Preken

De daden van de mensen die door Jezus op weg zijn gestuurd.

Tekst: Handelingen 18:1-11; 1 Korintiërs 1:18 en 22-25

Geliefde gemeente van Jezus Christus, lieve mensen,

Handelingen. Aparte naam voor een boek, vind je niet?
Waar moet je aan denken bij Handelingen?
Ik moet denken aan een handleiding.
Verricht deze handelingen om dit resultaat te krijgen!
Maar dat wordt er vast niet mee bedoeld!

In het Grieks heet dit Bijbelboek ‘Praxeis Apostoloon’.
Heel veel van onze woorden zijn gebaseerd op het Grieks, al beseffen wij dat vaak niet.
Praxeis, wat zou dat betekenen?
Denk aan de bouwmarkt: Praxis!
Of denk aan het woord: praktijk! Of praktisch!
Je zou het boek Handelingen ook zo kunnen noemen:
de praktijken van de Apostelen.

Apostelen, dat is ook al niet echt een Nederlands woord.
Apostel betekent: iemand die uitgezonden wordt. Op weg gestuurd.
De leerlingen van Jezus werden apostelen genoemd,
nadat Jezus naar de hemel was gegaan,
en ze op weg had gestuurd.

Ze waren door Jezus op weg gestuurd om aan iedereen te vertellen wat ze hadden gezien, hadden meegemaakt, de dood en de opstanding van Jezus,
En wat dat betekent!
Dat dat redding betekent voor alle mensen.

Zij hadden dat zelf meegemaakt, gezien,
En hadden nu de opdracht om dat overal bekend te maken.
En mensen op te roepen om in Jezus te geloven.

Dat betekent de naam van dit boek:
‘De handelingen van de apostelen’.
De daden van de mensen die door Jezus op weg zijn gestuurd.

Ik vind zelf het boek Handelingen een ontzettend boeiend boek.
Het is een van de spannendste boeken in de Bijbel om te lezen.
Er gebeurt zoveel! Het lijkt wel een leesboek. Zo leest het ook!
Met hier en daar een toespraak ertussendoor.

Het gaat over wat er gebeurt met Petrus, Jakobus, Johannes, Filippus, en de andere leerlingen van Jezus,
Nadat Jezus naar de hemel is gegaan,
En de heilige Geest over ze is uitgestort.

Daar begint het mee. En halverwege Handelingen is er een switch.
Dan gaat het ineens over Paulus!
Dat komt doordat het boek is opgeschreven door Lukas.
En hij was een reisgenoot van Paulus.
Hij ging met Paulus mee. Hij vertelt dit uit de eerste hand!
Uit wat hij zelf heeft gezien,
Of van Paulus en anderen zelf heeft gehoord.

Paulus was een beetje een vreemde eend in de bijt in dit boek.
Hij hoorde niet bij die eerste apostelen, de mensen die door Jezus op weg waren gestuurd,
Maar hij hoorde daar toch ook weer wel bij!
Want Paulus kwam er later pas bij.
Eerst was hij juist iemand die christenen gevangen zette,
Die probeerde om die nieuwe beweging die was ontstaan de kop in de drukken.
Maar Paulus had een visioen gehad.
Hij zag een groot licht, en hoorde de stem van Jezus:
Jezus zei tegen hem:
Saul – zo heette hij toen nog –
ik heb jou aangewezen om aan alle mensen over mij te vertellen.
Aan Joodse mensen, maar ook aan mensen die niet Joods zijn!

Dat is wel belangrijk om te weten als je het boek Handelingen wil begrijpen,
want dat vergeten wij heel snel:
Paulus, en Petrus, en ook Jezus, waren allemaal Joods.
De kérk was in het begin helemaal Joods.
Het begon in Israël!
En pas later breidde dat zich uit, werden ook mensen die niet Joods waren christen.

Eerst is het een beweging bínnen het Jodendom.
En het christelijk geloof breidt zich uit,
Juist omdát de christenen vervolgd worden.
Ze moeten weg uit Jeruzalem, en daardoor trekken ze verder Israël in.
Vervolgens moeten ze vluchten uit Israël, en trekken ze naar landen daaromheen.

In Antiochië, helemaal in Syrië, is het dan voor het eerst dat grote groepen mensen die niet Joods zijn, christen worden.
Dat gebeurt eigenlijk per ongeluk.
De christenen delen hun geloof, en vervolgens blijkt dat heel veel mensen die niet Joods zijn daardoor aangesproken worden!
Een grote groep mensen die niet Joods zijn worden christen.

Maar dat stelt de Joodse christenen meteen voor een moeilijke vraag:
Moeten christenen die niet Joods zijn zich aan al onze gebruiken houden?
Moeten ze varkensvlees laten staan?
Moeten de mannen zich laten besnijden?
Moeten ze de Sabbat houden?
En ze besluiten dan dat ze mensen die christen willen worden niet te veel in de weg willen leggen.
Dus: ze mogen christen worden, en hoeven zich niet aan alle Joodse wetten en gebruiken te houden.
Dat ze in Jezus geloven is genoeg.
Dat gaat dus ook over ons, eigenlijk.
Want wij zijn ook niet Joods. Maar we mogen er wel bij horen.

Dat is de start van iets heel bijzonders.
Want vervolgens lees je in Handelingen dat Paulus, met een aantal anderen, rond gaat reizen.
Vanuit Antiochië, dat is zijn thuisbasis, trekt hij door het huidige Turkije!
Langs de middellandse zee.

In heel veel plaatsen waren in die tijd al synagoges. Joodse gemeenschappen.
In elke plaats waar hij komt zoekt Paulus eerst de synagoge op, en gaat daar over Jezus vertellen.
Want het christelijk geloof was een stroming van het Jodendom!
En vervolgens zie je, overal, dat hij ook naar buiten gaat!

En dat is voor de Joodse mensen best wel een schok!
Want niet iedereen kon zomaar Joods wórden.
Het is niet alleen een geloof: het is ook een volk.
Een volk dat God heeft uitgekozen.
Waar God tegen heeft gezegd:
Jullie moeten je afzonderen van de andere volken.
Jullie moeten je houden aan mijn wetten, aan mijn gebruiken.

En toch zegt Paulus nu: ook mensen die niet Joods zijn horen erbij!
Ook die wil ik over Jezus vertellen!
Ook zij horen er voor God bij.
De muur die tussen Joden en niet-Joden in stond, is afgebroken door Jezus, zegt Paulus, toen hij zijn leven gaf aan het kruis.

De Joode gemeenschap voelde zich daardoor bedreigd.
Voor hen is dat praktisch heiligschennis.
Het is voor hen heel belangrijk:
dat onderscheid tussen Joods zijn, je aan de Joodse gebruiken houden, of dat niet doen.
Soms krijgt Paulus het daardoor flink aan de stok met de mensen van de synagoge.
Die hem bedreigen, of proberen voor de rechter te slepen, of om te brengen.
Omdat ze hem zien als een bedreiging voor hun identiteit.

En soms krijgt Paulus het ook aan de stok met de plaatselijke bevolking!
Als die zich bedreigd voelt.
Want als Paulus veel mensen over Jezus vertelt, en mensen die niet Joods zijn in Jezus gaan geloven, geloven ze dus niet meer in de Griekse goden.
Dus ook de Grieken voelen zich bedreigd! Of tekortgedaan.
Hij stuit dus overal waar hij komt op weerstand.
Daardoor is Paulus steeds maar kort op een bepaalde plek, en dan trekt hij weer verder.
Ik zei het al: Handelingen is een spannend boek!
De christenen worden steeds bedreigd. Moeten steeds weer vluchten.
Dat blijft zo, de eerste paar honderd jaar. Ze moeten steeds op hun tellen passen.

Zo gaat het ook als Paulus op een gegeven moment de oversteek maakt van het huidige Turkije naar Griekenland.
Hij is overal steeds maar heel kort.
Een paar dagen, een paar weken.
En dan wordt hij weer weggejaagd, of moet hij op de vlucht.

Hij was best dapper, die Paulus!
Hij nam ook geen blad voor de mond.
Hij durfde te zeggen waar het op aankomt.
Hij schaamde zich niet voor zijn geloof.

Al heeft Paulus ook, vind ik, als ik zijn brieven lees,
heel veel liefde voor de mensen die hij ontmoet.
Hij neemt geen blad voor de mond,
Maar dat is niet omdat hij per se zijn gelijk wil halen:
Dat is omdat hij heel graag wil delen wat hem zo heeft geraakt.
Hij wil de mensen vertellen over de liefde van Jezus!

En dát is óók boeiend om te zien in Handelingen: ->
Overal waar hij komt probeert Paulus de boodschap die hij heeft,
te vertellen op een manier die aansluit bij zijn publiek.
Zijn verhaal is nooit twee keer hetzelfde!
In de synagoges haalt hij de Joodse Bijbel aan. De Thora.
Paulus weet daar heel veel van.
Hij heeft zelf een goede opleiding.

Hij neemt teksten uit de Joodse Bijbel, ons Oude Testament,
en legt die naast het leven van Jezus.
En zo probeert hij aan zijn Joodse hoorders uit te leggen dat Jezus de Messias is die ze hadden verwacht.
De koning die God had beloofd.
En dat die Messias moest lijden, en sterven voor de mensen,
Maar dat hij ook weer op zou staan uit de dood.

Kijk naar deze teksten, zegt hij.
5Om onze zonden werd hij doorboord,
om onze wandaden gebroken.
De straf die hij onderging bracht ons vrede,
zijn striemen gaven ons genezing.

Dat is zijn boodschap aan de mensen in de synagoge.

En bij de Griekse mensen probeert hij weer aan te sluiten bij hun taal, en hun gebruiken.
“Ik zie zoveel beelden van verschillende goden!”, zegt hij als hij in Athene is,
de hoofdstad van Griekenland.
“Ik zie zelfs een altaar voor de ‘onbekende god’, een God die jullie niet kennen.
Over die God kom ik jullie vertellen.”
Hij gebruikt teksten van Griekse dichters, en van filosofen.
Hij doet echt zijn best.
Maar er zijn toch steeds maar een paar mensen die naar hem willen luisteren.

De meeste mensen vinden het maar raar wat Paulus zegt.
De zoon van God die sterft aan een kruis!
Dat vinden ze maar zwak voor een god!
En iemand die opstaat uit de dood: dat vinden ze maar raar!
De dood is toch een bevrijding?
Zo kijken zij naar de dood.
Dan ben je bevrijd van je aardse lichaam, dat je maar tegenhoudt.
Dat is alleen maar lastig, dat lichaam.
Waarom zou je weer op willen staan uit de dood?
En al snel moet Paulus ook weer weg uit Athene.

En dan komt hij aan in Korinthe.
Een bijzondere plek! Een belangrijke havenstad, waar mensen woonden uit alle delen van de wereld.
Paulus vindt daar een paar Joodse mensen die hetzelfde beroep hebben als hij: tentenmaker.
Want hij verdient steeds zijn eigen inkomen. Hij wordt niet betaald.
En met die mensen trekt hij samen op.
Priscilla en Aquila.

Die namen kom je later weer tegen.
Dat worden mensen met wie hij een hele goede band heeft,
en die hem later ook gaan helpen, die met hem meereizen. Net als Lukas!

En Paulus begint ook in Korinthe, te vertellen over Jezus.
Eerst in de synagoge, en dan, net als in veel andere plaatsen, daarbuiten.

Na zijn ervaring in Athene heeft hij zich iets voorgenomen:
Ik ga niet meer te moeilijke taal gebruiken.
Ik ga er niet meer omheen draaien.
De boodschap die ik heb sluit misschien niet bij iedereen aan,
Dus ik vertel de mensen maar gewoon over Jezus.
Jezus, die is gekruisigd, en die is opgestaan uit de dood.
Geen dichters meer, of filosofen.
Gewoon zoals het is.

En in Korinthe blijft Paulus vervolgens anderhalf jaar.
Dat is een hele lange tijd, vergeleken met al die andere plaatsen waar hij geweest is.
Dat was op z’n langst een paar weken!
Paulus krijgt hier zelfs een droom, waarin God tegen hem zegt:
Wees niet bang! Blijf op deze plek. Blijf over mij vertellen.
Want op deze plek behoren veel mensen mij toe.
Ik zal je beschermen.
En dat dat nodig is, dat blijkt wel als je het verhaal verder leest.
Dat moet je vanmiddag thuis maar eens doen!
Een cliffhanger 🙂

Dat boek Handelingen vind ik altijd wel spannend.
Ik lees over Paulus, over hoe hij zijn nek uitsteekt om anderen over God te vertellen,
Hoe hij zijn nek uitsteekt om zijn geloof te delen met mensen om hem heen.
En het is echt niet allemaal een succesverhaal.
Hij komt steeds weer in de problemen.
Hij moet vaak vluchten.
Hij wordt gestenigd, hij krijgt zweepslagen, hij komt in de gevangenis.
Op heel veel plekken wordt er niet naar hem geluisterd.
En toch geeft hij het niet op.

Dat heeft te maken met zijn karakter, denk ik.
Ik denk dat Paulus niet iemand was die dingen half deed.
Maar het heeft ook te maken met wat hij heeft meegemaakt.
Hij heeft zelf aan den lijve ondervonden hoe groot de liefde van God is.
En die liefde wil hij delen met de mensen om hem heen.
Koste wat kost!

De daden van de mensen die door Jezus op weg zijn gestuurd.
Handelingen.

Je kunt je wat ontmoedigd gaan voelen als je deze verhalen leest.
Zo van: dat deed Paulus allemaal.
En die eerste christenen.
Moet ik dat soms ook doen? Dat zie ik niet gebeuren!

Maar ik denk dat wij ons juist mogen laten bemoedigen als we dit lezen.
Heel vaak zeggen, of denken wij in deze tijd:
De kerk heeft geen toekomst.
Het is moeilijker om de boel draaiende te houden.
Het vraagt meer van onszelf om te blijven geloven, tegen de stroom in.

Het hélpt dan om te bedenken dat het christelijk geloof ook helemaal geen geschiedenis hééft van: met de stroom mee gaan.
Toen het christelijk geloof ontstond, en groeide, ging dat ook tegen de stroom in.
Er was toen helemaal geen kerk.
Die moest overal nog opgezet worden.
En toch gebeurde het! Toch groeide de gemeente!
Nu is het andersom: nu hebben we wel óveral kerken!
En ja, dat worden op veel plekken kleinere gemeenschappen.
Maar wij staan er veel beter voor dan de kerk toen.
En beter dan de kerk op veel plekken wereldwijd,
waar christenen niet altijd vrij zijn om samen te komen, maar het toch doen!

Misschien moeten wij het alleen maar weer opnieuw leren.
En dat is spannend!
Leren om ons geloof onder woorden te brengen.
Leren hoe we dat op een goede manier kunnen delen met de mensen om ons heen.
Die aansluit bij onze tijd.
Zoals Paulus aansloot bij de mensen in zijn tijd.
Leren om tegen de stroom in te zwemmen.

We mogen ons laten bemoedigen door het vuur dat Paulus en de anderen dreef!
Maar waar we ons nog het meest door mogen laten bemoedigen,
in die verhalen uit het boek Handelingen,
is door wat God aan het doen is.
God zegt tegen Paulus: blijf in deze stad,
want op deze plek behoren veel mensen mij toe. Ik zal je beschermen.

Uiteindelijk gaat het niet om Paulus.
Om dat hij zo’n goede spreker was, of zoveel durfde, of zo vasthoudend was.
Uiteindelijk gaat het om wat God aan het doen is.
God beschermt Paulus, en God brengt mensen tot geloof.

Het enige wat God van Paulus vraagt, en ook van ons, denk ik,
Is om ons niet te schamen voor ons geloof. Om niet weg te vluchten.
Om niet te denken: mensen om me heen kunnen er niks mee,
dus het zal wel niet waar zijn.
Het zal het wel niet waard zijn!
Mensen om me heen vinden het maar vreemd dat ik geloof, dus misschien moet ik er zelf ook maar mee stoppen.
Het christelijk geloof is altijd tegen de stroom in zwemmen geweest.

Ook in de tijd van Paulus konden veel mensen er maar weinig mee.
De vraag aan ons is:
Dúrven wij een beetje tegen de stroom in te zwemmen?
Dúrven wij te geloven dat ons geloof het waard is?
En dúrven wij te geloven dat God verder gaat?
Misschien wel op andere manieren dan wij zouden bedenken?
De kerk is niet ons project, maar Zijn project.

De Handelingen van de Apostelen. Zo heet dit boek.
De daden van de mensen die door Jezus op weg zijn gestuurd.
Maar ze hoefden het niet alléén te doen.
Het boek begint met Jezus, die tegen ze zegt:
Ik ga met jullie mee.
Ik láát je niet alleen.
Amen.

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *