Preken

Belijdenisdienst: een vrijgevige God

Tekst: Lukas 15:11-32

Geliefde gemeente van Jezus Christus,

Een Engelse zendeling vertelde eens het volgende verhaal:
Op een dag zat ik in de trein.
Tegenover me zat een jongen.
Hij was een jaar of 30, en zag er nerveus uit.
We zaten een tijdje tegenover elkaar, stil,
En toen begonnen we te praten.
Hij vertelde over zijn vader.
Vijf jaar geleden was hij met grote ruzie bij hem weggegaan.
En al die tijd had hij niets van zich laten horen.
Er was in die tijd ontzettend veel gebeurd.
Hij had in het leger gezeten. Hij was getrouwd.
Hij was zelf net vader geworden.
En nu, na tien jaar, was hij weer op weg naar zijn eigen vader.

Hij was bang: wat zou de reactie van zijn vader zijn?
Daarom had hij hem een brief geschreven.
Daarin had hij gezegd: ik denk erover om naar huis te komen.
Ik begrijp het heel goed als je me niet meer wilt zien.
Maar zoals je weet komt de trein eerst langs een grote boom,
voor hij bij het station komt waar ik uit moet stappen.
Als je wilt dat ik uitstap,
Hang dan een wit kledingstuk in de boom.
Als ik die zie, dan weet ik dat ik welkom ben.
En zo niet, dan zal ik doorrijden.

Ik zag hoe nerveus hij was.
Hij wist niet hoe zijn vader zou reageren.
Het zou niet lang meer duren voor we bij de boom kwamen, zei hij.
Hij keek gespannen naar buiten.
En toen, ineens zag ik een verbaasde blik op zijn gezicht.
Ik keek ook naar buiten, en daar zag ik het:
Een grote boom, en van boven naar beneden,
hing hij vol met witte kledingstukken, witte lappen en lakens.

Het lijkt op het Bijbelverhaal dat we hebben gelezen,
over de verloren zoon.
Persoonlijk vind ik dat een van de mooiste uit de Bijbel.
Het is een verhaal waarin Jezus heel mooi vertelt,
Hoe onverwacht groot Gods liefde is.
Het verhaal vertelt over wat voor God Hij is.
Over de kern van het christelijk geloof,
Die ook naar voren komt in de geloofsbelijdenis die we hebben gelezen.
Het gaat over vergeving. Over een God die als een Vader is.
Die bereid is alles voor ons te geven, alles voor ons te doen,
Om ons zijn liefde te laten zien.

Vaak hebben wij de neiging om te denken dat God heel anders is.
Net als de twee zoons in het verhaal.
De jongste zoon vindt het maar niks bij zijn vader.
Hij wil zijn eigen weg vinden.
Los van zijn vader.
En dus vraagt hij zijn vader alvast om een deel van de erfenis.
Al voor zijn dood! Zoiets doe je niet.
Nu niet, en toen al helemaal niet.

Het bezit van zijn vader zat waarschijnlijk in grond,
die hij zou moeten verkopen om zijn zoon het geld te kunnen geven.
Deze jongste zoon vraagt zijn vader om zijn leven,
alles wat hij had opgebouwd,
In stukken te scheuren.

En de vader? Die had boos kunnen worden,
zijn zoon zonder een cent kunnen verstoten.
Maar in plaats daarvan geeft de vader hem alle ruimte.
Om zelf zijn dromen na te jagen.
Om te zien wat voor hem de goede weg is.
De vader verdraagt een enorm verlies,
En daarbij ook de afgewezen liefde van zijn zoon.
Om zijn zoon de ruimte te geven.

De zoon, die leeft daar volledig aan voorbij.
Hij neemt de erfenis aan, en gaat op weg naar een ver land.
Een tijd lang kan hij alles doen wat hij maar wil.
Hij geeft al zijn geld uit.

En dan is op een dag het geld op.
De zoon begint honger te lijden.
Hij zoekt naar werk,
Maar kan alleen terecht bij een varkensboer.
Voor de mensen waar Jezus het verhaal aan vertelde,
Was dat het laagste van het laagste.
Een varken, dat was een onrein dier.
En die zoon, die zat daar, tussen de varkens.
Het liefst at hij de schillen op die de varkens te eten kregen.
Maar zelfs dat mocht niet.

Als hij letterlijk in de bagger beland is,
en geen kant meer op kan, maakt hij een plan.
Hij zal teruggaan naar huis, naar zijn vader.
En hij zal tegen hem zeggen dat hij verkeerd gehandeld heeft.
Dat hij het niet meer waard is om zijn zoon te zijn.
En hij zal zijn vader vragen of hij misschien voor hem mag werken,
als een uitzendkracht. Een knecht.
Als hij maar weer thuis mag komen.

Hij oefent zijn speech, en als hij klaar is, gaat hij terug naar huis.
Net als de jongen in de trein moet hij ontzettend nerveus geweest zijn.
Zou zijn vader hem nog wel terug willen?
Na alles wat hij heeft gedaan?
Zou hij hem nog wel aan willen kijken?

Maar tegen zijn bange verwachtingen in,
Staat zijn vader op de uitkijk.
En als hij hem ziet, rent hij op hem af, omhelst zijn zoon.
Hij laat hem niet eens uitpraten.
Hij zegt tegen zijn knechten:
haal de mooiste kleren, en trek ze hem aan!
Mijn zoon is terug!
En hij geeft een enorm feest.

Het verhaal laat iets ontzettend moois zien.
God is als de vader in dit verhaal.
De liefde van God kan herstel brengen, wat er ook gebeurd is.
Bij Hem is genade in overvloed.
Er is geen kwaad waarvoor de liefde van de vader geen vergeving en bedekking biedt.
Er kan geen zonde tegen zijn genade op.
En het mooiste is: de zoon hoeft daarvoor niet eens door het stof te gaan.
Hij hoeft zijn vader niet te smeken.
Zijn vader geeft het hem gewoon.
Dat is precies wat genade betekent: het is gratis.
Een cadeau. Je mag het ontvangen.
Je hoeft er niets voor te doen.

Daarnaast kun je als ouder veel leren van de houding van deze vader.
Hij geeft zijn kind de ruimte, de vrijheid.
Ik kan me voorstellen dat er momenten zijn waarop dat ontzettend moeilijk is.
Want als ouder geef je om je kind,
en het liefst wil je hem of haar vasthouden.
Elke stap met je kind meegaan.
Het beschermen tegen gevaar.
Maar er komt een dag dat je kind eigen keuzes gaat maken.
Dat je kind zijn of haar eigen weg moet vinden.
Dat je hem of haar los moet laten.

Eigenlijk is dat met geloven niet anders.
Als ouder hoop je dat op een dag je kind ook zelf God leert kennen.
Zelf gaat geloven. Er zelf voor gaat staan.

Je kunt daar je best voor doen.
Je kind verhalen vertellen over God.
Met of voor je kind bidden.
Je kind je geloof voorleven, dat is misschien nog wel het belangrijkste.

Maar je kunt als ouder niet bepalen hoe of wat je kind zelf gaat geloven.
Dat heb je helemaal niet in de hand.
Uiteindelijk moet je hem of haar loslaten.
Moet je kind zijn of haar eigen weg vinden.

En het mooie, het verrassende dat dit verhaal ons vertelt,
Is dat dat ook mag.
Dat daar ruimte voor mag zijn.
Geloven is niet alleen verantwoordelijkheid, een verplichting:
God geeft juist ruimte. Vrijheid.
Geloven in Hem doe je niet omdat je het moet.
Je mag voor jezelf ontdekken hoe groot die genade en liefde van God zijn.
Er zelf van onder de indruk mag raken.
Zoals de jongste zoon in het verhaal het zelf leert.
Door schade en schande wijzer wordt.

Want zelfs als iemand van wie je houdt ervoor kiest om een andere weg te gaan,
Dan betekent dat niet dat God hem of haar loslaat.
Dan is er bij God altijd ruimte om terug te keren.
Zoals bij de vader in dit verhaal.

Hij staat te wachten tot zijn zoon terugkomt.
En als hij komt, rent hij op hem af, omhelst hij hem.

Zoals ik al zei, denken wij vaak dat God heel anders is.
Hij is niet alleen anders dan de jongste zoon verwacht:
ook de oudste zoon staat een verrassing te wachten.

Als hij hoort dat er gefeest wordt,
En dat dat is vanwege de terugkeer van zijn broertje,
Gaan alle stoppen los.
Hij wordt ontzettend boos op zijn vader.
Het is niet mis wat hij zegt.
Hij roept: ik werk al jaren voor u. Ik doe hartstikke mijn best.
Ik ben u nooit ongehoorzaam geweest.
En gaf u een feest voor mij? Ho maar!
En die broer van mij, die al úw geld aan de hoeren heeft verspeeld,
Die komt thuis, en u geeft een groot feest!

Het gekke is dat ik me eerlijk gezegd best wel in die broer kan verplaatsen.
Al jaren werkt hij hartstikke hard voor zijn vader.
En die broer van hem, die leeft er maar wat op los.
En als hij thuiskomt, dan maakt het meteen niets meer uit wat hij gedaan heeft?
Is dat niet hartstikke oneerlijk?

Wel vanuit menselijk oogpunt.
Maar niet vanuit Gods oogpunt.
Je kunt het namelijk ook zo bekijken:
Terwijl die jongste broer met lege handen bij zijn vader komt,
Heeft die oudste broer alleen oog voor wat hij zelf verdiend heeft.
Voor zijn eigen situatie.
Hij maakt zich meteen zorgen.
Zal zijn broertje nu weer opnieuw delen in de erfenis?
Krijgt hij nu minder?
Hij is heel erg met zichzelf bezig,
in plaats van blij te zijn dat zijn broer weer levend en wel terug is.

Eigenlijk, bot gezegd, blijkt uit zijn woorden dat hij zijn werk alleen maar doet,
Omdat hij wacht tot zijn vader doodgaat.
Tot hij zelf de erfenis krijgt.
Misschien is hij stiekem zelfs wel een beetje jaloers op zijn broer.
Hij dient zijn vader alleen omdat hij er op een dag iets voor terug hoopt te krijgen.
Er is geen blijdschap, geen feestelijkheid te bespeuren in de verhouding van deze zoon naar zijn vader toe.

Als je gelooft zoals deze oudste zoon,
Dan kun je wel goed leven,
Goed voor anderen zijn,
Maar eigenlijk ben je jezelf alleen maar aan het vergelijken met anderen.

Zolang je probeert om Gods liefde te verdienen, door goed te zijn,
weet je nooit zeker of je in zijn ogen al goed genoeg bent.
Terwijl dat nergens voor nodig is.
Dezelfde liefde en genade die de jongste zoon krijgt van zijn vader,
Die is er ook voor de oudste.
Alleen: hij beseft het niet.
Hij denkt dat hij er voor moet werken.
Maar die liefde is gratis.

Gods genade is onverwacht groot.
Dat is wennen voor de jongste zoon,
Maar ook voor de oudste.
Zijn vader wil niet iemand die hem dient omdat dat moet:
Hij wil dat zijn zoon hem dient omdat hij van hem houdt.

En hij wil dat zijn zoon van zijn broer houdt.
Hij zegt tegen hem: mijn jongen, jij bent altijd bij me.
En alles wat van mij is, is van jou.
Maar we konden toch niet anders dan feestvieren, en blij zijn?
Want je broer was dood en is weer tot leven gekomen.
Hij was verloren, en is teruggekomen.
Zijn vader geeft evenveel om beide broers.
Het verhaal heeft een open eind.
En dat open eind stelt ons een vraag.
Wat zouden wij doen?
Teruggaan naar het feest?
Of vasthouden aan dat wij Gods liefde meer verdienen dan een ander?

Als de oudste zoon naar het feest zou gaan,
Dan zou hij beseffen:
Dit feest is niet alleen voor mijn broer,
Maar ook voor mij.
Net zoals zijn broer verloren was, en is teruggevonden,
Zo is hij dat ook.
Want net als zijn vader onvoorwaardelijk geeft om zijn broer,
Zo geeft hij ook om hem.
Door het verhaal te vertellen houdt Jezus ons,
en de mensen aan wie hij het vertelt, een spiegel voor.
Of wij nou meer zijn als die jongste of als die oudste zoon.
Hij stelt ons de vraag: hoe kijken wij tegen God aan?
Hebben wij wel een goed beeld van Hem?

En door het verhaal vertelt Jezus zelf wie God ten diepste is.
Een God bij wie je liefde mag vinden.
Zijn liefde hoef je niet te verdienen.
Je hoeft jezelf niet te vergelijken met anderen.

Een God die je blijdschap wil geven.
Een God bij wie je terug mag komen, wat er ook gebeurd is in je leven.

Hij is zoals de vader in het verhaal waarmee ik de preek begon.
Hij hangt niet één wit kledingstuk op:
De hele boom hangt vol.

Amen.

Gebruikte bron: Tim Keller: de vrijgevige God

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *