden van Jezus willen horen?
En wat vind jij er dan van,
dat Jezus uitgerekend bij één van die víssers in de boot stapt, en wegvaart?
Verbaast het je?
Of voel je je zelfs een beetje jaloers?
Wat móet hij met díe mensen?
Terwijl jij van ver bent gekomen om naar hem te luisteren?
Wat zegt het jou, dat Jezus dat doet?
Jezus zíet Simon.
Hij stapt zijn boot in, en hij stapt zijn leven binnen.
Hij laat aan Simon zien dat hij er voor God toe doet.
Ook al probeert Simon hem op afstand te houden:
het lukt hem niet.
Dat is het bijzondere aan dit verhaal:
Zoals Jezus het leven van Simon binnenkomt,
Wil hij het leven van ons allemaal binnenkomen.
Met onze worstelingen, onze ergernissen, onze zorgen, onze fouten.
Misschien proberen wij hem ook wel op afstand te houden.
Of denken we: het is niet voor ons.
Maar net zoals Jezus naar Simon kijkt, zo kijkt hij jou ook naar jou.
Vol liefde.
Vol genade.
Hij ziet jou.
Amen.