Heilig leven
Teksten: Exodus 19:1-6 en 1 Petrus 13:21
Je zit op de bank, ’s avonds, naar de TV te kijken.
Het journaal. Van alles hoor je langskomen.
Over een kabinetscrisis, die maar net goed afloopt,
En over vluchtelingen in Nederland die op straat leven.
Over oorlogen en aanslagen, ver weg.
Over bootvluchtelingen, die verdrinken op de Middellandse zee.
Over de verwoestingen van de aardbeving in Nepal.
En er bekruipt je een gevoel van onzekerheid.
Word je nog wel geraakt door de dingen die je ziet?
En zou je er niet meer tegen moeten doen?
De volgende dag zit je op je werk,
bij de administratie van een magazijn.
Je werkt hier nog maar kort, via een uitzendbureau,
en je hoopt een goede indruk te maken,
zodat je misschien wel een vast contract krijgt.
Op een dag komt er een collega naar je toe.
Je kent hem nog niet zo lang, maar je weet dat hij je vertrouwt.
Hij vertelt je dat hij in de schulden zit, maar dat niet alleen:
de laatste tijd heeft hij soms dingen uit het magazijn meegenomen,
om op marktplaats te verkopen. Wat doe je?
Die avond kom je thuis.
Je zit ermee in je maag, en daardoor ben je kortaf tegen je kinderen.
Ook je man of je vrouw moet het ontgelden.
Je zou zo graag anders tegen ze zijn, maar het lukt niet.
Zo vaak vragen we ons af: doe ik het allemaal wel goed?
Er zijn zoveel keuzes die je moet maken.
Dingen die je tegenkomt.
Hoe moet je overal een goede beslissing in nemen?
Daarnet lazen we dat Petrus tegen ons zegt:
leid een leven dat in alle opzichten heilig is,
zoals hij die u geroepen heeft heilig is.
Maar wat is dat, heilig leven?
Wat moet je doen om heilig te leven?
Betekent het dat je nooit fouten maakt,
of betekent het nog iets anders?
Misschien denk je bij het woord heilig wel aan de heiligen uit de Rooms-Katholieke kerk.
Als protestanten kennen we dat niet,
maar in de Katholieke kerk kunnen mensen heilig verklaard worden.
Als mensen heilig verklaard worden,
is dat vaak omdat ze alles wat ze hadden opgaven,
voor God en voor de mensen om hen heen.
Denk aan de heilige Franciscus,
naar wie de huidige paus zichzelf heeft vernoemd. Dat is niet voor niets.
Franciscus was geboren als zoon van een rijke man,
maar hij gaf alles op wat hij had om voor de armen te zorgen,
en hij ging zelf in armoede leven.
Of denk aan moeder Teresa, die wat minder lang geleden leefde.
Zij is nog niet heilig is verklaard, maar ze is wel zalig verklaard,
dat is zeg maar de stap die gezet moet worden voordat iemand heilig wordt verklaard.
Moeder Teresa zette heel haar leven in voor mensen in de sloppenwijken van Calcutta.
Veel mensen zien haar als een voorbeeld van hoe je je geloof handen en voeten kunt geven.
Misschien ken je wel mensen in je eigen omgeving,
die zoveel voor een ander over hebben.
Als je zulke verhalen hoort, kun je daardoor geïnspireerd worden.
Maar het kan ook zijn dat je moed je in de schoenen zinkt.
Dat je denkt: mijn leven lijkt daar helemaal niet op.
Als God van mij vraagt om heilig te zijn,
vraagt Hij dan ook van míj om zo te leven?
Of denk je: heilig zijn, dat is niets voor mij.
Ik hoef niet zo’n heilig boontje te zijn.
Maar wat is heilig zijn? Wat betekent het?
Heilig zijn gaat in eerste instantie niet over ons, maar over God.
Het begint bij het besef dat God heilig is.
Wees heilig, want ik ben heilig, zegt Hij.
God is een heilige God. Wat zeg je daarmee?
In de Bijbel heeft heilig zijn twee betekenissen.
Het is apart gezet zijn, gewijd zijn;
Zoals de ark van het verbond heilig was,
Of het binnenste van de tempel.
En heilig zijn is vrij zijn van zonde en kwaad.
In het Oude Testament is er een scheidslijn tussen God en mensen.
Gods majesteit, Gods heerlijkheid is zó groot.
En daartegenover staan wij, als kleine mensen.
Je ziet het aan het gedeelte dat we lazen:
Mozes mag de berg op, de Sinaï, maar de Israëlieten moeten achterblijven.
Er werd benadrukt, dat geen mens God recht in het gezicht aan kon kijken.
En iedereen die ook maar een glimp van Hem opving,
kon dat maar nauwelijks verdragen.
Mozes moest zijn gezicht bedekken toen hij met God sprak,
want hij durfde God niet aan te kijken.
Jesaja zag God in een visioen op zijn troon zitten,
en hij werd zich meteen bewust van hoe klein hij eigenlijk was,
en hoe onrein zijn lippen waren.
Toen Ezechiël Gods heerlijkheid zag, viel hij voorover op de grond;
en Daniël viel zelfs flauw.
Jezus had op sommige momenten hetzelfde effect op mensen.
Toen Petrus door Jezus werd geroepen om hem te volgen, zei Petrus:
“Ga weg van mij, Heer, want ik ben een zondig mens.”
Gods heiligheid en onze onheiligheid staan tegenover elkaar in de Bijbel.
Wij zijn niet heilig van onszelf.
Waar God heilig is, lukt het ons vaak niet om heilig te leven.
Ik heb dat zelf in elk geval wel.
Ik wil wel heilig leven, maar het lukt vaak zo slecht.
In de Bijbel wordt gesproken over zonde.
Dat vinden we vaak een lastig begrip.
Het lijkt al snel iets wat je begrenst.
Zonde is het tegenovergestelde van genieten.
“Ben ik zondig?”, vraag je je misschien af, als dat gezegd wordt.
“Ik ervaar het niet zo.
Belast je mensen niet onnodig, door te benadrukken dat ze zondig zijn?
Geef je ze niet een schuldgevoel,
waar ze niet meer onderuit kunnen komen?
Druk je mensen niet onnodig neer?
Vaak is er op een verkeerde manier omgegaan met het begrip zonde.
Is het teveel gebruikt om mensen in een hoekje te duwen,
of om menselijke regels op te leggen.
Maar ik denk wel dat het soms goed is om de aanwezigheid van zonde in ons leven onder ogen te komen.
Ik las pas een boek, waarin de schrijver zonde omschreef
als de neiging van mensen om een zooitje van dingen te maken.
Zonde is dat we dingen doen, en blijven doen,
die we eigenlijk niet zouden willen doen,
of dingen waarvan we weten dat ze niet goed zijn,
voor ons of voor anderen.
Het is niet alleen iets wat ons overkomt,
maar iets dat we zelf actief doen.
Zonde is ook dat dingen die we wél goed willen doen,
ons bij de handen afbreken.
We doen zo ons best om liefdevol te zijn naar anderen, en begripvol.
Om goede ouders te zijn. Een goede man of vrouw.
Een goede vriend. Maar zo vaak mislukt het ook.
En soms is zonde niet alleen wat je wél doet, maar ook wat je niet doet.
Ik zie het bij mezelf, hoe berekenend ik soms ben
als het gaat om het helpen van anderen.
Dan denk ik eerst: “wat kost het mij?”,
voordat ik iemand anders de helpende hand toesteek.
Het klinkt zwaar, om zo te praten over zonde.
Maar gek genoeg kan het erkennen van zonde in je leven juist opluchten.
We leven in een ontzettend maakbare samenleving.
Je moet zelf iets van je leven maken.
Je moet steeds de juiste keuzes maken,
alles moet er goed uitzien voor je omgeving.
Tegenover God erkennen dat je zondig bent,
dat je het wel vaak goed wilt doen,
maar dat het zo vaak niet lukt,
is zeggen tegen God: ik red het niet alleen.
Ik heb uw hulp nodig.
Dan mag je beseffen dat jouw leven niet perfect hoeft te zijn voor God,
maar dat hij ook in jouw gebroken leven aanwezig wil zijn.
Dat zijn heiligheid dan juist meer zichtbaar kan worden
dan wanneer alles perfect zou zijn.
Want dat is wat God van ons vraagt, dat we heilig zijn.
Dat doet Hij niet omdat wij daar zo goed in zijn.
Hij verlangt van ons dat we heilig zijn,
maar hij zegt niet:
jullie moeten eerst heilig leven, en pas dán zijn jullie mijn kinderen.
God zegt het precies andersom.
Dat zie je in de tekst die we hebben gelezen.
Tegen Israël zegt hij:
jullie hebben met eigen ogen gezien,
hoe ik jullie heb gered uit Egypte.
Ik heb jullie als op adelaarsvleugels gedragen.
Als een moederadelaar, die haar kind leert vliegen.
Hij heeft hen niet uit Egypte geleid omdat ze heilig zijn,
maar Hij heeft ze gered, omdat ze kostbaar zijn in zijn ogen.
Daarom verlangt Hij ernaar dat ze heilig worden.
Een heilig volk, een koninkrijk van priesters. Zijn volk.
Zodat de volken om hen heen door hun heen kunnen zien wie die God is,
die hen heeft gered uit Egypte.
Vaak heb ik het gevoel:
ik zou nog zoveel heiliger kunnen leven.
En misschien herken je dat gevoel zelf ook.
Dat is ook wat God van ons verlangt.
Maar heilig zijn is niet iets waarvoor je alleen maar moet geven,
zoals we vaak denken.
Je mag het juist ontvangen.
Heilig leven hoef je niet te doen vanuit een schuldgevoel,
maar juist vanuit dat je van die schuld bevrijd bent.
Vanuit dat God jou in de vrijheid heeft gezet om heilig te leven.
God is heilig.
Zijn majesteit… zijn heerlijkheid… zijn heiligheid, is zó groot!
En die God… die heilige, grote God maakte zich klein voor ons.
In Jezus kwam hij naar ons toe.
Hij maakte zich klein, om ons te verhogen.
Gods liefde voor ons is de basis voor een heilig leven,
want wij zijn kostbaar in zijn ogen.
Door wat Jezus voor ons heeft gedaan, zíjn wij al heilig voor hem.
Als hij naar je kijkt, is het alsof hij naar Jezus kijkt.
Dan ziet Hij zijn kind.
Dat besef, dat wij geliefd zijn door de heilige God,
door de maker van deze wereld, dat mag ons leven bepalen.
We mogen weten dat God het waard is om voor te leven.
Je bent immers niet met zilver of goud vrijgekocht,
maar met kostbaar bloed,
van een lam zonder smet of gebrek, van Christus.
Jij bent voor God meer waard dan wat dan ook.
Maar hoe weet je nou wat heilig leven is?
Welke keuzes moet je maken om een heilig leven te leiden?
Op school, of op je werk, of thuis?
Heilig zijn is zijn zoals God.
Zijn karakter weerspiegelen. Worden zoals Hij.
God is een God die liefdevol is, en genadig,
trouw en waarachtig.
Die zijn liefde aan ons bewijst, en die vergeeft.
God verlangt van ons dat wij ook zo zijn. In Micha staat:
Er is jou, mens, gezegd wat goed is
je weet wat de HEER van je wil:
niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten,
en nederig de weg te gaan van je God.
Hoe God is, kun je ook zien aan Jezus.
In hem, in de zoon van God, wordt wie God is.
Jezus leert ons om God lief te hebben met alles wat en wie we zijn,
en onze naaste als onszelf.
En hij heeft dat zelf vóórgeleefd.
Heilig leven is hem navolgen.
In het Latijn is het woord voor navolgen ‘imitatio’.
Jezus navolgen betekent eigenlijk dat we hem ‘imiteren’.
Dat we de mensen om ons heen onvoorwaardelijk liefhebben,
zoals hij deed.
Dat we ze niet veroordelen.
Dat we in verbondenheid met God leven, zoals hij deed.
Dat we blinden de ogen openen, gevangenen bevrijden,
armen te eten geven. Onze vijand liefhebben.
Dat we eerlijk zijn.
Dat we alles delen wat we hebben. Dat we gastvrij zijn.
Dat laatste is juist in de laatste weken erg actueel.
Vraagt dat niet enorm veel van ons?
Is die lat niet heel erg hoog, om heilig te leven?
Ja, die lat is ontzettend hoog.
God vraagt van ons om net zo heilig te zijn als Hij is.
Dat is nogal wat. Hoe moet je dat waarmaken?
Kan je dat wel?
Zo vaak heb ik het gevoel dat mijn leven Jezus’ leven nog lang niet weerspiegelt.
Is het wel mogelijk voor ons om heilig te leven?
Voor mensen die de neiging hebben om overal een potje van te maken?
Net zo heilig worden als God lijkt een onmogelijke opdracht.
Maar God vraagt ons wel om met alles wie we zijn daarvoor te gaan.
Met als basis dat we in Jezus al heilig zíjn.
En God vraagt van ons om heilig te leven,
maar hij zegt ook: laat mij het in je doen.
Laat mij jou heilig maken.
Vertrouw dat ik in jouw leven aanwezig ben,
dat ik door jouw leven heen werk, en wil werken,
ook al zie je dat zelf zo vaak niet.
Heilig zijn is ervoor openstaan dat God je leven verandert,
in jou aan het werk gaat. Het is zoeken naar wat Hij wil met jouw leven.
Er is nog één ding dat heel belangrijk is om niet uit het oog te verliezen.
Namelijk dat God zegt: jullie zijn een koninkrijk van priesters.
Israël mocht als volk Gods karakter weerspiegelen.
Dat geldt ook voor ons.
Wij mogen als christenen, met elkaar, Gods karakter weerspiegelen.
Om heilig te leven, en om uit te vinden wat heilig leven is,
heb je elkaar nodig. Dat kun je niet alleen.
Als kerk kun je samen zoeken naar wat het betekent om heilig te zijn,
en dat betekent ook dat je je vragen met elkaar kunt delen.
Dat je jezelf niet beter hoeft voor te doen dan je bent,
want we zijn allemaal mensen die overal een potje van maken.
Dat je in de kerk elkaar met elkaar kunt praten over je fouten,
dat je die niet hoeft te verbergen.
En dat de kerk een plek is waar Gods genade gevoeld en beleefd mag worden.
Waar je mag weten dat je door Hem geliefd bent.
Als je dat beseft, en als je dat met elkaar kunt delen,
dan is heilig leven geen last,
maar iets waar je steeds méér van wilt.
Waar je steeds meer in mag en wil groeien,
met elkaar, als Christus’ kerk.
Amen.