Aanbidding
In een zangdienst heb ik twee korte overdenkingen gehouden over het thema ‘aanbidding’. De eerste gaat over aanbidding zelf. Wat is dat eigenlijk? De tweede gaat over God aanbidden op momenten dat het niet goed met je gaat, zoals Paulus en Silas: zij zaten in de gevangenis, met hun voeten in het blok, en toch zongen ze daar voor God. Waarom deden ze dat?
Eerste overdenking: Wat is aanbidding?
Psalm 34:1-9:
1 Van David, toen hij zich aan het hof van Abimelech als een krankzinnige voordeed en pas wegging toen deze hem verjoeg.
2 De HEER wil ik prijzen, elk uur van de dag,
mijn mond is altijd vol van zijn lof.
3 Laat mijn leven een loflied zijn voor de HEER,
de nederigen zullen het met vreugde horen.
4 Roem met mij de grootheid van de HEER,
sluit u aan om zijn naam te verheffen.
5 Ik zocht de HEER en hij gaf antwoord,
hij heeft mij van alle angst bevrijd.
6 Wie naar hem opzien, stralen van vreugde,
schaamte zal hun gezicht niet kleuren.
7 In mijn verdrukking riep ik tot de HEER,
hij heeft geluisterd en mij uit de nood gered.
8 De engel van de HEER waakt
over wie hem vrezen, en bevrijdt hen.
9 Proef, en geniet de goedheid van de HEER,
gelukkig de mens die bij hem schuilt.
Wij hebben net het eerste gedeelte van Psalm 34 gelezen en gezongen. Psalm 34 is een lied van aanbidding.
En aanbidding is waar ik het vanochtend met jullie over hebben,
in twee korte preekjes.
Als je het woord ‘aanbidding’ hoort, waar moet je dan aan denken?
Misschien doet het je denken aan een bandje in de kerk, of een koor.
Of aan zingen.
Aan stil worden voor God, verwonderd over wat je ziet,
of over wie Hij voor je is…
Als ik zelf aan aanbidding denk,
dan denk ik terug aan vier jaar geleden.
Ik was toen een aantal weken in Zambia, een land in Afrika.
Op een dag gingen we met de jeugdgroep van een kerk een dagje uit, naar een meer in de buurt.
We klommen achterop een vrachtwagen, met zo’n 40 mensen.
Ik voelde me niet echt op mijn gemak, kan ik wel zeggen.
Wat als er iets gebeurde?
De wegen daar waren nou niet echt om over naar huis te schrijven.
Maar het ging allemaal goed.
We kwamen aan, en hadden een leuke dag.
Die avond gingen we weer terug.
Dat was nog spannender, want het was helemaal donker geworden.
Je kon geen twee meter ver meer kijken.
Maar al gauw werden er allemaal sterren zichtbaar.
Het was enorm indrukwekkend.
En een paar jongeren begonnen te zingen.
Liederen voor God, een paar in de taal die ze daar spreken,
maar ook een aantal in het Engels, die ik ook mee kon zingen.
Het was een hele bijzondere ervaring.
We voelden ons verbonden met elkaar en met God,
en verwonderden ons over die prachtige sterrenhemel.
De heenweg duurde te lang, maar de terugweg ging veel te snel!
God aanbidden, wat is dat eigenlijk?
Aanbidden is iets anders dan God ergens voor danken.
Het ligt wel dichtbij elkaar.
Aanbidden en danken gaan om het grootmaken van God.
Maar wat is dan het verschil?
Je zou kunnen zeggen dat we bij dankzegging God danken voor wat Hij voor óns heeft gedaan,
en bij aanbidding eren we God om wie Hij is.
Als je dankt,
dan blijf je in gedachten meer bij jezelf, en je eigen situatie.
Aanbidding tilt je daar als het ware boven uit.
Je ziet en aanbidt de majesteit en kracht, de genade en liefde van God.
Je verwondert je over Hem.
En die verwondering, die kun je op verschillende manieren uiten. Bijvoorbeeld door te zingen voor God.
Zingen voor God gebeurt al zolang er mensen zijn die in Hem geloven. Kijk maar naar de psalmen.
Dat zijn allemaal liederen voor en over God.
Soms verwoorden psalmen emoties zoals verdriet,
of wanhoop, of boosheid.
Maar er zijn ook heel veel psalmen waarin God aanbeden wordt.
Waarin Hij grootgemaakt wordt,
geprezen wordt om wie Hij is.
Om zijn schepping,
of omdat Hij hulp gaf op een moment dat het moeilijk was.
Sterker nog:
bijna alle psalmen beginnen of eindigen wel met zo’n stukje ‘aanbidding’.
Ook Jezus en zijn discipelen zongen samen lofliederen voor God.
En de eerste christenen zongen liederen over wat Jezus voor hen had gedaan.
Zingen kan je dichter bij God brengen.
Want muziek kan soms uitdrukken wat je in woorden niet of bijna niet kunt zeggen.
Maar je kunt God ook aanbidden op andere manieren.
Bijvoorbeeld als je bidt, als je tegen God praat.
Door af en toe tegen God te zeggen: ik hou van U.
Omdat U een genadige, en liefdevolle God bent.
Voor mij, voor de mensen om mij heen.
Ik prijs U om wie U bent.
Én aanbidden kun je doen in stilte.
Door je gewoon te verwonderen over God.
Als je geniet van Zijn schepping.
Of als je bedenkt hoeveel Hij van je houdt.
Je hebt niet altijd woorden nodig bij God.
Soms mag je gewoon stil zijn bij Hem, in Zijn aanwezigheid.
Bij hem schuilen, en genieten van zijn goedheid…
Laat mijn leven een loflied zijn voor de Heer!, staat in de Psalm.
Ik geloof dat dat niet zomaar iets is,
maar dat dat het doel is waar God ons voor heeft gemaakt.
Dat ons leven een loflied mag zijn voor Hem.
Wat zou het mooi zijn,
als aanbidding niet alleen iets is wat je af en toe doet,
maar als je je hele leven leeft
vanuit dankbaarheid en verwondering over wie God is.
Als je met je woorden en je daden daarvan getuigt.
Als in je leven zichtbaar wordt wie God voor jou is.
In de Psalm staat ook:
Roem met mij de grootheid van de HEER, sluit je aan om zijn naam te verheffen.
God aanbidden is iets wat je alleen kunt doen;
maar het is ook erg mooi om het samen te doen.
Om samen voor God te zingen.
Daarom is het ook erg mooi om hier in de kerk bij elkaar te komen.
Je hebt elkaar daarbij nodig.
Want soms lukt het niet om alleen God te aanbidden.
Maar daarover ga ik zo meteen meer vertellen.
Tweede overdenking:
God aanbidden als het moeilijk is
Handelingen 16:23-26:
23 Nadat ze een groot aantal slagen hadden gekregen, werden ze opgesloten in de gevangenis, waar de gevangenbewaarder opdracht kreeg hen streng te bewaken. 24 Overeenkomstig dit bevel bracht hij hen naar de binnenste kerker en sloot hun voeten in het blok.
25 Om middernacht waren Paulus en Silas aan het bidden en zongen ze lofliederen voor God. De andere gevangenen luisterden aandachtig naar hen. 26 Plotseling deed zich een hevige aardschok voor, zodat de gevangenis op haar grondvesten trilde; alle deuren sprongen open en bij iedereen schoten de boeien los.
Wat een verhaal hebben we net gehoord.
Over Paulus en Silas, die rondreisden om de mensen over God en over Jezus te vertellen.
Paulus heeft net een vrouw, een waarzegster, bevrijd van een boze geest.
Maar daar waren de mensen voor wie ze werkte, haar “eigenaren”,
niet blij mee. Want ze was haar ‘gave’ kwijt.
Er ontstond een oproer, waarna Paulus en Silas zweepslagen kregen,
en in een diepe kerker gegooid worden.
Daar worden hun voeten in een blok vastgezet,
zodat ze geen kant meer op kunnen,
en ze worden permanent bewaakt.
Er zijn momenten waarop het moeilijk is om dankbaar te zijn, of om God te aanbidden.
Als je bang bent, of onzeker.
Als je situatie uitzichtloos is.
Als je je grote zorgen maakt over je toekomst.
Als je je schaamt over iets wat je hebt gezegd of gedaan.
Als je ernstig ziek bent, of als iemand van wie je veel houdt ziek is.
Of als je je eenzaam voelt.
Zulke gevoelens kunnen je ook als het ware ‘gevangen’ houden.
Hoe hard je er ook tegen vecht.
Dan lukt het niet om ze aan de kant te zetten.
Hoe moet je dan verder?
Paulus en Silas zitten in zo’n situatie.
Wat zal er gebeuren? Houdt hun reis hier op?
Het is makkelijk om te zeggen dat ze de moed niet opgeven.
Misschien deden ze dat wel.
Ze weten niet meer wat ze moeten doen.
Misschien dat ze daarom het enige doen wat ze nog kunnen.
Op hun kwetsbaarste moment gaan ze bidden,
en zingen ze lofliederen voor God.
Lofliederen! Geen treurige melodie,
maar ze verhogen God, daar in die diepe kerker.
Misschien begonnen ze voorzichtig, niet zo hard,
maar tijdens het zingen krijgen ze steeds meer moed.
En na een tijdje zingen ze hard genoeg dat de andere gevangenen ze kunnen horen.
Mensen die daar misschien al langere tijd gevangen hadden gezeten.
Die ook hoop zochten, en die zich in hen herkenden.
Eigenlijk gebeurt het wonder hier al.
Het zingen voor God tilt hen en hun medegevangenen boven hun eigen situatie uit.
Ze krijgen nieuwe kracht, en ze krijgen weer hoop.
Door te zingen belijden ze dat God bij ze is,
ook al voelen of merken ze dat op dat moment niet.
God aanbidden, ook, of misschien wel juist op momenten dat het moeilijk is,
kan je boven jezelf uittillen.
Boven vertwijfeling, aanvechting of onzekerheid.
Boven angst, of zorgen. Boven verdriet.
Je ontkent de situatie waar je in zit niet,
Maar je brengt die situatie bij God,
en je vraagt Hem of Hij je daar bovenuit wil tillen.
Je zegt tegen Hem: Ik geloof dat U er bent.
Je spreekt je vertrouwen naar Hem uit.
Dat Hij ook in de situatie waarin jij zit jouw God blijft,
en dat jij zijn kind blijft.
Hij was er voor jou in het verleden,
Hij is er nu voor jou,
en Hij zal er ook in de toekomst voor je zijn.
Hoe die toekomst ook loopt.
Ik zocht de HEER en hij gaf antwoord,
hij heeft mij van alle angst bevrijd.
Wie naar hem opzien, stralen van vreugde,
schaamte zal hun gezicht niet kleuren.
Dat zegt David in de psalm die we hebben gelezen.
Ook hij is op dat moment nog niet veilig.
Ook hij moet vluchten voor een koning die hem vijandig gezind is.
Maar hij weet: God is bij mij.
Hij laat me niet los.
En dat geeft hem kracht. De vreugde spat er vanaf in de psalm die hij schreef!
Toch zijn er ook momenten waarop je dat echt niet kunt, God aanbidden.
Waarop je je misschien voelt als een van die medegevangenen van Paulus en Silas.
Zonder hoop zitten ze daar in die kerker…
Die medegevangenen luisteren wel heel aandachtig,
als Paulus en Silas zingen voor God.
Ze worden erdoor geraakt.
Soms kun je zelf niet bidden of zingen.
Dan heb je het nodig dat iemand anders voor jou bidt,
of voor jou zingt.
Iemand die jou optilt, bij de hand neemt…
Als gemeente mogen we die persoon voor elkaar zijn.
Mogen we, door met elkaar te zingen en te bidden,
elkaar erop wijzen dat God ons niet loslaat,
hoe diep de afgrond ook is waarin we ons bevinden.
Elkaar bemoedigen,
dat wij een God hebben die bij ons is, ook in de diepte.
Want wij hoeven niet naar Hem toe te gaan,
Hij komt naar ons toe.
Hij is niet onbereikbaar, maar staat naast ons.
En als dat besef doorbreekt, dan kan dat weer nieuwe reden geven,
om God te aanbidden om wie Hij is.
Hij is de God die genadig is, en liefdevol.
Trouw en barmhartig. Hij geeft nieuwe hoop.
En op onze beurt mogen ook wij dan gaan zingen, zoals Paulus en Silas. Zodat andere mensen diezelfde hoop mogen ontvangen.
Zodat ze door ons lied over Hem geraakt worden.
Misschien zelfs wel mee gaan zingen.
Want die God, over wie wij zingen,
die is het waard om geprezen te worden!
Amen.