De kerk proeven…
Tekst: Mattheüs 20:1-16
Wanneer heb jij je voor het laatst grondig aan iets geërgerd?
Ik denk dat we allemaal wel íets voor ogen kunnen halen.
De twee mensen uit het toneelstukje ergerden zich een beetje aan elkaar.
Omdat ze dingen heel erg anders gewend waren.
Dat kan soms zo gaan.
Als jongeren achter hun telefoon zitten, en een ouder iemand denkt:
Moet dat nou de hele tijd?
Terwijl die jongere denkt: begrijpt die oudere niet dat dat belangrijk is voor mij?
Je kunt je ook wel eens ergeren aan iets dat niet helemaal eerlijk is.
Stel: je staat bij de supermarkt.
Je hebt haast, en staat al een tijdje te wachten.
En dan gaat de andere rij ineens open,
En iemand die er net aan komt lopen wordt meteen bediend.
Of je ergert je aan iets dat niet gaat zoals je het verwacht:
je rijdt bijvoorbeeld op de N46, de Eemshavenweg,
En moet op tijd in Groningen zijn.
En je bent helemaal vergeten dat de weg is afgesloten.
En plotseling is daar een stopbord,
En je weet niet welke kant je op moet.
We ergeren ons allemaal wel eens.
Maar een spannendere vraag is:
gebeurt het wel eens dat je je ergert aan iets dat juist wél goed is?
Alleen maar omdat het oneerlijk voelt?
Omdat je denkt: daar heb ik recht op!
Of omdat je een beetje jaloers bent?
Dat is waar het Bijbelverhaal dat we vandaag met elkaar hebben gelezen over gaat.
Want die mensen die als eerste waren ingehuurd door de eigenaar van de wijngaard,
Die ergerden zich enorm.
Ze hadden de blaren op hun handen staan van het harde werken.
Het werken in de wijngaard was werk dat echt wat van je vroeg.
Je moest je flink inspannen.
Vroeg op die morgen, om 6 uur,
hadden deze mensen al klaargestaan op het plein.
Er waren in de tijd van Jezus nog geen uitzendbureaus.
Ze moesten daar wachten op iemand die langs zou komen en die ze werk zou geven.
Ze waren dagloners.
Nu zouden we ze uitzendkrachten noemen, of flexwerkers.
ZZP’ers, misschien.
Ze hadden geen contract, maar waren afhankelijk van wie ze op zou komen halen,
En ze een opdracht zou geven.
Zo vroeg in de morgen was het natuurlijk ontzettend druk op het plein.
Iedereen wilde werk.
Je moest er vroeg bij zijn, als je een baan wilde hebben die goed betaalde.
In het verhaal dat Jezus vertelt gaat de eigenaar van een wijngaard naar die plek toe.
Hij vindt mensen die in zijn wijngaard willen werken,
En hij spreekt met ze af:
Jullie krijgen allemaal een goed dagloon van mij.
Laten we zeggen: 150 euro, netto.
Als je een daar een maand lang elke dag voor werkt,
hou je een mooi bedrag over, waar je goed van kunt leven.
De mannen gingen akkoord,
en gingen mee naar de wijngaard.
Zij konden opgelucht ademhalen.
Ze hadden werk gevonden!
Nu eerst maar eens flink aan de bak.
Er was genoeg te doen.
Tot nu toe is het een heel gewoon verhaal voor die tijd.
Maar dan wordt het interessant.
Na een paar uur gaat de eigenaar van de wijngaard nog een keer op pad.
Had hij misschien nog niet genoeg mensen ingehuurd?
Op het plein staan nog mensen die geen werk hadden gevonden.
Er wordt niet gezegd waarom.
Misschien omdat ze te laat waren gekomen.
Of omdat ze die ochtend gewoon niet vooraan hadden gestaan, op het beste plekje.
Weet je wat, zegt de eigenaar:
Kom maar werken in mijn wijngaard.
Hij spreekt geen bedrag met ze af, maar zegt:
Ik zal jullie een eerlijk loon geven.
Wat een opluchting!
Ze hadden bijna niet meer durven hopen om nog werk te vinden.
De mannen stropen hun mouwen op,
en gaan enthousiast aan het werk.
Maar dan gaat de eigenaar rond de lunch, om 12 uur,
en ook rond 3 uur ‘s middags weer op weg om nieuwe mensen te zoeken!
Is er soms zoveel te doen?
Of heeft het een andere reden?
Weer ziet hij mensen staan op het plein.
En ook zij mogen voor een eerlijk loon in de wijngaard komen werken.
Ze zullen wel gedacht hebben:
Beter een half dagloon dan helemaal niets!
Gelukkig hoeven we vanavond niet met lege handen thuis te komen!
Maar dan, om 5 uur ‘s middags, een uur voor het einde van de werkdag,
gaat de eigenaar nóg een laatste keer op pad.
Hij gaat naar het marktplein, waar nog steeds een groepje staat,
En hij vraagt:
Wat doen jullie hier?
Waarom staan jullie hier?
Niemand wilde ons in dienst nemen, zeggen ze tegen hem.
Gaan jullie dan ook maar naar mijn wijngaard, zegt hij.
Hij stelt geen vragen, waarom niemand ze in wilde huren.
Ze mogen gewoon meekomen.
Ze weten nog niet hoeveel hij zal betalen,
Maar ze vertrouwen erop dat de eigenaar ze goed en rechtvaardig zal behandelen.
Als het verhaal dat Jezus vertelt hier al op zou houden,
dan zou het al een wonderlijk verhaal zijn.
Het klinkt niet echt als goede bedrijfsvoering.
Een beetje chaotisch.
Waarom huurde de eigenaar niet meteen voldoende mensen in?
Waarom gaat hij steeds opnieuw op zoek naar mensen die in zijn wijngaard kunnen werken?
Lijdt hij zo niet hartstikke veel verlies?
Het is bijna niet te begrijpen.
Tenzij die wijngaard een bijzondere plek is.
Een plek waar de eigenaar zoveel mogelijk mensen wil verzamelen.
Mensen die het goed voor elkaar hebben,
Die ’s ochtends vooraan kunnen staan,
Maar ook mensen die anders buiten de boot zouden vallen.
Mensen die geen werk hebben.
Mensen die niet vooraan kunnen staan,
om wat voor reden dan ook.
Jezus begint het verhaal dat hij vertelt door te zeggen,
dat dit verhaal ons iets leert over Gods nieuwe wereld.
Over het Koninkrijk van de Hemel.
Want dat is waar die wijngaard in het verhaal voor staat.
De wijngaard is een goede plek om te zijn.
Een plek waar geen onrechtvaardigheid is.
Waar het niet gaat om: wie het eerst komt, die het eerst maalt.
Maar waar het goed is. Waar je in de nabijheid van God kunt zijn.
Niet mensen, maar God zelf is de eigenaar van deze plek,
Die de mensen uitnodigt om naar de wijngaard toe te komen.
Die er ook steeds weer op uittrekt om nieuwe mensen uit te nodigen om naar zijn wijngaard te komen.
Tot het eind toe blijft hij naar buiten gaan om mensen te verzamelen,
Zelfs al kunnen ze er nog maar een uurtje werken.
Het is een heel liefdevol beeld.
Hij geeft om de mensen die aan de kant staan. Hij ziet ze staan.
Speciaal voor hen gaat hij steeds weer op pad.
Vandaag is het thema van de dienst ‘kerkproeverij’.
Als het goed is, is de kerk ook een plek waar je iets daarvan mag proeven.
Waar je mag horen dat je door God geliefd bent, door God gewild bent.
En waar je mag merken dat Hij een goede God is.
Dat het goed, en mooi is, om dicht bij Hem te zijn.
In die wijngaard heerst een feestelijke stemming.
Ik kan me voorstellen dat de mensen die het laatst kwamen werken,
ontzettend veel blijdschap met zich meebrachten toen ze binnenkwamen.
Ze hadden de hele dag moeten wachten,
Misschien hadden ze zelfs bijna de hoop opgegeven.
Maar nu hadden ze toch een plek om te werken.
En hun blijdschap was compleet toen zij als eerste betaald kregen:
een heel dagloon!
In de kerk kunnen we juist veel leren,
Van mensen die misschien niet van jongs af aan al naar de kerk gingen,
Maar die toch iets ervaren van Gods goedheid.
Als je al jarenlang gelooft,
en de verhalen uit de Bijbel van kinds af aan gehoord hebt,
Dan kun je er een beetje aan gewend raken.
Het heel gewoon vinden dat God een liefdevolle God is.
Op zich is dat mooi, maar daarmee kun je ook iets van die eerste dankbaarheid en blijdschap kwijtraken.
Mensen die pas later gaan geloven, of er pas later mee bezig gaan,
kunnen je dan helpen om met nieuwe ogen naar die verhalen te kijken.
Om je opnieuw te verbazen over wie God is.
Om je opnieuw te laten zien dat je alles wat je hebt, en wat je gelooft,
van God ontvangt.
Dat is wat de mensen die al vanaf ’s morgens vroeg in de wijngaard werkten weer opnieuw moesten leren.
Ze werden boos, en niet zo’n beetje ook,
toen ze erachter kwamen dat die mensen die als laatst binnen waren gekomen,
Die maar één uurtje hadden gewerkt,
Net zoveel kregen als zij.
En dat is ook wel begrijpelijk.
Als je de hele dag hard werkt, en iemand anders die maar een uurtje werkt krijgt net zoveel,
dan ís dat toch ook hartstikke oneerlijk?
Of kun je er ook anders naar kijken?
Ja, die mensen hadden de hele dag gewerkt.
Maar ze hadden tenminste werk!
In de ochtend, toen ze werden aangenomen,
zullen ze niet gemopperd hebben.
Ze waren juist blij! Zij hádden werk!
Ze hadden niet graag in de schoenen gestaan van de mensen die geen werk konden vinden.
Maar in de avond gunnen ze het die anderen niet!
Ze hebben wel oog voor hun eigen harde werk, voor hun rechten,
Maar zijn ze ook blij voor die anderen?
Nee, ze zijn jaloers.
Terwijl die anderen niet meer krijgen dan zij.
Wat hadden ze liever gezien?
Dat ze zelf meer kregen?
Ze hebben meer dan genoeg.
Een eerlijk loon voor een dag hard werken.
Of hadden ze soms liever gezien dat die anderen minder kregen?
Uiteindelijk waren ze alleen maar boos om de vrijgevigheid van de eigenaar.
Dit verhaal dat Jezus vertelt gaat over de vraag:
Besef je dat je wat je zelf hebt, ook hebt ontvangen?
En als God goed is voor jou, waarom dan niet voor een ander?
In het Koninkrijk van God gaat het er niet om waar je recht op hebt,
Om wat je allemaal doet, of niet doet.
Maar gaat het om de goedheid van de God die het geeft.
Er zijn genoeg verhalen over mensen die anderen buitensluiten.
Ook binnen de kerk.
Misschien zijn hier zelfs mensen die daar ervaring mee hebben.
Hoe vaak willen wij niet bepalen wie er wel en wie er niet bij horen?
Terwijl God zegt: iedereen is welkom om in mijn wijngaard te komen werken.
Niemand wordt uitgesloten.
Hij gaat zelfs op zoek, nodigt mensen die buiten staan uit om binnen te komen.
Mensen die anderen niet zien staan.
En hij zegt: mijn genade en liefde is even groot voor ieder mens die binnen komt.
Sterker nog: de laatsten zullen de eersten zijn in mijn Koninkrijk.
Wie achteraan staat, is voor mij net zo waardevol als wie vooraan staat.
In de kerk vertrouwen we erop dat God het goed met ons voor heeft.
Dat is waar we ons steeds weer over mogen verbazen.
Over hoe goed Hij is voor ons,
En hoe goed Hij is voor anderen.
De mensen die als laatste de wijngaard binnen kwamen werden niet beloond om wat ze hadden gedaan:
Ze werden beloond door de goedheid van de Heer van de wijngaard.
En in de kerk word je uitgenodigd om je door die goedheid laten bemoedigen.
Om er blij van te worden.
Want hoe meer wij andere mensen welkom gaan heten,
Hoe meer wij zelf de goedheid van God gaan zien.
Dit verhaal is namelijk de kern van ons geloof.
Het is Jezus, die net als de heer van de wijngaard naar ons toe komt, en zegt:
Kom je mee? In de wijngaard van God ben je welkom.
Daar hoef je niets voor mee te brengen.
Ook als je denkt dat je niets te bieden hebt.
Als anderen je niet zien staan.
Als je altijd achteraan bent blijven staan.
En zelfs als je al de hele dag hard gewerkt hebt,
Mag je blij worden van de goedheid van God.
Amen.