De wissel omzetten
Tekst: 2 Petrus 1:1-11 – bij de oudejaarsviering
Geliefde broers en zussen in Christus,
Hebben jullie al goede voornemens voor 2016?
Ik al wel. Een hele lijst.
Dingen die ik nog wil doen, en waar ik afgelopen tijd niet aan toegekomen ben;
Bijvoorbeeld wat meer gaan sporten;
een brief of een mail die ik nog aan iemand wil schrijven.
Er zijn zat dingen op te noemen.
Als je het gedeelte uit de brief van Petrus leest dat we met elkaar hebben gelezen,
dan lijkt dat ook wel een beetje zo’n lijst met voornemens.
Niet een lijstje met praktische, maar met geestelijke dingen.
En het is een flinke lijst die Petrus opnoemt.
“Span daarom al je krachten in”, zegt Petrus,
om je geloof te verrijken met deugdzaamheid:
probeer je geloof niet alleen met woorden vorm te geven,
maar ook concreet gestalte te geven in je dagelijks leven;
je deugdzaamheid met kennis:
niet kennis óver God, maar groei in het kennen van God,
probeer met Hem te leven; Hem te betrekken in je leven.
je kennis te verrijken met zelfbeheersing:
geef jezelf niet zomaar over aan alles wat er op je afkomt,
maar zoek Gods eer;
je zelfbeheersing met volharding:
hou vol, ook als het moeilijk is om te geloven,
blijf God verwachten in je leven;
je volharding met vroomheid:
sta oprecht voor God, vertrouw op Hem;
je vroomheid met liefde voor je broeders en zusters:
dat je geloof in een liefdevolle God zichtbaar wordt
in hoe je met elkaar als gemeente omgaat;
en de liefde voor je broeders en zusters met liefde voor allen.
Heb lief, zoals God jou heeft liefgehad.
Dit rijtje gaat steeds meer naar buiten toe:
van gerichtheid op jezelf af,
naar gericht zijn op God en op je naaste.
Naar gericht zijn op Gods Koninkrijk.
Petrus zegt: span je voor deze dingen in! Doe er je best voor!
Toch is het meer dan een to-do-lijstje.
Wat Petrus hier eigenlijk zegt, is:
Als je jezelf een volgeling van Jezus noemt,
Dan moeten al deze dingen een plek krijgen in je leven.
“Moeten”, dat is een woord waar we niet zo van houden.
We “moeten” al zoveel, voor ons gevoel.
Er zijn zoveel dingen waar we ons best voor doen.
Waar we ons voor inspannen.
Ons gezin, ons werk, de voetbalclub, de kerk. Een tekst als deze kan het gevoel geven dat er dan nog een tandje bij moet.
Waar moet je de kracht vandaan halen om dat te doen?
Om aan al die dingen te werken die Petrus noemt?
Ik denk dat het Petrus er niet om gaat dat we méér moeten gaan doen.
Volgens mij bedoelt hij dat als je God kent, je leven bijna niet onveranderd kán blijven.
Dat dat gevolgen heeft voor hoe je leven eruit ziet.
Want de dingen die Petrus noemt, die hele lijst,
zijn niet alleen dingen die God van ons vraagt.
Als je goed leest, dan is het juist iets wat God aan ons wil geven.
Een belofte. Iets wat God zelf in ons wil doen.
Hij wil ons helpen om “deel te krijgen aan de goddelijke natuur”, schrijft Petrus.
Om steeds meer op Hem te lijken.
Zelf zijn we vaak al snel tevreden met hoe we voor God leven.
We vragen God misschien om hulp op een bepaald gebied in ons leven,
En verder vinden we het wel prima zo.
Maar dat is niet hoe God werkt.
Een mooi voorbeeld daarvan is een ontmoeting die ik had met een man, afgelopen zomer.
Ik deed mee met evangelisatiewerk op een camping.
Op die camping kwamen veel Amsterdammers.
Een van hen vertelde een keer dat hij al 30 jaar niet gebeden had.
Maar toen hij ernstig in de financiële problemen zat,
Probeerde hij het toch eens.
Hij had niet verwacht dat het zou helpen.
Bijzonder genoeg kwam hij diezelfde dag iemand tegen die hem hielp om de dingen op een rijtje te krijgen.
Hij kon het wel weg verklaren, zei hij,
maar toch vond hij dat heel frappant.
Even later voegde hij eraan toe:
ik had alleen de kleine lettertjes niet gelezen,
Want drie weken later stonden jullie hier met die evangelisatietent,
En kon ik niet meer om God heen!
Zo werkt God ook in ons eigen leven.
Als wij Hem om iets vragen, doet Hij meer dan wij verwachten.
Gods plan met ons, met jou, is veel groter dan ons eigen plan.
God wil niet alleen dat we aardigere of betere mensen worden:
Hij wil níeuwe mensen van ons maken.
Hij wil ons maken tot mensen, in wie Hij zichtbaar wordt.
Die zijn karakter weerspiegelen.
Geloof, kennis van God, liefde, volharding,
als je deze eigenschappen bezit,
dan is je kennis van Jezus niet nutteloos, maar vruchtbaar, zegt Petrus.
Kijk naar wat God ons heeft gegeven. En wat Hij ons wil geven!
Hij heeft ons vrijgekocht, onze zonden vergeven.
En Hij wil ons alles geven wat we nodig hebben om meer op Hem te lijken.
Het is zonde, jammer, om daar niets mee te doen!
Wat Petrus bedoelt is een beetje als het volgende:
Als je in God gelooft, maar je niet probeert in deze dingen te groeien,
dan ben je een beetje als iemand die een te dunne jas aan hebt op een koude avond.
Iemand komt naar je toe en geeft je een betere jas.
Je neemt hem aan, en zegt ‘bedankt’,
maar je stopt hem in je rugzak en loopt verder,
rillend van de kou.
Hoe kun je dan wel iets doen met die ‘jas’ van het geloof?
Je geloof een plek geven in je leven?
Het gaat er niet om dat je nóg harder gaat lopen, of nog meer gaat doen.
Dat is een denkfout die wij heel snel maken.
Je leven met God gaan is hetzelfde als het volgende:
stel dat je leven is als een spoor. Soms kom je dan bij een wisselovergang.
Als je niets doet, blijft de trein doorgaan op het oude spoor.
Maar soms moet je heel bewust die wissel omzetten,
om een andere richting op te gaan.
Om richting God te gaan!
Je ‘wissel omzetten’ is alleen iets anders dan harder gaan rijden.
Want als je harder gaat rijden, maar je blijft op hetzelfde spoor,
dan helpt het je niet verder.
Je leven met God gaan betekent niet dat je meer en meer moet doen,
maar dat je probeert om bij de dingen die je doet,
heel bewust de focus te verleggen, naar God.
Je wissel omzetten is nodig.
Want op een gegeven moment zal je erachter komen dat die verandering die God wil in ons leven,
niet iets is wat je zelf voor elkaar kunt krijgen,
hoe hard je er ook aan werkt.
Het is ontzettend belangrijk om dat te beseffen.
Anders komt er een moment dat je uitgeblust of teleurgesteld raakt,
of opgeeft om te geloven.
Alleen God kan ons veranderen.
Maar wat kunnen wij dan doen?
Petrus zegt toch: “span je in…”?
Wat wij kunnen doen is God ons láten veranderen.
Hem daar de ruimte voor geven.
En dat doe je door in Hem geworteld te blijven.
Te blijven Ademen.
Bijvoorbeeld door af en toe de tijd te nemen,
Om al die dingen die op je af komen, die je moet doen,
Even aan de kant te zetten.
En stil te worden voor God.
Te luisteren naar zijn stem.
Door bijvoorbeeld een stukje uit de Bijbel te lezen, of uit een dagboekje.
Een wandeling te maken.
Of door naar muziek te luisteren.
Om zo in Hem je basis te vinden.
Die dingen kunnen je helpen,
om Hem niet alleen te zien als hulpmiddel om je eigen doelen te bereiken,
maar je leven open te stellen voor Zijn aanwezigheid.
Ik zei aan het begin van de preek al:
deze lijst die Petrus noemt is niet iets dat we zelf voor elkaar hoeven te boksen:
het is een belofte. Zó wil God ons maken.
Maar dat doet Hij stapje voor stapje.
Soms zet je zelfs een stap terug, om daarna weer vooruit te komen.
Het beste wat jij kunt doen,
is je wissel steeds weer omzetten richting God.
Daarom is deze dienst een heel mooi moment om bij God stil te staan.
Om niet alleen te denken: wat verlang ik zelf van het volgende jaar?
Maar ook eens na te denken:
wat zou Gods verlangen met mijn leven kunnen zijn?
Hoe kan ik Hem er meer bij betrekken?
Die ‘wissel omzetten’ naar Hem toe?
Als je daarover gaat nadenken,
Dan hoeft het niet per sé te betekenen dat Gods verlangens tegen jouw verlangens ingaan.
Maar wel dat ze veel groter zijn dan dat.
Hij wil door jou heen werken.
In jouw leven aanwezig zijn.
Door jou heen zichtbaar worden.
Zodat jouw leven voor Hem vrucht gaat dragen.
Dat is Zijn voornemen voor 2016, en voor jouw hele leven!
Amen.