Heb elkaar lief
“Toen ik jong was, mochten wij op zondag niet schaatsen.” De afgelopen weken heb ik dat niet één keer, maar wel drie keer horen zeggen, door verschillende mensen. Mooi, hoe je in gesprekken soms iets tegen kunt komen van hoe het ‘vroeger’ ging. Je kunt je er dan een beeld bij gaan vormen. In de verhalen van mensen om je heen kan het verleden echt tot leven komen. Ook de hele kleine dingen.Mijn opa mocht vroeger ook niet schaatsen op zondag. Mensen hielden zich aan de ‘zondagsrust’: op zondag gingen veel mensen naar de kerk (liefst lopend), en verder deden ze niets. Dat had een reden: de zondag werd ervaren als een rustdag, als een dag die je apart hebt gezet voor God. Zelf heb ik daar als kind nog een beetje van meegekregen. Wij gingen op zondag niet naar een restaurant, bijvoorbeeld. Maar schaatsen was toen geen enkel probleem meer. En de buren waren erg verbaasd toen mijn ouders ze op zondag kwamen helpen om hun lekke band te verwisselen. “Jullie mogen toch niet werken op zondag?”
Voor veel mensen is het geloof, als ze terugdenken aan hun jeugd, of aan hoe hun ouders of opa en oma het beleefden, vooral iets van regels. Van moeten, en niet mogen. En daarvan zijn nog wel schrijnendere voorbeelden dan het niet mogen schaatsen op zondag. Er zijn bijvoorbeeld zoveel verhalen van mensen die ‘moesten’ trouwen omdat ze een kindje verwachtten. En je hoort soms zelfs dat mensen om die reden niet in de kerk mochten trouwen, of hun kinderen niet mochten laten dopen.
Als ik zulke verhalen hoor, dan val ik stil. Het voelt als onrecht dat mensen is aangedaan, door een ‘machtige’ kerk. Een kerk die tegen de mensen kon zeggen hoe ze moesten leven, en die dat ook deed, soms op een hele onbarmhartige manier. Ik kan ertegenover zetten dat ik zelf de kerk en geloven heel anders ervaar. Dat we in een hele andere tijd leven. Maar dat té snel doen, is te makkelijk. Het is beter om die verhalen eerst te laten staan. Te beseffen dat mensen inderdaad onrecht is aangedaan. Dat het verdriet heeft gedaan. Dat mensen zich veroordeeld hebben gevoeld, of zelfs het geloof in God de rug toe hebben gekeerd om hoe christenen met ze omgingen. Daarmee zijn christenen zelf ingegaan tegen de belangrijkste opdracht die Jezus aan ons gaf: “heb elkaar lief”.
In die zin ben ik er niet rouwig om dat de kerk niet meer zo groot en machtig is als vroeger. Het maakt dat we teruggaan naar onze ‘core business’: wat betekent het om te geloven in een God die zo van ons houdt, dat Hij zelf als mens naar ons toe wilde komen? Dat Hij zijn leven voor ons wilde geven? Dát is het verhaal waar wij uit willen leven. Laten we het veroordelen maar achterwege laten. Geloof is geen stok om mee te slaan. Het is iets dat vreugde mag geven. Dat geloof ik!
Ds. Jake Schimmel
Deze column is verschenen in de Eemsbode op 3 november 2021