De Bijbel – een goed verhaal
De Bijbel. Een goed verhaal.
Dat is waar het vanmorgen over gaat in de dienst.
De Bijbel is een boek waar wij als christenen elke zondag met elkaar uit lezen,
in de kerk.
En wie weet doe je dat thuis ook wel.
Na het eten. Of voor het slapen gaan. Wie van jullie doet dat wel eens?
Eigenlijk is dat best bijzonder.
Want dat doe je met geen enkel ander boek.
Dat je er elke week, of zelfs elke dag weer een stukje uit leest. Jaar in, jaar uit.Waarom lezen wij nog steeds in de Bijbel?
Een boek dat ergens tussen de 1800 en 3000 jaar geleden is geschreven?
Andere boeken uit die tijd lezen we vooral omdat we het interessant vinden,
omdat het ons helpt om de geschiedenis te begrijpen.
Bijvoorbeeld de boeken van Julius Caesar, een Romeinse keizer,
over de oorlog in Gallië.
Of boeken van grote Griekse filosofen, zoals Plato, en Aristoteles.
Of we lezen hele oude boeken omdat er mooie verhalen in staan.
Verhalen waarvan we heel zeker weten dat ze niet echt gebeurd zijn.
Misschien heb je wel gehoord van de Ilias en de Odyssee van Homerus.
Over het paard van Troje.
Dat zijn ook zulke oude boeken die nog veel worden gelezen.
En waar ook nog steeds films over worden gemaakt!
Maar met de Bijbel is het een heel ander verhaal.
Want de Bijbel lezen we niet alleen om iets te weten te komen over hoe het vroeger ging.
En we lezen de Bijbel ook niet alleen omdat er mooie verhalen in staan,
die leuk zijn om te lezen.
We lezen de Bijbel,
omdat we geloven dat we in de Bijbel meer te weten kunnen komen over God.
De Bijbel wordt wel het Woord van God genoemd. Misschien ken je die term.
En toch is de Bijbel niet door God geschreven.
Moslims geloven dat de Koran is ontstaan omdat Mohammed met een engel sprak,
die hem vertelde wat hij moest opschrijven.
Maar christenen geloven niet dat de Bijbel door God is geschreven,
En zelfs niet door één persoon,
maar dat de Bijbel door heel veel mensen is geschreven.
Gedurdende een hele lange tijd.
Door mensen die iets opschreven over wat God deed,
in hun eigen leven,
of in de levens van de mensen die voor ze hadden geleefd.
En toch zien christenen de Bijbel wel als het ‘Woord van God’.
Daarmee wordt bedoeld dat de Bijbel een boek is waarin je God kunt leren kennen.
Waardoor je kunt begrijpen wie en hoe God is.
Niet alleen wie God vroeger was, maar ook wie God nu nog is.
We geloven zelfs dat het een boek is waardoor God nog steeds tegen ons spreekt!
Ook door die oude teksten.
Dus niet alleen een boek over iets dat lang geleden is gebeurd,
Maar een boek waarin je God kunt leren kennen,
die nog steeds dezelfde is als toen.
Maar… als je in de Bijbel wilt lezen, waar moet je dan beginnen?
Aan de ene kant is de Bijbel een boek met een heel duidelijk begin,
en een heel duidelijk eind.
Het begint bij Genesis 1:1. Genesis betekent trouwens ‘begin’:
Genesis 1:1-2
In het begin schiep God de hemel en de aarde.
De aarde was nog woest en doods,
en duisternis lag over de oervloed, maar Gods geest zweefde over het water.
God zei: ‘Er moet licht komen,’ en er was licht.
God zag dat het licht goed was, en hij scheidde het licht van de duisternis;
het licht noemde hij dag, de duisternis noemde hij nacht.
Het werd avond en het werd morgen. De eerste dag.
De eerste dag…
Dat is dus waar de Bijbel mee begint. Met de schepping. Het begin van alles.
En de Bijbel eindigt met het boek ‘Openbaring’.
Daar heb je misschien ook wel eens over gehoord.
Dat boek gaat over Johannes, een leerling van Jezus,
die een droom heeft over de toekomst.
Over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde:
Openbaring 21:1-4
Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer.
Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen,
bij God vandaan.
Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht.
Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep:
‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen.
Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.
Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen.
Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht,
geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’
Bijzonder he, die tekst? Er spreekt heel veel hoop uit.
Dat op een dag God alles goed zal maken.
En zelf bij ons zal wonen. En de tranen van onze ogen zal wissen.
Dat is waar de Bijbel mee eindigt.
Maar tussen het begin en het einde van de Bijbel in staat zoveel,
dat soms ook nog eens helemaal door elkaar heen loopt,
dat je soms niet weet waar je het moet plaatsen!
En toch is er wel een rode lijn te vinden in de verhalen in de Bijbel.
Een ‘goed’ verhaal.
Want de Bijbel gaat over de weg die God gaat met ons mensen,
Vanaf het begin van de schepping, tot en met nu, en zelfs tot in de toekomst.
En in die verhalen gebeurt niets zomaar!
God heeft er een plan mee. Een doel.
En wat dat is, daar ga ik het vanmorgen met jullie over hebben.
We gaan eerst een lied zingen: God heeft het eerste woord.
Lied: lvdk Gezang 1: 1 en 4 – God heeft het eerste woord
1 God heeft het eerste woord.
Hij heeft in den beginne
het licht doen overwinnen,
Hij spreekt nog altijd voort.
4 God staat aan het begin
en Hij komt aan het einde.
Zijn woord is van het zijnde
oorsprong en doel en zin.
De rode lijn, het grote verhaal van de Bijbel.
Dat begint helemaal bij het begin.
God heeft de aarde gemaakt, met alles wat erop leeft,
en Hij ziet dat het goed is.
Hij geniet ervan.
En dan maakt Hij de man, Adam, en zijn vrouw, Eva,
en stelt hen aan over alles wat hij heeft gemaakt.
Zij mogen op die aarde wonen, en ervan genieten.
Maar je weet misschien al wat er dan gebeurt: ze kunnen er niet lang van genieten.
Want al snel verschijnt het kwaad ook op het toneel, in de vorm van een slang.
Adam en Eva mogen genieten van alles wat God ze heeft gegeven,
maar er is één ding die ze niet mogen doen:
Ze mogen niet eten van de vruchten van de boom van kennis van goed en kwaad.
Als ze dat doen, dan zullen ze sterven, zegt God tegen ze.
Maar op een dag loopt Eva door de tuin, langs de boom,
en dan begint de slang tegen haar te spreken.
Die verleidt haar om toch te eten van de boom.
Laten we luisteren wat de slang tegen haar zegt.
Genesis 3:4-5
‘Jullie zullen helemaal niet sterven,’ zei de slang.
‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet,
dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’
Verhalen als dit zijn verhalen waar wij ons maar moeilijk een voorstelling van kunnen maken.
Maar toch bevat dit verhaal een diepe waarheid:
over hoe wij, als mensen, in elkaar zitten.
Adam en Eva hadden alles van God gekregen wat ze nodig hadden.
Ze hadden nergens gebrek aan.
Maar waarmee verleidde de slang ze om toch te eten van die boom van kennis van goed en kwaad?
Hij zegt dat ze, als ze daarvan eten, zelf ook net als God zullen zijn!
God heeft de mensen gemaakt om te genieten van wat Hij ze heeft gegeven.
En om met Hem in een relatie te staan.
Want Hij is een God van liefde.
Maar door het eten van die vrucht zeggen Adam en Eva eigenlijk:
wij willen die relatie helemaal niet.
Wij willen eigen baas zijn!
Wij willen zelf bepalen wat goed en slecht is.
Wij willen zelf onze eigen god zijn.
Adam en Eva kiezen voor zichzelf, in plaats van voor God.
En daarmee komt er ruimte voor het kwaad, voor de zonde,
in hun leven, in hun wereld.
Daardoor is alles wat goed was, aangetast door het kwade.
Gelukkig besluit God niet om ze te doden.
Maar Adam en Eva kunnen niet in het paradijs blijven.
Ze moeten zelf hun weg vinden.
En de mensen na hen ook.
Maar dat is eigenlijk pas waar het verhaal van de Bijbel begint.
Want de hele Bijbel gaat er vervolgens over dat God de mensen niet loslaat.
ondanks dat mensen steeds weer een andere kant opgaan dan Hij van ze verlangt.
Zelfs al maken we er zo vaak een potje van, bewust of onbewust.
Zelfs al doen mensen elkaar soms vreselijke dingen aan.
God blijft zijn weg met ons gaan.
Lied: Door de wereld gaat een woord
1 Door de wereld gaat een woord
en het drijft de mensen voort:
“Breek uw tent op, ga op reis,
naar het land, dat Ik u wijs.”
Refrein:
Here God, wij zijn vervreemden,
door te luist’ ren naar Uw stem.
Breng ons saam met Uw ontheemden,
naar het nieuw Jeruzalem.
3 Door de wereld klinkt een lied,
tegen angsten en verdriet,
tegen onrecht, tegen dwang,
richten pelgrims hun gezang.
Refrein:
Here God, wij zijn vervreemden,
door te luist’ ren naar Uw stem.
Breng ons saam met Uw ontheemden,
naar het nieuw Jeruzalem
Als je de verhalen leest uit het Oude Testament,
Dan merk je dat er een lijn in zit.
Dat God ergens naartoe werkt.
Hij heeft een plan om de gebroken wereld,
de gebroken relatie met ons, weer te herstellen.
Dat begint met Abraham.
God laat aan Abraham zien wie Hij is.
En dan vraagt hij van Abraham om weg te gaan uit zijn land,
en naar het land te gaan dat God hem aan zal wijzen.
Genesis 12:2
Ik zal je tot een groot volk maken,
ik zal je zegenen, ik zal je aanzien geven,
een bron van zegen zul je zijn.
God kiest ervoor om een nieuwe relatie aan te gaan.
Om zich te verbinden met Abraham,
en zijn kinderen, en kleinkinderen, en achterkleinkinderen,
en alle generaties die daarna komen.
God belooft dat Hij Abraham en zijn nakomelingen zal zegenen.
En misschien nog wel belangrijker:
dat Hij, door hen, alle mensen zal zegenen!
Een bron van zegen zul je zijn.
Want dat is uiteindelijk waarom God Abraham uitkiest.
Hij kiest één mens uit, en zijn afstammelingen, één volk,
Om door hen die relatie met alle volken, alle mensen op aarde,
weer te herstellen.
Het Oude Testament gaat voor het grootste deel over de geschiedenis van dat volk.
De verhalen over Isaäk, Jakob, en Jozef.
Misschien ken je die verhalen wel.
Het zijn mooie verhalen om te lezen.
Uiteindelijk komen de nakomelingen van Abraham in Egypte terecht,
waar ze honderden jaren leven, en ze uitgroeien tot een volk.
Maar daar worden ze ook steeds meer onderdrukt,
En als slaven behandeld.
Totdat God zegt: tot zover, en niet verder.
Hij grijpt in.
Hij kiest Mozes uit om zijn volk te bevrijden uit Egypte.
Er zijn tien plagen voor nodig om ervoor te zorgen dat de Farao,
de koning van Egypte, de Israëlieten laat gaan.
Maar uiteindelijk mogen ze op weg gaan.
En leidt God ze naar het land dat Hij aan Abraham heeft beloofd.
Als hij de Israëlieten heeft bevrijd,
herhaalt God tegen hen die belofte weer,
die hij ook lang daarvoor aan Abraham heeft gegeven.
Exodus 19:5-6
Als je mijn woorden ter harte neemt en je aan het verbond met mij houdt,
zul je een kostbaar bezit voor mij zijn,
kostbaarder dan alle andere volken
– want de hele aarde behoort mij toe.
Een koninkrijk van priesters zul je zijn, een heilig volk.
God wil dat de Israëlieten een heilig volk zijn.
Een volk dat door Hem apart is gezet.
Een voorbeeld voor de volken en de mensen om ze heen.
Want dat is wat dat betekent, een ‘koninkrijk van priesters’.
Een priester is iemand die tot God bidt, niet alleen voor zichzelf,
Maar ook voor alle mensen om hem heen.
En zo heeft God Israël ook bedoeld: als een volk,
door wie God aan de wereld om hen heen kan laten zien wie Hij is.
Als God deze woorden uitspreekt tegen de Israëlieten,
Geeft Hij ze de 10 geboden.
Daarin staat hoe God wil dat ze leven.
Hij zegt: als jullie je daaraan houden,
Dan zal het goed met jullie gaan.
Lied: lvdk Gezang 304: 1 en 2 – God is getrouw
1 God is getrouw, zijn plannen falen niet,
Hij kiest de zijnen uit, Hij roept die allen.
Die ’t heden kent, de toekomst overziet,
laat van zijn woorden geen ter aarde vallen;
en ’t werk der eeuwen, dat zijn Geest omspant,
volvoert zijn hand.
2 De Heer regeert! Zijn koninkrijk staat vast,
zijn heerschappij omvat de loop der tijden;
een sterke hand, die nooit heeft misgetast,
blijft met het heilig zwaard des Geestes strijden;
de adem zijner lippen overmant
de tegenstand.
Als de Israëlieten zijn aangekomen in het beloofde land,
Dan volgt er een onzekere tijd.
Een tijd waarin het volk geen koning heeft,
maar steeds weer door verschillende mensen, leiders en profeten, wordt geleid,
en iedereen doet wat hij zelf wil.
Het volk wil op den duur heel graag een koning.
De eerste koning is koning Saul.
En Saul wordt opgevolgd door koning David.
Die ken je misschien wel. Van het verhaal van David en Goliath.
En in de eeuwen die volgen wordt Israël door koningen geleid.
Soms door een goede koning,
maar heel vaak ook door een slechte koning.
Die de mensen uitbuit,
en die niet tot God bidt, maar tot andere goden.
Er is veel ruzie, en veel oorlog.
Er is zelfs een tijd waarin Israël uit elkaar valt,
In een groot land, Israël,
En een klein land, Juda.
Veel boeken in het Oude Testament gaan over die periode.
Hoe het volk, en vooral de slechte koningen,
door profeten worden gewaarschuwd,
Dat ze hun leven moeten beteren,
Dat ze beter voor de arme mensen moeten zorgen,
en moeten stoppen met het bidden tot die vreemde goden.
Uiteindelijk komt het zelfs zo ver dat een groot en machtig volk Israël binnenvalt,
de hoofdstad Jeruzalem en de tempel van God verwoest,
en de bewoners in gevangenschap meenemen naar een ver land, naar Babel.
Maar ook dan belooft God steeds weer dat Hij ze niet los zal laten.
Ook niet als ze in gevangenschap zijn weggevoerd.
Hij belooft dat hij ze terug zal brengen naar hun land,
en dat ze de tempel, die is verwoest, weer opnieuw op zullen bouwen.
Zelfs op die vreemde plek, ver van de tempel, merken de Israëlieten dat God bij ze is.
Daarover lees je in die prachtige verhalen over Daniël en zijn vrienden.
Die zelfs in een vreemd land, met vreemde gebruiken en vreemde goden,
Toch in God blijven geloven.
Uiteindelijk, na 70 jaar wachten in dat vreemde land,
komt er een nieuwe koning, die ze terug laat gaan,
En die ze Jeruzalem en de tempel weer op laat bouwen.
Precies zoals God heeft beloofd.
Je kunt je afvragen waarom juist de geschiedenis van het Joodse volk,
zo’n belangrijke plek inneemt in de Bijbel.
Want het was geen machtig volk.
En ook geen gemakkelijk volk.
Steeds weer vergeten ze God, en hoe God wil dat ze leven,
en zoeken ze hun heil bij andere goden.
Het is net als dat God in de loop van de Bijbel steeds weer mensen uitkiest die je niet zou verwachten.
Abraham, die op zijn eigen manier wilde proberen om Gods belofte waar te maken,
En die niet wilde wachten tot Sara zwanger werd,
Mozes, die een man had gedood, en daarom uit Egypte was weggevlucht.
David, een koning die een man was naar Gods hart,
maar die ook soms zijn macht misbruikte om te krijgen wat hij zelf wilde,
ten koste van anderen.
Maar toch geeft God de moed niet op.
Net zoals Hij het met ons niet opgeeft.
Daarom zijn het zulke mooie verhalen om steeds weer te lezen.
Want Hij is goed.
Hij is een God van liefde, en van vergeving, en van trouw.
Dat wil Hij steeds weer aan het Joodse volk laten zien.
En door het Joodse volk heen, aan de hele wereld.
Lied: lvdk Gezang 21: 1 en 7 – Alles wat adem heeft
1 Alles wat adem heeft love de Here,
zinge de lof van Isrels God!
Zolang ik hier in het licht mag verkeren,
roem ik zijn liefde en prijs mijn lot.
Die lijf en ziel geschapen heeft
worde geloofd door al wat leeft.
Halleluja! Halleluja!
7 Roemt dan, gij mensen, en lofzingt tezamen
Hem die zo grote dingen doet.
Alles wat adem heeft roepe nu amen,
zinge nu blijde: God is goed!
Love dan ieder die Hem vreest
Vader en Zoon en Heil’ge Geest!
Halleluja! Halleluja!
Nu heb je al een behoorlijk beeld van waar de verhalen uit het Oude Testament over gaan.
Het zijn niet alleen mooie verhalen,
En het is ook niet alleen een interessante geschiedenis:
Al die verhalen, alle dingen die in het Oude Testament worden gezegd,
die werken ergens naartoe.
God heeft er een plan mee.
En om te zien waar ze naartoe gaan,
moet je ook de eerste vier boeken van het Nieuwe Testament lezen.
De evangeliën, heten die.
Van Markus, Mattheüs, Lukas en Johannes.
Evangelie, dat betekent ‘goed nieuws’.
Het zijn vier Bijbelboeken, die gaan over het leven van Jezus.
Wij noemen de Bijbel vaak het woord van God.
Maar eigenlijk zou je Jezus zélf ook het Woord van God kunnen noemen.
Want door te kijken naar hoe Jezus leefde,
en naar de dingen die hij zei,
kun je zien wie God is.
In het begin van het Bijbelboek Johannes staat dat heel mooi beschreven,
Laten we daar naar luisteren:
Johannes 1:18
Niemand heeft ooit God gezien,
maar de enige Zoon, die zelf God is,
die aan het hart van de Vader rust,
heeft hem doen kennen.
Jezus is de zoon van God.
Eigenlijk betekent dat:
Jezus is God, die mens geworden is.
Die naar óns toe kwam.
Om ons te vertellen, en aan ons te laten zien, wie God is.
Als je de verhalen over Jezus leest,
dan word je steeds weer geraakt door hoe liefdevol hij omging met de mensen om hem heen.
Juist de mensen die door anderen aan de kant werden geduwd, werden door hem gezien.
Hij liet zien dat geloven niet gaat om de buitenkant,
om schijn, en om je houden aan regels,
wat mensen er heel vaak wel van maken;
Maar dat het gaat om de binnenkant.
Dat je God kent, en met Hem probeert te leven.
Dat je van Hem mag houden,
en dat je van de mensen om je heen houdt als van jezelf.
Jezus zei: dát is de basis voor alle regels en wetten in het Oude Testament.
En Jezus liet ons zien hoe diep Gods liefde voor de mensen en voor de wereld is.
Hoe graag God die gebroken relatie weer wilde herstellen.
Want hij, Gods zoon, kwam naar deze wereld,
om zijn leven te geven.
Om in onze plaats te sterven.
Dat kwam niet uit het niets.
Want ook dat werd al in het Oude Testament voorspeld.
De profeet Jesaja zegt dat heel mooi:
Jesaja 53:5
Om onze zonden werd hij doorboord,
om onze wandaden gebroken.
Voor ons welzijn werd hij getuchtigd,
zijn striemen brachten ons genezing.
Wij hadden zelf de relatie met God verbroken.
Maar daarom kwam God, in Jezus, naar óns toe.
Om die relatie weer te herstellen.
Dat moment, waarop Jezus zijn leven geeft,
en daarna ook weer opstaat uit de dood,
Dat is vanaf het begin van de Bijbel het moment waar God naartoe werkt.
Het moment waarop Hij de relatie met ons weer nieuw maakt.
Dat vieren wij als we Pasen vieren, het feest van de opstanding van Jezus.
Kwaad, pijn, ziekte, verdriet, dat is allemaal nog niet uit de wereld verdwenen.
Maar we weten wel dat het niet meer het laatste woord heeft.
Dat de macht van het kwaad, de macht van zonde, en zelfs van de dood is overwonnen.
En dat niets ons meer kan scheiden van Gods liefde!
Lied: Daar juicht een toon: 1, 2 en 4
1. Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,
die galmt door gans’ Jeruzalem;
een heerlijk morgenlicht breekt aan:
de Zoon van God is opgestaan!
2. Geen graf hield Davids Zoon omkneld,
Hij overwon, die sterke Held.
Hij steeg uit ’t graf door Vaders kracht,
want Hij is God, bekleed met macht!
4. Want nu de Heer is opgestaan,
nu vangt het nieuwe leven aan,
een leven door zijn dood bereid,
een leven in zijn heerlijkheid.
De overige boeken van de Bijbel, van het Nieuwe Testament,
gaan over wat er daarna gebeurt.
Jezus gaat naar de hemel,
en stort de Heilige Geest uit over zijn leerlingen.
Zij verspreiden het goede nieuws over Jezus over de wereld.
En ze vormen de kerk met elkaar.
Een groep mensen die wil leven vanuit hun geloof in Jezus,
die daar handen en voeten aan wil geven.
In het begin werden ze vervolgd, gevangengezet,
en zelfs gedood om hun geloof.
Maar toch bleven ze vol blijdschap vasthouden aan wat ze hadden gehoord!
Want dat goede nieuws over Jezus,
dat had hun leven veranderd.
En dat wilden ze niet meer kwijt!
Dat is, in grote lijnen,
de rode lijn van wat er in de Bijbel staat.
Het lijkt een verhaal van vroeger.
Van iets wat lang geleden is gebeurd.
Maar het is een verhaal dat ons allemaal nog steeds aangaat.
Omdat het ons vertelt over de weg die God met zoveel verschillende mensen is gegaan.
Soms goede mensen,
soms slechte mensen,
maar vaak daar tussenin.
En hoe God ons mensen niet loslaat.
Maar ons steeds weer opzoekt.
Steeds weer Zijn liefde aan ons wil laten zien!
En dat maakt de Bijbel zo interessant!
Want de God waar we over lezen in de Bijbel,
Dat is niet alleen een God van vroeger,
Maar dat is dezelfde God waar wij nu ook in geloven.
Om die God te leren kennen,
om je over Hem te verwonderen,
en om oog te krijgen voor wat Hij ook nu nog doet in jouw leven,
Is het prachtig om in dit boek te lezen!
Dus eigenlijk is het nog veel meer dan een goed verhaal:
Het is het verhaal van God.
Van hoe God vroeger was.
En nog belangrijker: van hoe God nu nog steeds is.
Amen.