Preken

Pasen: de grote belofte

Geliefde gemeente van onze Heer Jezus Christus,
Lieve mensen uit Bierum, Holwierde, Krewerd,
’t Zandt, Godlinze, Spijk, Losdorp, en misschien ook wel andere plaatsen,

Vandaag vieren wij het Paasfeest.
Alleen we vieren het op een manier die niemand van ons ooit nog heeft meegemaakt.
Er is geen kerk vol mensen.
Er waren afgelopen dagen geen diensten in de kerk.
Straks, na de dienst, ga je waarschijnlijk niet naar familie, of vrienden.
Of misschien wel, maar moet je op afstand van elkaar blijven,
en voelt het toch niet helemaal gemakkelijk.

We vieren Pasen dit jaar, op een moment dat álles anders voelt dan anders.
Buiten is het lente, prachtig weer.
Maar binnen vragen we ons af of we wel zomaar naar buiten kunnen.
Je werkt vanuit huis. Je moet je kinderen thuis lesgeven.
Of mag niemand bezoeken.

En de eerste paar weken was dat nog wel te overzien.
Maar het valt veel mensen steeds zwaarder.
De onzekerheid. Eenzaamheid misschien wel.
Angst en spanning voor wat mogelijk nog gaat komen.
Verveling. Frustratie. Boosheid.
Het coronavirus drukt een stempel op ons hele leven.

En toch vieren wij vandaag Pasen.
Het feest van de opstanding van Jezus. En de vraag is:
moeten de omstandigheden feestelijk zijn, om dat tóch te kunnen vieren?
Of moet je vandaag een blij gezicht opzetten,
en doen alsof er niets aan de hand is?
Is Pasen vieren een ontkenning van wat er nu allemaal speelt in ons leven, in de wereld om ons heen?
Even daarvan weg? Even daaruit ontsnappen?
Of heeft Pasen júist nu, juist in de situatie waarin wij zitten, extra zeggingskracht?
Mij zette de gedachte aan Pasen afgelopen week aan het denken.
Meer nog dan anders, juist omdat de aanloop naar Pasen toe zo anders was.
En dan vooral over de vraag:
Welke betekenis heeft Pasen voor mij? Juist nu?
Waarom is het belangrijk voor mij dat Jezus is opgestaan uit de dood?

Ik was wat aan het rondkijken op Facebook,
en stuitte er op een filmpje van de Anglicaanse aartsbisschop Justin Welby.
Hij herinnerde me er in dat filmpje aan,
dat Pasen niet alleen gaat over het moment van de opstanding van Jezus,
maar ook, vooral, over wat daaraan vooraf gaat.
Over het lijden van Jezus.
Over onbegrip, angst, eenzaamheid, verraad, verdriet, lijden en pijn.
Als je dat weghaalt, dan verliest Pasen ontzettend aan betekenis.
Het krijgt juist betekenis, omdat de opstanding van Jezus op al die dingen volgt.
Het is Gods antwoord op dat lijden. Op de pijn.
Op de angst, en het verdriet.
Die Jezus zelf moest ondergaan.

In de dagen naar Pasen toe sta je stil bij dat Jezus zelf door de duisternis is gegaan.
Ook wij leven nu in een donkere tijd.
Maar, zo zei Justin Welby het heel mooi:
Jesus has gone ahead of us into the darkness.
He has been there before us and knows the way out.
Jezus is voor ons uit gegaan, de duisternis in.
Hij is daar geweest vóórdat wij er waren, en weet ook de weg úit die duisternis.

Hij is degene bij wie wij terecht kunnen, als we bang zijn, of onzeker.
Als we verdriet hebben, of als het ons teveel wordt.
Dan mogen we zijn hand pakken.
En hij wijst ons de weg naar buiten. Uit de duisternis.

Als ik moet zeggen wat Pasen voor mij betekent,
dan zeg ik dat Pasen voor mij meer is dan een mooi verhaal,
over iemand die tweeduizend jaar geleden leed, stierf en opstond uit de dood.
Pasen vertelt mij wie Jezus is:
de zoon van God, bij wie ik ook nu nog terecht kan.
Die mij vasthoudt, door lijden, angst en pijn, en zelfs door de dood heen.
Die door zijn liefde de dood, het kwaad, heeft overwonnen.
Door wie ik mag zien wie God echt is:
een liefdevolle God, die alles voor ons over heeft.
Die trouw is, en nooit loslaat wat zijn hand begon.

Daarom vind ik ook, naast het Bijbelverhaal over de opstanding zelf,
Het gedeelte dat we daarna hebben gelezen zo mooi.
Het is waar Mattheüs zijn evangelie mee eindigt.

Jezus stuurt zijn leerlingen erop uit,
om alle mensen tot zijn leerlingen te maken,
door ze te dopen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest,
en ze te herinneren om zich te houden aan alles wat Jezus aan hen heeft geleerd.
Je zou dat kunnen samenvatten met de woorden:
Heb God lief boven alles, en je naaste als jezelf.
Dat moeten ze zelf doen, en de mensen leren.

Soms wordt dat wel de grote opdracht genoemd,
die wij als christenen van Jezus krijgen.
Toch vind ik het zelf mooier om dit gedeelte in plaats van de grote opdracht,
de grote belofte te noemen.
Want het gaat daar helemaal niet om iets dat wij moeten doen,
wat wij waar moeten maken.
Net zoals het er in deze tijd, van corona,
niet om gaat dat wij alle antwoorden moeten hebben.

Het gaat vooral om twee andere dingen die Jezus zegt, daarvoor en daarna.

Jezus zegt als eerste:
aan mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde.

Dat klinkt in onze oren heel groot!
Zeker in een tijd waarin er zoveel misgaat en mis is om ons heen.
Niet alleen het coronavirus.
Maar ook de vluchtelingenkampen op Lesbos.
Een ruziënde Europese unie.
Sprinkhanenplagen in Noord-Afrika.
Steeds weer nieuw geweld in Syrië.
En zo kun je nog wel even doorgaan.

Als Jezus alle macht heeft, wat is daar dan van te zien?
Het is een vraag die juist in een tijd als deze op kan komen.
Een tijd waarin het verhaal van de opgestane Christus juist heel ver van je af kan staan.
Wat doet God tegen het kwaad?

Of schuiven we dan de schuld van alles wat er gaande is te makkelijk af op God?
Maken wij Jezus dan ook tot zondebok,
van alles wat mis is in deze wereld?
Zoals de mensen met hem deden op goede vrijdag,
Toen ze hem kruisigden?

God is iemand tegen wie wij graag aantrappen.
Omdat Hij in onze ogen niets doet aan de ellende,
Terwijl Hij wel almachtig en goed zou zijn.

Maar stel nou eens dat het waar is.
Dat God in Jezus echt onder ons kwam,
Om ons in Gods naam de hand te reiken, en ons Gods liefde te leren,
Die het kwaad overwint met het goede.
En stel dat Jezus eindige aan een kruis, niet omdat hij fout was,
Maar omdat de mensen die liefde van God niet konden verdragen,
En Hem daardoor dood wilden.

Stel nou, dat Hij zelf,
op de dag dat hij slachtoffer werd van de boosheid van de mensen,
ervoor koos om die last te dragen,
En Hij er een ‘goede vrijdag’ van maakte,
Door het over zich heen te laten komen,
En de mensen die Hem dat aandeden te vergeven?

En stel dat Hij daarna opstond uit de dood,
En zijn leerlingen, die hem in de steek hadden gelaten,
begroette met genade en vrede.

Is het dan terecht, dat wij Hem blijven ontlopen,
Of aanwijzen als de oorzaak van al het kwaad?
Is het terecht dat wij een beschuldigende vinger wijzen naar God?

Of is het het misschien wel waard om te luisteren naar wat Jezus zegt?

Want wat Jezus zegt, als hij zegt:
“Mij is alle macht gegeven in de hemel en op aarde”,
Is dat met zijn opstanding een nieuwe tijd is aangebroken.
Niet een tijd waarin Gods koninkrijk,
Gods nieuwe wereld al helemaal werkelijkheid is geworden,
waarin er geen pijn en lijden meer is, en geen ziekte.

Maar wel een tijd waarin er barsten beginnen te komen in het kwaad.
En waarin wij worden opgeroepen om achter Jezus aan te gaan.
Om, als christenen, samen met de mensen om ons heen,
te proberen al iets van die nieuwe wereld van God zichtbaar te maken.
Door lief te hebben.
En te delen hoeveel God ons liefheeft.

De eerste christenen brachten dat in de praktijk door te zorgen voor arme mensen,
en voor weduwen, en slaven,
in een samenleving waarin dat iets heel erg vreemds en onbekends was.
Waarin het ieder voor zich was.
Daarmee maakten ze heel veel indruk op de mensen in die tijd.
En toen er ziektes uitbraken, maakten ze indruk door niet te vluchten,
maar te kiezen om te blijven, en te zorgen voor de zieken.
Omdat zij geloofden dat, na Pasen, ziekte, en lijden, en de dood,
nooit meer het laatste woord kon hebben.
Ze vertrouwden op Jezus, aan wie alle macht was gegeven, in de hemel en op aarde.

Daarmee wil ik niet zeggen dat álles wat christenen in de geschiedenis hebben gedaan, daaraan heeft bijgedragen.
Want ook christenen hebben in de naam van God erg nare dingen gedaan.
Maar christenen die dat soort dingen doen, volgen niet wat Jezus ons leerde.

Want als we écht de woorden van Jezus volgen:
heb je naaste lief als jezelf, heb je vijand lief,
als we liefhebben zoals hij ons lief had,
een liefde die niet oordeelde, maar die zichzelf gaf,
een liefde waarmee hij onze last, onze schuld op zijn eigen schouders nam,
een liefde die vergeeft, en die blijft liefhebben,
als wij Hem navolgen in die liefde,
dan mogen we daarmee iets laten zien van Gods nieuwe wereld.
kleine stukjes van de sluier oplichten.

Dan mogen wij daar zelf iets van zien,
en de mensen om ons heen daar iets van laten zien.

Jezus zegt: Mij is alle macht gegeven, in de hemel en op aarde.
En dan stuurt Hij zijn leerlingen erop uit.
Om het goede nieuws over Hem te vertellen.
Om mensen te dopen in zijn naam.
En te leren dat ze moeten leven naar wat Hij ze heeft geleerd.

En dan doet Jezus nog een grote belofte:
Onthoud, ik ben met jullie,
alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld.

Ik ben wel eens voorgegaan in de kerk in ’t Zandt.
Daar hangt, boven de preekstoel, een klein kruis,
En daarop staan de woorden: Jezus leeft!

Dat zijn woorden waar wij, als christenen, aan vast mogen houden.
We staan er niet alleen voor.
Jezus is niet uit de dood opgestaan om vervolgens naar de hemel te gaan,
en ons alleen achter te laten.
Hij is nog steeds bij ons.
Tot aan de voltooiing van deze wereld.

Pasen betekent dat wij geloven in een levende Heer.
Op élk moment is Hij bij ons.
Ook als we bang zijn, of verdrietig.
Ook als we ons zorgen maken over de toekomst.
Of als we ons geen raad meer weten.
Ook als we ons alleen voelen.

En ook als wij, vanuit ons geloof,
proberen om in moeilijke omstandigheden hoopvol te blijven.
Proberen om te blijven vertrouwen dat God goed is.
Dat Hij niet een God is die straft, maar die Leven geeft,
En die het goed met ons voorheeft.
Die oneindig genadig is, en trouw, en liefdevol.

Met Pasen vieren wij dat Jezus is opgestaan uit de dood, 2.000 jaar geleden.
Maar ook dat we mogen geloven dat Hij de levende is.
En dat Hij altijd bij ons is.
Dat mag ons hoop geven, juist in een tijd als deze.

En juist daarom is Pasen, ook in deze tijd, het belangrijkste christelijke feest.
Een feest dat het vieren waard is, en waard blijft.

Wij geloven, tegen alles in wat we om ons héén zien,
Dat kwaad, dood, zonde, ziekte, angst en verdriet,
Het niet meer voor het zeggen heeft.
Want Jezus heeft alle macht, in de hemel en op de aarde.
En wij geloven dat Jezus ons niet alleen laat.
Maar dat Hij bij ons is, alle dagen.

Dat is waar wij ons aan vast mogen houden.
Juist ook in een tijd als deze.
Amen!

Leave a Reply

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *